direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
Plan: Extra Gouwekruising
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2010x0009772IP-VA03

Artikel 11 Algemene wijzigingsregels

11.1 Algemene afwijking bestemmingsgrenzen

Bevoegd gezag is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

  • a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 4 meter, zulks voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 10 (Algemene afwijkingsregels) niet kunnen worden gebouwd;
  • b. een afwijking ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogte van gebouwen, bouwhoogtescheidingslijnen, bouwhoogte van andere bouwwerken, grondoppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanduidingen, eventueel met een overschrijding van de bouwgrenzen, mits deze afwijkingen niet meer bedraagt dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages;
  • c. een vanuit het oogpunt van doelmatig gebruik noodzakelijke afwijking ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogte van gebouwen, bouwhoogtescheidingslijnen, bouwhoogte van andere bouwwerken, grondoppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met een overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens, mits deze afwijkingen meer bedragen dan 10% maar minder dan 20% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages.
11.2 Wijzigen milieu- en veiligheidszones

Bevoegd gezag is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen, ten behoeve van een in het plan geregelde milieu- of veiligheidszone, zoals opgenomen in de bestemming 'Leiding - Gas' waarbij geldt dat:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend mag worden aangewend indien door het treffen van maatregelen (waaronder begrepen het beëindigen van de betreffende milieuhinder c.q. veiligheidsrisico veroorzakende functie) de milieuhinder c.q. het veiligheidsrisico aantoonbaar is verminderd respectievelijk is weggenomen;
  • b. bevoegd gezag in dit verband tevens bevoegd zijn het plan te wijzigen ter voorkoming van vergroting respectievelijk hervestiging van de milieuhinderlijke c.q. risicoveroorzakende activiteit na wijziging.