direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene bouwregels
Plan: Gouweknoop, grondgebied Waddinxveen
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2010x0013026IP-VA01

Artikel 12 Algemene bouwregels

12.1 Rangorde bij meerdere dubbelbestemmingen

Voor zover meerdere dubbelbestemmingen zijn aangegeven geldt de volgende rangorde tussen de onderscheiden dubbelbestemmingen:

12.2 Wegverkeerslawaai/ Railverkeerslawaai/ Industrielawaai

De bouw van geluidsgevoelige objecten is uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen of de op basis daarvan verleende hogere waarden.

12.3 Ondergronds bouwen
12.3.1 Toepassing

De regels van dit plan zijn van overeenkomstige toepassing op ondergrondse bouwwerken. Bij het berekenen van de blijkens de ter plaatse van de aanduiding geldende of in de regels opgenomen bebouwingspercentages of het maximaal te bebouwen grondoppervlak wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.

12.3.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3.1 ten behoeve van ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van kelders bedraagt ten hoogste 10 cm beneden peil;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens en de openbare weg bedraagt ten minste 1 m, met dien verstande dat in geval van kelderbouw in belendende percelen in de zijperceelgrens mag worden gebouwd;
  • c. kelders mogen niet worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel.

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

12.4 Veiligheidszone - leiding 1 (gas dichtst bij de leiding)
12.4.1 Verbod

Binnen de voor aangegeven aanduiding "veiligheidszones - leiding 1" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid 1.53 artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.

12.4.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.4.1 indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.4 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico;

Alvorens een omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

12.5 Veiligheidszone - leiding 2 (gas)
12.5.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszones - leiding 2” mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid 1.15 en 1.53 van artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.

12.5.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.5.1 indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.5 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.

Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Op de voorbereiding van omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

12.6 Veiligheidszone - leiding 3 (brandstof)
12.6.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - leiding 3" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie 1.53 artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.

12.6.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.6.1 archeologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de onder 12.6 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.
Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

12.7 Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen 1 (zowel spoor als weg)
12.7.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - vervoer gevaarlijke stoffen" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie 1.53 artikel 1 Begrippen ) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.

12.7.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.7.1, indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen aan de vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten van binnen de onder 12.7 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.

Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

12.8 Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen 2 (zowel spoor als weg)
12.8.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - vervoer gevaarlijke stoffen" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid 1.53, artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.

12.8.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.8.1, indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen aan de vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.8 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.

Alvorens omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen met betrekking tot de veiligheidsaspecten, dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet algemene omgevingsrecht van toepassing.