direct naar inhoud van 3.3 Landschap, cultuurhistorie en archeologie
Plan: Maatregelen Kierbesluit en Deltanatuur Bernisse
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2009x0001785IP-OW01

3.3 Landschap, cultuurhistorie en archeologie

Zoetwaterkanaal
De eerste bewoners van dit eilandengebied beschermden zich door het aanleggen van kades tegen het water. In de late Middeleeuwen zag men zich door de stijgende zeespiegel genoodzaakt om op grotere schaal dijken aan te leggen. Kenmerkend voor de vroege polders, die opwassen worden genoemd, is de min of meer ronde vorm.

In de Romeinse tijd was Voorne-Putten, en evenzeer het grondgebied van de gemeente Bernisse, intensief bewoond. Het "Romeinse" Voorne-Putten zal vooral een agrarisch karakter hebben gehad. De klei- en veengronden werden intensief geëxploiteerd vanuit vele tientallen boerderijen: akkerbouw en veeteelt. Alleen al binnen de gemeente Bernisse zijn ruim 55 vindplaatsen bekend uit de Romeinse tijd. Het gaat vooral om nederzettingen, boerderijen. Maar ook zijn sloten, dammen en duikers / sluisjes bekend, waarmee de waterhuishouding werd beheerd. Het land werd gedraineerd, waardoor de landbouw geïntensiveerd kon worden.

Het gebied is in het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Bernisse aangewezen als gebied met een redelijke tot hoge trefkans op archeologische sporen. Inmiddels heeft er voor het tracé van het zoetwaterkanaal nader archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Uit dit archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen aantoonbare archeologische waarden aanwezig zijn.

Deltanatuur
Aan de buitenzijde van de dijken sedimenteerde slib en als deze 'aanwassen' voldoende hoogte hadden bereikt, werd er een nieuwe dijk omheen gelegd. Hierdoor hebben de aanwaspolders vaak meer een schilvorm. De later ingepolderde aanwassen aan de buitenzijde van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden liggen vaak hoger dan het kerngebied. Polder Biert ligt ongeveer op 1,5 m beneden NAP. De aanwaspolders van Spuimonding-West liggen op een hoogte van ongeveer 0,5 m boven NAP.

Polder Zuidoord is rond 1810 ingepolderd en in agrarisch gebruik genomen. Na de inpoldering is de huidige bewoning tot stand gekomen.

De boerderij aan de noordkant van het plangebied stamt uit 1911 en is door de gemeente Bernisse aangewezen als gemeentelijk Monument. De voorliggende waterkering is van landschappelijke waarde omdat de dijk een duidelijke lijn in het landschap vormt. Deze waardering geldt voor een groot deel van de dijken op Voorne Putten en Hoeksche Waard.

Het gebied is in het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Bernisse aangewezen als Archeologisch waardevol gebied E. Dat betekent dat het een gebied is met een lage trefkans op archeologische sporen. De dijken zijn aangewezen als historisch-landschappelijke lijnen met redelijk hoge waarde. De Zuidoordsedijk aan de westzijde van het plangebied is aangewezen als historisch-landschappelijke lijn met hoge waarde.