direct naar inhoud van 3.2 Bodem en water
Plan: Deltanatuur polder Zuidoord Bernisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2009x0001785IP-VA01

3.2 Bodem en water

In de polder Zuidoord is (nog) geen onderzoek naar mogelijke verontreinigingen uitgevoerd. In de polder Beningerwaard, ten zuiden van Zuidpolder, is wel een onderzoek uitgevoerd. Gelet op de identieke ontstaansgeschiedenis en het identieke landgebruik als in de polder Beningerwaard, luidt de verwachting dat de bodem van de polder Zuidoord eveneens niet tot hooguit licht verontreinigd zal zijn. Ter plaatse van puinverhardingen kan een sterke verontreiniging niet worden uitgesloten.

De waterhuishouding van polder Zuidoord is in beheer bij het waterschap Hollandse Delta. De polder ligt achter een zogenaamde "voorliggende kering". Het overtollige water in polder Zuidoord wordt via een gemaaltje aan de noordkant van de polder geloosd op het haventje aan het Spui. Bij een watertekort kan op deze locatie ook water worden binnengelaten door het opentrekken van een schuif. In- en uitmalen van water kan via afwatering ter plaatse van de geul in het Haringvliet. In de zomer wordt wel eens beregend maar dan wordt het water rechtstreeks vanuit de Haringvlietgeul gehaald over de kade heen.

De waterstanden in het Haringvliet variëren continu onder invloed van de getijdenbeweging van de Noordzee en de afvoer van de rivieren Rijn en Maas. Er kan daarom niet worden gesproken van "de" waterstand. De gemiddelde waterstand fluctueert tussen circa 0,25 en 0,65 m boven NAP, nu het Kierbesluit nog niet in werking is getreden.

Het water in het Haringvliet is zoet. Na invoering van het Kierbesluit stroomt zout Noordzeewater naar binnen. In het Kierbesluit is vastgelegd dat de zoutindringing, die via de Haringvlietsluizen plaatsvindt, niet verder mag komen dan de denkbeeldige lijn monding Spui - Middelharnis. Brak water zal het plangebied dus niet kunnen bereiken.

Door allerlei maatregelen aan de bron, in het kader van het Rijnakkoord, is de kwaliteit van het rivierwater de laatste decennia aanzienlijk verbeterd. De kwaliteit van de (bezonken) zwevende stof is niet tot hooguit licht verontreinigd (klasse 0 - 2). Hieruit mag worden geconcludeerd dat de toekomstige aanslibbing in Spuimonding-West, na het creëren van instroomopeningen, niet tot een verslechtering van de huidige bodemkwaliteit zal leiden.