direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Zuidwestelijke Randweg-N207
Status: onherroepelijk
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2009x0000121IP-OH01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De als Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, beheer, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikte:

  • c. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. bouwwerken tot een maximale hoogte van 1,5 meter waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m².
4.3 Specifieke gebruiksregel

Onder strijdig gebruik wordt binnen deze bestemming in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van de binnen de bestemming gelegen gronden voor intensieve vormen van recreatie, waaronder kamperen.

4.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
    • 2. het veranderen en dempen van waterlopen;
    • 3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 50 m²;
    • 4. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief en educatief medegebruik;
    • 5. het aanleggen van leidingen.
  • b. Het in 4.4. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en/of normale exploitatie betreffen, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.
  • c. De in 4.4 genoemde aanlegvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en de vergunning uit oogpunt van een goede waterhuishouding aanvaardbaar is.