Visie op Zuid-Holland - verordening Ruimte, actualisering 2012 | |
Status | vastgesteld |
IDN | NL.IMRO.9928.DOSx2011x0012858VO-VA01 |
Plantype | provinciale verordening |
Plandatum | 30-01-2013 |
Verwijderd:Toelichting artikel 3 Ontheffingen van de regels voor het gebied buiten de bebouwingscontour
ontheffing verbetering ruimtelijke kwaliteit (lid 1)
In dit artikel zijn uitzonderingen opgenomen van de bepalingen voor het gebied buiten de bebouwingscontouren die alleen kunnen worden toegestaan na ontheffing door Gedeputeerde Staten. De provincie stelt zich op het standpunt dat toepassing alleen aan de orde kan zijn, als per saldo de ruimtelijke kwaliteit verbetert door fysieke compensatie, eventueel aangevuld met financiële compensatie. Daartoe is een ontheffingsbepaling opgenomen.
Gedeputeerde Staten kunnen gebruik maken van deze ontheffing indien de voorgenomen ontwikkeling gepaard gaat met sanering van bebouwing of investeringen in de kwaliteit van landschap, natuur, water en recreatie. Concreet gaat het daarbij om de volgende ontwikkelingen.
In voorkomende gevallen kan behalve fysieke compensatie ook financiële compensatie een rol spelen. De regeling voor financiële compensatie is opgenomen in art 2 lid 2 sub a. De voorwaarden dat minstens 50 % fysiek moet worden gesloopt (viii) én de voorwaarde dat de financiële compensatie slechts wordt ingezet om het aantal woningen naar boven af te ronden (xi) gelden in dit geval uiteraard niet. Financiële compensatie is in ieder geval vereist bij het toevoegen van woningen op lege plekken in een bebouwingslint.
Voor zover andere bepalingen in de verordening van toepassing zijn, bijvoorbeeld de noodzaak van een beeldkwaliteitsparagraaf bij een bestemmingsplan voor het buitengebied, blijven deze bepalingen onverkort van toepassing.
ontheffing omvangrijke intensieve dagrecreatie (lid 2)
Deze ontheffingsregeling maakt het mogelijk omvangrijke intensieve dagrecreatie te vestigen of uit te breiden in het gebied buiten de bebouwingscontouren. Voorbeelden: een wellnesscenter, een jachthaven, de uitbreiding van een skihal.
Gedeputeerde Staten kunnen gebruik maken van deze ontheffing indien de voorgenomen ontwikkeling gepaard gaat met sanering van bebouwing of investeringen in de kwaliteit van landschap, natuur, water en recreatie. Concreet gaat het daarbij om de volgende ontwikkelingen.
Maatwerk en gebiedsgerichte toepassingen van ’ruimte voor ruimte’, in situaties waarbij de basisregeling zoals opgenomen inartikel 2van de verordening en die rechtstreeks door gemeenten kan worden toegepast, niet voldoet. Het moet dan wel gaan om ontwikkelingen waarbij per saldo sprake is van een substantiële vermindering van de hoeveelheid bebouwing en een forse verbetering van de omgevingskwaliteit.Toepassingen van ‘rood voor groen’, vooral in situaties waarbij sprake is van aanpak van verrommeling of een lage omgevingskwaliteit, bijvoorbeeld door sanering van een bedrijventerrein met verharding en opslag in de open lucht. Anders dan bij ‘ruimte voor ruimte’ hoeft er geen sprake te zijn een substantiële vermindering van de bebouwing, maar moet er naast sanering van een terrein met lage omgevingskwaliteit tevens sprake zijn investeringen in landschap, natuur of water. Een voorbeeld van mogelijke toepassing is de sanering van voormalige bedrijventerreinen langs de Waal in Barendrecht, waarbij de oever openbaar toegankelijk wordt gemaakt.Maatwerk bij de ontwikkeling van nieuwe landgoederen, in situaties waarbij de basisregeling zoals opgenomen inartikel 2van de verordening en die rechtstreeks door gemeenten kan worden toegepast, niet voldoet.‘Landelijk wonen’, als variant van ‘rood voor groen’. In de voormalige streekplannen RR2020 (Provinciale Staten, 12 oktober 2005) en Zuid-Holland West (7e herziening, Provinciale Staten, 7 januari 2008) zijn opgaven benoemd voor ‘landelijk wonen’ respectievelijk ‘wonen in het groen’. Het gaat om de ontwikkeling van landelijke woonmilieus in combinatie met het versterken van onder andere ecologische, landschappelijke en recreatieve waarden. De zoeklocaties voor ‘landelijk wonen’ zijn indicatief aangeduid op de functiekaart van de provinciale structuurvisie. Enkele kleinere locaties zijn niet opgenomen op de functiekaart van de provinciale structuurvisie, maar worden wel genoemd in de tekst van het voormalige streekplan RR2020 (Oranjebuitenpolder, Hoekse Park, Schieveen, Schiezone en Zuidland). De ontheffingsregeling kan ook voor deze kleine locaties worden toegepast.Toevoegen van woningen op lege plekken in een bebouwingslint, daar waar dit bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In sommige gevallen is het bouwen van een woning tussen de bestaande lintbebouwing niet bezwaarlijk. De voorwaarde dat bij voorkeur geclusterd gebouwd moet worden, aansluitend op bestaande bebouwingsstructuren (voorwaarde c) wordt in dit geval ingevuld door er voor te zorgen dat bij het opvullen van de lege ruimte in het lint de nieuwe bebouwing voor wat betreft breedte, volume, situering ten opzichte van de bestaande bebouwing en zichtlijnen etc. in te passen valt.Combinaties of varianten van voornoemde toepassingen. De formulering van de ontheffingsregeling biedt ruimte aan creatieve oplossingen ter verbetering van de omgevingskwaliteit.
Voor zover andere bepalingen in de verordening van toepassing zijn, bijvoorbeeld de noodzaak van een beeldkwaliteitsparagraaf bij een bestemmingsplan voor het buitengebied, blijven deze bepalingen onverkort van toepassing.