Artikel 4 Agrarische bedrijven
Lid 1 algemene regels agrarische bedrijven
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren (zoals aangegeven op kaart 1) bevatten bepalingen die erin voorzien dat:
  1. agrarische bebouwing (uitgezonderd kassen) wordt geconcentreerd binnen het bouwperceel dat een maximale omvang heeft van 2 hectare;
  2. nieuwe bebouwing alleen mogelijk is als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven;
  3. voor een volwaardig agrarisch bedrijf maximaal één agrarische bedrijfswoning is toegestaan, of het aantal dat al is vergund;
  4. nieuwe intensieve veehouderij wordt uitgesloten;
  5. bestaande volwaardige intensieve veehouderijbedrijven in beperkte mate mogen uitbreiden in overeenstemming met door de gemeente te bepalen regels;
  6. bestaande intensieve veehouderij als neventak bij agrarische bedrijven eenmalig met ten hoogste 10% van de inhoud mag worden uitgebreid, of meer indien dat nodig is om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen;
  7. in bufferzones, zoals aangeduid op kaart 4, in afwijking van het bepaalde onder e en f de oprichting van nieuwe gebouwen voor intensieve veeteelt wordt uitgesloten.
Lid 2 afwijkingsmogelijkheid voor schuilgelegenheid voor vee- en hobbystal
Een bestemmingsplan kan in een bijzonder geval in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, onder a, een schuilgelegenheid voor vee buiten het bouwperceel toelaten of in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, onder b, een stal voor het hobbymatig houden van vee toelaten, voor zover dat noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering of het welzijn van het vee. Lid 3 agrarische bedrijven buiten de gebieden voor glastuinbouw
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de gebieden voor glastuinbouw (zoals weergegeven op kaart 2) wijzen geen bestemmingen aan die nieuwvestiging van agrarische bedrijven met glastuinbouw mogelijk maken en bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij bestaande volwaardige glastuinbouwbedrijven een oppervlakte van ten hoogste 2 hectare aan kassen per bedrijf mogelijk wordt gemaakt.

Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op een bestemmingsplan voor gronden gelegen binnen het bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard in de gemeente Ridderkerk, voor zover het gaat om glastuinbouw als extra bouwlaag boven bedrijfsbebouwing. Lid 4 glas voor glas
In afwijking van het bepaalde in lid 3 kan een bestemmingsplan bepalingen bevatten die erin voorzien dat bij een bestaand volwaardig glastuinbouwbedrijf een oppervlakte van meer dan 2 hectare kassen per bedrijf wordt mogelijk gemaakt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. tegenover de uitbreiding van de bestaande oppervlakte van de kassen staat ofwel in gelijke mate de duurzame sanering van bestaande kassen elders buiten de op kaart 2 aangeduide gebieden voor glastuinbouw ofwel een combinatie van duurzame sanering van bestaande kassen en een financiële bijdrage in een (inter)gemeentelijk kwaliteitsfonds waarbij het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub a, onder viii, ix en x van toepassing is en waarbij voor ten hoogste 1 ha glas de sanering mag worden vervangen door een financiële bijdrage;
  2. de ruimtelijke kwaliteit in beide gebieden wordt per saldo verbeterd, waarbij de landschappelijke waarden in het uitbreidingsgebied niet in onevenredige mate worden aangetast;
  3. advies over de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit is nodig van een onafhankelijke landschapsdeskundige;
  4. de kassen op de saneringslocatie zijn opgericht voor 1 januari 2007;
  5. de kassen op de saneringslocatie worden maar één keer meegeteld bij de toepassing van ‘glas voor glas’ zoals bedoeld in dit artikel of de toepassing van ‘ruimte voor ruimte’ zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a, waarbij een combinatie van beide regelingen niet is uitgesloten;
  6. de verplaatsing van het glastuinbouwbedrijf op de uitbreidingslocatie naar een gebied voor glastuinbouw, zoals aangeduid op kaart 2, is geen reële mogelijkheid;
  7. de uitbreidingslocatie is op de functiekaart van de provinciale structuurvisie aangeduid als ‘agrarisch landschap’ én
  8. de belangen van andere functies in de omgeving van de uitbreidingslocatie worden niet in onevenredige mate geschaad.
Lid 5 duurzame glastuinbouw
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen de op kaart 2 aangegeven gebieden voor glastuinbouw dienen in de toelichting een paragraaf te bevatten waarin wordt aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met duurzaamheidsaspecten. Lid 6 ladder voor duurzame glastuinbouw
Bestemmingsplannen die voorzien in nieuwe of in uitbreidingen van bestaande glastuinbouw met een oppervlakte van ten minste vijf hectare aan aaneengesloten percelen, moeten in de toelichting een verantwoording bevatten waarin de behoefte aan het gebruik van nieuwe gronden voor glastuinbouw als gevolg van de vervangings- en uitbreidingsvraag wordt onderbouwd. Ook moet worden onderbouwd waarom in deze behoefte niet kan worden voorzien door herstructurering of intensivering van elders in de betrokken regio gelegen bestaande glastuinbouwgebieden. Lid 7 agrarische bedrijven buiten de boom- en sierteeltgebieden
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten het boom- en sierteeltgebied (zoals weergegeven op kaart 2), wijzen geen bestemmingen aan die nieuwvestiging van agrarische bedrijven met boom- en sierteelt mogelijk maken en bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij bestaande volwaardige boom- en sierteeltbedrijven een oppervlakte tot hoogstens 300 m² aan kassen per bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Lid 8 boom- en sierteelt binnen het boom- en sierteeltgebied
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het concentratiegebied voor de boom- en sierteelt (zoals weergegeven op kaart 2) bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij volwaardige boom- en sierteeltbedrijven maximaal 1/3 van het bedrijfsoppervlak mag worden gebruikt voor kassen. Lid 9 boom- en sierteelt op het PCT-terrein Boskoop
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het op kaart 2 aangeduide boom-en sierteeltgebied PCT-terrein, bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij volwaardige boom- en sierteeltbedrijven die gespecialiseerd zijn in de teelt in pot en container maximaal 50% van de beteelbare oppervlakte mag worden bebouwd met kassen. Lid 10 bollenteelt
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het bollenteeltgebied (zoals weergegeven op kaart 2) bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij volwaardige bollenteeltbedrijven een oppervlakte aan kassen van hoogstens 3.000 m² per bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Lid 11 nevenactiviteiten
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontour (zoals aangegeven op kaart 1) kunnen bestemmingen aanwijzen die het mogelijk maken om bij agrarische bedrijven nevenactiviteiten te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld zorg, minicampings en overige agro-gerelateerde voorzieningen. Dit onder de volgende voorwaarden:
  1. het oprichten van bebouwing of het aanbrengen van verharding voor de nevenactiviteit is in beperkte mate mogelijk binnen het agrarisch bouwperceel;
  2. de agrarische functie blijft de hoofdfunctie van het bedrijf;
  3. er mogen geen belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven worden veroorzaakt én
  4. de nevenactiviteit mag de verkeersafwikkeling niet onevenredig belasten.