direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer-2
Plan: Zuidwestelijke Randweg-N207
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2009x0000121IP-VA01

Artikel 6 Verkeer-2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De als Verkeer-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, met niet meer dan 1 x 1 doorgaande rijstroken, alsmede in- en uitritten en de daarbij behorende bermen en taluds;
  • b. landbouwwegen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • f. bruggen voor landbouwverkeer;
  • g. verblijfsgebied, ter plaatse van de aanduiding verblijfsgebied;
6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, onder de volgende regels:

  • a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van bruggen maximaal 1,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van bestaande bruggen en viaducten die niet aan de gestelde maatvoering voldoen, mogen worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot;
    • 3. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 10 meter;
    • 4. de oppervlakte van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 15 m² met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter;
    • 5. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 meter.
6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding Wro-zone wijzigingsgebied, bevoegd de bestemming Verkeer-2 te wijzigen in de bestemming Bedrijf, waarbij geldt dat:

  • a. Gedeputeerde Staten vooraf schriftelijk hebben ingestemd met de alternatieve situering van de keerlus;
  • b. ter plaatse gebouwen zijn toegestaan en wel tot een bouwhoogte van maximaal 12 meter;
  • c. bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat kleinschalige zelfstandige kantoren zijn toegestaan tot een bruto vloeroppervlak van maximaal 750 m² per vestiging;
  • d. er moet worden voorzien in een aanvaardbare milieuzonering ten opzichte van de aangrenzende bestemmingen en milieugevoelige functies;
  • e. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3 van deze planregels.