Maatregelen Kierbesluit en Deltanatuur Bernisse

3.4 Natuur

Zoetwaterkanaal
In de open polders in het zuiden van het plangebied is bijzondere flora slechts sporadisch aanwezig, wat samenhangt met de voedselrijke kleibodem in combinatie met het intensieve agrarische grondgebruik. In het algemeen geldt dat de natuurwaarden afnemen, naarmate de voedselrijkdom toeneemt.

In de agrarische gebieden komen met name algemene soorten voor. Soorten als patrijs, kievit, graspieper en kneu zijn in lage dichtheden aanwezig. Het open agrarische gebied wordt gebruikt door voedselzoekende ganzen, waaronder kolgans en brandgans. De ganzen eten overdag oogstresten, gras en wintergewassen en slapen op de Beninger Slikken of langs het Haringvliet en het Spui.

Deltanatuur
De polder Zuidoord maakt deel uit van het Habitatrichtlijngebied Haringvliet en is in de huidige situatie volledig in agrarisch gebruik. In de nota Ecologische Verbindingszones (1998) is een verbindingszone opgenomen, die langs de westzijde van de Spui loopt: De Spuigorzen Zuid. Deze verbindingszone biedt herstelmogelijkheden voor de populaties van de Noordse woelmuis, dwergmuis, dwergspitsmuis, grote roodoogjuffer en watersnuffel.

De sloten in het plangebied vormen een potentieel leefgebied voor de bittervoorn. Het plangebied wordt gebruikt als foerageergebied voor de brandgans, de kolgans en enkele andere vogelsoorten. Met name de grasgorzen op de Beninger slikken zijn van belang voor de instandhouding van de ganzensoorten in het Haringvliet, maar ze foerageren ook op akkers en graslanden binnendijks. De staat van instandhouding van genoemde ganzensoorten in het Haringvliet is gunstig. In Nederland zijn deze soorten de afgelopen decennia sterk toegenomen. In de omgeving is een groot areaal aan akkers aanwezig waarop de ganzen eveneens foerageren. Mogelijk broeden in het plangebied enkele paren van de kwalificerende soorten blauwborst en rietzanger (bron: Voortoets Spuimonding West).

Het zoetwaterkanaal en polder Zuidoord maken geen deel uit van de door de overheid aangewezen ganzenfoerageergebieden.