direct naar inhoud van 4.2 Bodem en water
Plan: Deltanatuur polder Zuidoord Bernisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2009x0001785IP-VA01

4.2 Bodem en water

De inrichting van het plangebied is afgestemd op de getijdynamiek volgens het Kierbesluit. Met een doorstroomopening aan zowel de oostkant van het plangebied als ten zuiden van het plangebied en ruim gedimensioneerde kreken kunnen globaal de volgende nat/droog percentages worden bereikt:

  • 55 % van het gebied wordt intergetijdengebied;
  • 80% van het gebied is nat bij een gemiddeld hoogwater van NAP +0,65 m;
  • 25 % van het gebied is nat bij een gemiddelde laagwaterstand van NAP +0.25m.

De kreken zorgen voor een continue in- en uitstroom van het water. Er is bewust gekozen voor doodlopende, geleidelijk ondieper wordende kreken. Daarmee wordt de dynamiek van opkomend en zakkend water goed zichtbaar aan het eind van de kreken. Voor de ligging van de kreken wordt een aanzet gegeven door het geulenpatroon uit te graven.

afbeelding "i_NL.IMRO.9928.DOSx2009x0001785IP-VA01_0004.jpg"
Afbeelding 4.1: Inrichtingsschets Deltanatuur

Ook worden verlagingen en openingen in bestaande dijken en kaden gemaakt om de stroming van het water in de beginfase richting te geven. Na verloop van tijd zal het water en daarbij de kreekvorming zijn natuurlijke gang door het gebied gaan vinden.

Rondom de boerderij en de woningen wordt een nieuwe waterkering aangelegd. De kering is geprojecteerd ruim achter de woningen langs en moet het omsloten gebied beschermen tegen overstroming. De kering krijgt net als de bestaande kering de status van "voorliggende kering". Vergelijkbaar met de huidige situatie worden zonodig aanvullende maatregelen getroffen om het perceel voldoende droog te houden (pomp of gemaal).