Verwijderd: Artikel 3 Ontheffingen van de regels voor het gebied buiten de bebouwingscontouren
Verwijderd: Lid 1 ontheffing verbetering ruimtelijke kwaliteit
Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2 lid 1 voor bestemmingsplannen die nieuwe bebouwing en functies mogelijk maken en die tevens de aanwezige kwaliteiten van landschap, natuur of water duurzaam en fors verbeteren door daarin investeringen te doen (‘rood voor groen’), de duurzame sanering van niet passende bebouwing en functies (‘ruimte voor ruimte’) of de ruimtelijke structuur van bebouwingslinten verbeteren (bouwen in linten).
Hiervoor moet ten minste worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. er worden niet meer woningen of andere functies toegelaten dan noodzakelijk is om de sanering van bestaande bebouwing en functies te realiseren en de investeringen in landschap, natuur of water te realiseren of de ruimtelijke structuur van de bebouwingslinten te verbeteren;
  2. de te saneren bebouwing en functies zijn gerealiseerd voor de peildatum van 1 januari 2007;
  3. de nieuwe bebouwing wordt bij voorkeur geclusterd gebouwd op percelen die aansluiten op bestaande bebouwingsstructuren én
  4. de nieuwe functies brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  5. in voorkomende gevallen wordt financiële compensatie geregeld overeenkomstig art. 2 lid 2 sub a onder ix en x.


Verwijderd: Lid 2 ontheffing omvangrijke intensieve dagrecreatie
Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2, lid 1 voor de vestiging of uitbreiding van omvangrijke intensieve overdekte of openlucht dagrecreatie. Hiervoor moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de functie sluit aan bij en is ondersteunend voor het recreatieve karakter van het gebied;
  2. de locatie is goed bereikbaar;
  3. de ruimtelijke kwaliteit wordt niet in onevenredige mate aangetast;
  4. de bebouwing wordt zoveel mogelijk beperkt en ruimtelijk ingepast;
  5. voor zover de locatie is gelegen in een bufferzone, zoals aangeduid op kaart 4, moeten voor het toelaten van de functie aanwijzingen zijn gegeven in de provinciale structuurvisie;
  6. de natuurwaarden en de biodiversiteit worden niet in onevenredige mate aangetast.