Artikel 5 Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
Lid 1 bestaande natuur, prioritaire nieuwe natuur en waternatuurgebied
Bestemmingsplannen voor gronden die op kaart 3 zijn aangeduid als bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur of als waternatuurgebied wijzen bestemmingen aan die de natuurfunctie rechtstreeks mogelijk maken en beschermen tegen significante aantastingen van de wezenlijke kenmerken en waarden. Bestaande bebouwing, erven, tuinen en wegen met een gesloten verharding kunnen overeenkomstig het huidige gebruik worden bestemd. Lid 1a afwijkingsmogelijkheid herijking EHS
Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op een bestemmingsplan voor gronden die zijn aangewezen voor prioritaire nieuwe natuur, maar waarvan de financieel-economische uitvoerbaarheid niet is verzekerd. Voor deze gevallen gelden de in lid 2 genoemde voorwaarden. Lid 2 overige nieuwe natuur, zoekgebied of ecologische verbinding
Bestemmingsplannen voor gronden die op kaart 3 zijn aangeduid als overige nieuwe natuur, zoekgebied of ecologische verbinding wijzen geen bestemmingen aan die de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden significant beperken. Lid 3 herbegrenzing EHS om niet logische redenen ten behoeve van een kleinschalige ontwikkeling
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de Ecologische Hoofdstructuur, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 en aangeduid op kaart 3, te herbegrenzen ten behoeve van een kleinschalige ontwikkeling en voor zover:
  1. de aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden en van de samenhang van de Ecologische Hoofdstructuur beperkt is;
  2. de Ecologische Hoofdstructuur in het desbetreffende gebied kwalitatief of kwantitatief wordt versterkt;
  3. de oppervlakte van de Ecologische Hoofdstructuur ten minste gelijk blijft;
  4. de voorgenomen ontwikkeling zorgvuldig is onderbouwd en alternatieven zijn afgewogen én
  5. maatregelen worden voorgenomen die een bij de wezenlijke kenmerken en waarden passende goede landschappelijke inpassing borgen.
Verwijderd: Lid 4 specifieke ontheffing EHS bij groot openbaar belang
Gedeputeerde Staten kunnen op basis van het 'nee, tenzij' principe ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 en 2 en daarbij zonodig de Ecologische Hoofdstructuur zoals aangeduid op kaart 3 te herbegrenzen als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. er is sprake van een groot openbaar belang;
  2. er zijn geen reële andere mogelijkheden én
  3. de negatieve effecten worden zoveel mogelijk beperkt en de overblijvende effecten worden gecompenseerd.
Onder 'groot openbaar belang' wordt in ieder geval verstaan de veiligheid, de drinkwatervoorziening, de plaatsing van installaties voor de opwekking van elektriciteit met behulp van wind-, water- of zonne-energie of de plaatsing van installaties voor de opsporing, winning, opslag of het transport van olie en gas.
Lid 4 compensatieregeling
Bij compensatie, zoals bedoeld in artikel 21, lid 2, onder b,lid 4 onder c moeten in ieder geval de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
  1. de compensatie leidt niet tot een nettoverlies van areaal, samenhang en kwaliteit van de wezenlijke kenmerken en waarden;
  2. de compensatie vindt plaats:
    1. aansluitend aan of nabij het aangetaste gebied, met dien verstande dat een duurzame situatie ontstaat;
    2. door realisering van kwalitatief gelijkwaardige waarden of fysieke compensatie op afstand van het gebied als fysieke compensatie aansluitend aan of nabij het gebied niet mogelijk is, of
    3. op financiële wijze als zowel fysiaaeke compensatie als compensatie door kwalitatief gelijkwaardige waarden op korte termijn redelijkerwijs onmogelijk is.
Lid 5 verantwoording effectbeperking en compensatie in toelichting bestemmingsplan
De toelichting van het bestemmingsplan dat de ontwikkeling mogelijk maakt waarvoor ontheffing zoals bedoeld in artikel 21, lid 1 en 2 lid 4 nodig is, bevat een verantwoording over de aard van de effectbeperkende of compenserende maatregelen, de begrenzing van het compensatiegebied, en de wijze waarop die compensatie duurzaam is verzekerd. Lid 6 saldobenadering
In afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 kan een bestemmingsplan een activiteit of een combinatie van activiteiten mogelijk maken die mede tot doel heeft de kwaliteit of kwantiteit van de Ecologische Hoofdstructuur per saldo te verbeteren. Deze saldobenadering is toepasbaar voor zover de activiteit of de combinatie van activiteiten in onderlinge samenhang of in onderlinge samenhang met activiteiten in een ander bestemmingsplangebied tot gevolg heeft dat:
  1. de kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur verbetert, waarbij de oppervlakte van de Ecologische Hoofdstructuur minimaal gelijk blijft of toeneemt, of
  2. het areaal van de Ecologische Hoofdstructuur groter wordt ter compensatie van het gebied dat door de activiteiten verloren is gegaan en daarmee een beter functionerende Ecologische Hoofdstructuur ontstaat.
Dit moet blijken uit een integrale gebiedsvisie die is vastgelegd in de provinciale structuurvisie of een intergemeentelijke structuurvisie.
Lid 7 verantwoording saldobenadering in toelichting bestemmingsplan
De toelichting van een bestemmingsplan die toepassing van de saldobenadering zoals bedoeld in lid 7 lid 6 mogelijk maakt, bevat een verantwoording van de aard, de wijze en het tijdstip van de realisatie van de kwaliteits- of kwantiteitswinst die met de saldobenadering wordt bereikt. Lid 8 herbegrenzing bij saldobenadering door Provinciale Staten
Een besluit tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in lid 7 lid 6 waarvoor de wijziging van de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur nodig is, kan niet worden genomen dan nadat Provinciale Staten hebben besloten van haar bevoegdheid tot herbegrenzing gebruik te maken door wijziging van kaart 3 van de verordening.