Artikel 6 Bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden
In de toelichting bij het bestemmingsplan wordt met het oog op het voorzien in een aantoonbare, regionaal of intergemeentelijk afgestemde behoefte aan woningbouwlocaties beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de navolgende voorkeursvolgorde:
  1. het voorzien in de behoefte binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied 2010, zoals aangeduid op kaart 4a, door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten;
  2. het voorzien in de behoefte direct aansluitend aan bestaand stads- en dorpsgebied 2010, zoals aangeduid op kaart 4a, op locaties die passend, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

Lid 1 bescherming veenweideverkavelingspatroon
Een bestemmingsplan voor gronden, die op kaart 13 zijn aangeduid als ‘veen(weide)gebied’, bevat regels ter bescherming van het veenweideverkavelingspatroon.
Lid 2 verbod op dempen van sloten
De regels als bedoeld in het eerste lid voorzien in elk geval in een verbod op het dempen van lengtesloten en voor gebieden met een blokverkaveling in een verbod op het dempen van alle aanwezige sloten. Een uitzondering hierop is alleen mogelijk als sprake is van een groot maatschappelijk belang en mits het veenweideverkavelingspatroon niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Lid 3 bescherming graslanden in de Bollenstreek
Een bestemmingsplan voor gronden, die op kaart 14 zijn aangeduid als ‘gebieden met te beschermen graslanden Bollenstreek’, bevat regels ter bescherming van deze graslanden door het uitsluiten van functieverandering.