direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Gouweknoop, grondgebied Waddinxveen
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2010x0013026IP-VA01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Hoofdbestemming

De "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende bouwwerken, erven, tuinen, parkeervoorzieningen en water(berging).

7.1.2 Medebestemming

Voor zover tevens de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" is gegeven, zijn de gronden primair bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden en is het bepaalde in artikel 10 van toepassing (zie ook lid 12.1 van de artikel 12 Algemene bouwregels).

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. de woningen uitsluitend mogen worden opgericht binnen de aangegeven bouwvlakken, waarbij
    • 1. per bouwvlak ten hoogste één vrijstaande woning mag worden gebouwd;
    • 2. indien op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan reeds sprake is van meer woningen mag het bestaande aantal niet worden vergroot;
  • b. van iedere woning:
    • 1. de inhoud ten hoogste 750 m3 mag bedragen;
    • 2. de goothoogte ten hoogste 4,5 m mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte ten hoogste 8 m mag bedragen;

Indien ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan een ruimere maatvoering geldt, in afwijking van het bovenstaande, de bestaande maatvoering als maximum;

  • c. bij iedere woning bijgebouwen en/of overkappingen mogen worden gebouwd, waarbij:
    • 1. de gezamenlijke grondoppervlakte ten hoogste 50 m2 mag bedragen;
    • 2. de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen ten hoogste gelijk mag zijn aan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m en de goot bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen ten hoogste 4,5 m mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte ten hoogste 8 m mag bedragen;

Indien ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan een ruimere maatvoering geldt, in afwijking van het bovenstaande, de bestaande maatvoering als maximum;

  • d. bij het oprichten van bebouwing dient het bepaalde in artikel 12 (Algemene bouwregels) in acht te worden genomen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
      • lid 7.2 onder c sub 1 voor de bouw van bijgebouwen tot een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 75 m2 op voorwaarde, dat het buiten het bouwvlak gelegen perceelsgedeelte voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd;
      • in lid 7.2 onder c voor de bouw van een werkruimte voor een aan huis gebonden beroep op voorwaarde dat de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 50 m2 zal bedragen, waarbij overigens het bepaalde in lid 7.2 onder d van overeenkomstige toepassing is;
    • 1. bij toepassing van deze regels kunnen nadere voorwaarden worden gesteld ten aanzien van:
      • het aantal te realiseren (aanvullende) parkeervoorzieningen indien de functie van een perceel en het gebruik daartoe aanleiding geeft waarbij aansluiting wordt gezocht bij de het gemeentelijke parkeerbeleid (Verkeers- en Vervoersplan) / de richtlijnen als opgenomen in het ASVV II van het CROW;
      • de situering van parkeervoorzieningen waarbij geëist kan worden dat een uit verkeersveiligheidsoogpunt een zo optimaal mogelijke inrichting wordt gerealiseerd.
  • b. Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor het afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Algemeen

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 13(Algemene Gebruiksregels) van toepassing.

7.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 13.2 (Algemene Gebruiksregels) is niet van toepassing op het medegebruik van de woning voor beroepsmatige werkruimte voor aan huis gebonden beroepen, op voorwaarde, dat:

  • 1. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • 2. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van de bedrijfsruimte op het perceel niet meer bedraagt dan 50 m2.