Plan: | Gouweknoop, grondgebied Waddinxveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9928.DOSx2010x0013026IP-VA01 |
De voor "Leiding" aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een (ondergrondse) hogedruk aardgastransportleiding (12", 40 bar) met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor zover ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 9.1.1 tevens de bestemming "Waarde - Archeologie" is gegeven, zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden en is het bepaalde in artikel 10 van toepassing.
Op de in lid 9.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in lid 9.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de in lid 9.1.2 bedoelde (secundaire) bestemmingen, waarbij het bepaalde in de bouwregels van de onderscheiden bestemmingen van overeenkomstige toepassing is.
Deze bouwwerken mogen slechts worden opgericht voor zover de leidingbelangen zulks gedogen. Een omgevingsvergunning voor het afwijken kan slechts worden verleend indien binnen de in lid 9.1.1 bedoelde bestemming geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen zullen burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij de leidingbeheerder.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 13(Algemene Bouwregels) van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de navolgende andere werken en/ of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 9.5.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden aan de gronden waarbij geen schade kan worden toegebracht aan de leidingen en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.5.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/ of werkzaamheden geen schade kan worden toegebracht aan de leidingen en een afweging van de in het geding zijnde belangen, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
Bij de het verlenen van de vergunning zullen de afwegingsaspecten als bedoeld in lid 17.2van artikel 17 (Toetsingskader ontwikkelingen) in de belangenafweging worden betrokken.
Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.5.1 wordt door burgemeester en wethouders over de leidingbelangen schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de in lid 9.1.1 bedoelde bestemmingsvlakken aan te passen, toe te voegen of te verwijderen met inachtneming van het onderstaande:
De wijziging kan alleen worden toegepast:
Alvorens toepassing te geven aan deze regels dienen burgemeester en wethouders vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de leidingbeheerder.
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening.