Deel 1 Toelichting op de herziening structuurvisie en verordening t.b.v. de herijking EHS
Vernieuwingen natuurontwikkeling Zuid-Holland: kwaliteit in plaats van kwantiteit
De afgelopen tweeënhalf jaar hebben het Rijk en de provincies een grote omwenteling teweeggebracht in het denken over natuurontwikkeling in Nederland. Deze ontwikkeling werd uitgelokt door een verandering van het Rijksbeleid, bij het aantreden van het kabinet Rutte I. De wens en noodzaak ontstonden om te bezuinigen op natuur en recreatie en tegelijkertijd het beleidsterrein natuur te decentraliseren naar de provincies. De bezuinigingen zetten druk op de wijze waarop de natuurontwikkeling in Nederland tot nu toe werd aangepakt. De EHS moest compacter, met minder middelen en een langere realisatietermijn. Dit heeft geleid tot de herijkte EHS. Eind januari 2013 is de omvang en de ligging van de herijkte EHS door Provinciale Staten van Zuid-Holland vastgesteld. Met de geleerde lessen uit de ILG-periode ontstaan echter kansen om nieuwe wegen in te slaan, waarmee op innovatieve wijze en met een grotere betrokkenheid van stakeholders in de gebieden, verder wordt gewerkt aan de realisatie van een herijkte, maar toch robuuste EHS voor Nederland. Tot voor kort werd meer de nadruk gelegd op verwerving en inrichting van natuurgebieden en is in de loop der tijd de waarom-vraag van de Ecologische Hoofdstructuur naar de achtergrond verdwenen. Hierdoor was er minder oog voor de outcome-factoren. Het oog moet nu weer terug op de bal: het tot stilstand brengen van de teruggang van de biodiversiteit in Nederland. De uitdaging daarbij is te zorgen dat met de beschikbare middelen de EHS kan worden gerealiseerd.

De Realisatiestrategie EHS, vastgesteld door GS op 19 april jl. en besproken door de Commissie Groen en Water op 10 april 2013, volgt hierbij de beleidsmatige kaders die zijn neergezet in de Beleidsvisie Groen.

In deze Realisatiestrategie EHS wordt het pad beschreven dat de provincie denkt te lopen richting de eindambitie om in de periode tot 2027 de internationale doelen op haar grondgebied te gaan halen. De belangrijkste kaders zijn de focus op natuur- en waterkwaliteit en het gegeven dat doel en middelen in balans blijven. Uiteindelijk is de realisatiestrategie er op gericht om bij het bereiken van het einddoel - een voltooide EHS - volledig ‘in control’ te zijn.

Planologische vertaling van de herijkte EHS
Nu ligt voor de planologische verankering van de ruimtelijke effecten van de beleidswijzigingen EHS in de Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte. Na vaststelling van de herziening van de structuurvisie en verordening door GS en bespreking door de Commissie Groen en Water, worden de voorstellen vrijgegeven voor inspraak. Een deel van de wijzigingen heeft daarbij een inhoudelijker karakter, andere wijzigingen zijn meer van technische aard. Daarnaast is het beleid met betrekking tot de ecologische verbindingen gewijzigd.
Hieronder zullen de voorgestelde wijzigingen worden besproken. De inhoudelijke wijzigingen hebben vooral betrekking op de gewijzigde inzichten in de realisatie van de EHS en de strategie waarlangs de provincie nu haar doelen wil bereiken. Zoals aangegeven worden daarbij de gebieden/regio’s nadrukkelijk betrokken. Deze gebiedsprocessen zijn voor de gebieden Krimpenerwaard en in Gouwe Wiericke / De Venen inmiddels begonnen waarbij in constructief overleg wordt gewerkt aan een gebiedsspecifieke aanpak. De gebieden vragen daarbij flexibiliteit om de door de provincie meegegeven kaders te vertalen naar een invulling die recht doet aan de realisering van de provinciale doelen aan de ene kant en de planologisch en financiële mogelijkheden van de regio aan de andere kant. Daarom worden op dit moment de contouren van de EHS per regio vrijgegeven voor de inspraak. Parallel lopen de gebiedsprocessen en wordt de invulling van de contour concreter. Bij de definitieve vaststelling, in november, worden de definitieve gebiedsvoorstellen dan meegenomen. Hetzelfde geldt voor het advies van de 'Groene Partners'. Dit kan ook leiden tot wijzigingen in de hectare-ambities, vooropgesteld dat de beoogde doelen daarbij haalbaar blijven.
Met de herziening van de PSV en de verordening ruimte wordt de realisatiestrategie EHS, die uitgaat van meer eigen verantwoordelijkheid van gebiedspartijen en focus op doelrealisatie in plaats van functieverandering, van de noodzakelijke instrumenten voorzien. De essentie van de wijziging van het ruimtelijk instrumentarium is dat de provincie de buitenste contouren van de EHS vastlegt en daarbinnen zorgt voor bescherming van de te ontwikkelen en bestaande kwaliteiten. Het maakt niet meer uit via welke functie of bestemming de beoogde kwaliteiten bereikt worden. Indien functieverandering nodig is zal het bestemmingsplan dit mogelijk moeten maken.

Inhoudelijke wijzigingen
  1. Afwikkeling juridische verplichtingen die niet bijdragen aan de realisering van de internationale doelen op het gebied van de Kaderrichtlijn Water of Natura 2000.
    Deze gebieden zijn in de Beleidsvisie Groen aangeduid als 'in onderzoek bij gebiedspartijen'. De juridische verplichting is in overleg met betrokken partijen afgewikkeld zonder dat dit ten koste gaat van de dekkingsmiddelen voor de EHS.

    De volgende (deel)gebieden EHS komen daardoor alsnog te vervallen: Duivenvoorde, restopgave Zuidpolder van Delfgauw, EHS-deel Oranjebuitenpolder, Noordbovenpolder, restopgave Welvliet, restopgave Vierambachtenboezem en restopgave Middelweg-Noord.
  2. Opnemen van een 'strategische reservering natuur' voor gebieden waarvan de realisatie voorzien is na 2021.
    In de Realisatiestrategie EHS is aangegeven dat de financiële onderbouwing van de ontwikkelopgave een aantal onzekerheden kent. De realisatie van de gebieden na 2021 is afhankelijk van het succesvol implementeren van de realisatiestrategie. Deze gebieden worden via de Verordening Ruimte beschermd, waarmee invulling wordt gegeven aan het gestelde in motie 329 over planologische bescherming van voormalige EHS-gebieden. De gebieden 'strategische reservering natuur' krijgen pas de status van EHS als (in 2021) duidelijk is dat er voldoende financiële middelen zijn voor de uitvoering. De gebieden zijn volledig voor de agrarische functie te gebruiken, planologisch wordt voorkomen dat andere functies kunnen worden gerealiseerd die leiden tot waardevermeerdering ten opzichte van de agrarische functie.
Technische wijzigingen
  1. Projecten waarvan in de beleidsvisie is aangegeven dat deze niet nodig zijn voor de realisatie van de internationale doelen of het nakomen van juridische verplichtingen worden uit de EHS genomen (deze vervallen gebieden worden op de kaart van de PSV aangegeven).
    Een uitzondering van deze categorie betreffen landbouwgronden in Uiterwaarden en landbouwgronden die onderdeel uitmaken van een landgoed. Deze gronden behouden in de voorstellen de status van EHS en zijn daarom niet opgenomen als wijzigingen op de kaart. Genoemde gronden blijven een agrarische functie behouden, en zullen niet verder ontwikkeld worden. Voor de eigenaren verandert er niets.
  2. De tweede technische wijziging heeft betrekking op 'belangrijke weidevogelgebieden’ die nu in de voorstellen buiten de EHS begrenzing komen te liggen of de aanduiding ‘strategische reservering’ krijgen. Nu de EHS bescherming vervalt, komt de aanduiding 'belangrijk weidevogelgebied' ervoor terug. Met andere woorden het doel was én blijft ‘belangrijk weidevogelgebied’ en behoud zo haar bescherming. Dit geldt ook voor een deel van een ex-recreatieproject, in Polder Oud-Schuddebeurs op Putten.
  3. Een laatste technische wijziging heeft betrekking op het samenvoegen van de EHS-categorieën 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur' en 'overige nieuwe natuur'. De nieuwe aanduiding wordt 'bestaande en nieuwe natuur'.
    Dit betreft een vereenvoudiging om binnen de (genoemde) gebiedsprocessen flexibiliteit te creëren om te bepalen waar, welke functie komt. Het bestemmingsplan zal dit uiteindelijk moeten bepalen.
    Aanvullend zijn er nog een tweetal redenen te noemen waarom deze wijziging plaatsvindt. In de eerste plaats is het de bedoeling dat volledige schadeloosstelling en onteigening voor nog te realiseren nieuwe natuur niet generiek maar slechts als maatwerk wordt toegepast. In de tweede plaats krijgt naar verwachting een deel van de nog te realiseren nieuwe EHS geen positieve natuurbestemming omdat ook natuurwaarden binnen de begrenzing van de EHS kunnen worden gerealiseerd door andere functies, bijvoorbeeld door afspraken over nieuwe vormen van agrarisch natuurbeheer.
Herziening ecologische verbindingen
Ten slotte bevat de herziening van de structuurvisie eveneens voorstellen voor de herziening van de ecologische verbindingen, met andere woorden, welke ecologische verbindingen vervallen respectievelijk welke komen er bij.

Ecologische verbindingen zijn nodig om de EHS als een netwerk te laten functioneren. Toch is er aanleiding om ook de ecologische verbindingen te herijken. Doordat delen van de EHS en RodS komen te vervallen, verliezen sommige verbindingen hun betekenis of worden zeer moeilijk te realiseren. Ook het wijzigen van de natuurdoelen maakt voor sommige verbindingen verschil: doordat in de Krimpenerwaard nu grotendeels wordt gekozen voor weidevogeldoelen, zijn de verbindingen naar het Bentwoud minder zinvol geworden en kan daar een deel van vervallen. De nu voorgestelde verbindingen zijn noodzakelijk voor het goed functioneren van de kerngebieden EHS.

Aan de andere kant zijn een aantal verbindingen weer op kaart teruggekomen nadat ze eerder van de EHS-kaart waren gehaald. Door het vervallen van bijvoorbeeld de Groene Ruggengraat is er een hernieuwde noodzaak om eerder vervallen verbindingen weer op de kaart terug te plaatsen.

Alle ecologische verbindingen die gerealiseerd zouden worden door de uitvoering van de programma's EHS, Deltanatuur, Groene Ruggengraat, RodS of Ruimte voor de Rivier waren eerder al van de EHS-kaart gehaald. Daarom is voor een aantal verbindingen bekeken of ze in aanmerking komen om nu weer opgenomen te worden als ecologische verbinding om daarmee een - weliswaar bescheidener - netwerk te kunnen ontwikkelen. Vermeld dient te worden dat het netwerk ecologische verbindingen een andere ambitie heeft dan de (voormalige) Groene Ruggengraat. De Groene Ruggengraat vormde een nationale, robuuste natuurverbinding tussen de Zeeuwse Delta en het Lauwermeer. De Groene Ruggengraat sloot aan op het provinciale netwerk van de ecologische verbindingen maar diende eveneens bovenregionale doelen. Bij het aantreden van het Kabinet Rutte I is de Groene Ruggengraat geschrapt.

Bovenstaande leidt tot aanpassingen:
  • in paragrafen 3.4.2, 4.4.1 en 4.8.4 van de structuurvisie alsmede op kaart 4.8.4 en de functiekaart;
  • in artikel 5 van de verordening en de toelichting op dat artikel alsmede op kaart 3 van de verordening;
  • in artikel 23 van de verordening.