direct naar inhoud van 6.2 Conclusies
Plan: Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9928.DOSx2011x0000029IP-VA01

6.2 Conclusies

De ontwikkeling van Nieuw Reijerwaard is mogelijk binnen de geldende milieuwetgeving. De verandering van de milieusituatie is voor de meeste aspecten ten opzichte van de autonome situatie beperkt. Hiermee zijn vanwege de ontwikkeling ook geen relevante effecten op de volksgezondheid te verwachten. Het verkeer kan afgewikkeld worden met een nieuw te realiseren verkeersplein bij de IJsselmondse knoop. Anders dan via de beoogde ontsluiting via het verkeersplein naar de A15 treden in de omgeving, waaronder in Ridderkerk en Rijsoord, geen bijzondere veranderingen van verkeersstromen op.

De belangrijkste milieueffecten spelen bij woningen aan de rand van het plangebied. Geluid ten gevolge van het bedrijventerrein is hierbij een belangrijk aandachtpunt, zeker langs de Rijksstraatweg die ligt tussen het bestaande Veren Ambacht en het nieuwe bedrijventerrein. Het effect wordt daar beperkt door realisatie van een groene zone met aarden wal.

De meeste ecologische, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden ondervinden, afgezien van een aanzienlijke verandering van de beleving van het landschap door met name omwonenden, geen bijzonder nadelige gevolgen van de ontwikkeling ten opzichte van de autonome situatie. Ook zijn significante effecten op verderop gelegen Natura 2000-gebieden uit te sluiten. Dit is aangetoond in een passende beoordeling. De bodem en het watersysteem blijven na realisatie van het plan goed functioneren en het plan heeft een duurzame stedenbouwkundige opzet. Wel is het van belang om de potentie die het plan heeft voor duurzame energieopwekking en andere duurzaamheidsmaatregelen te borgen bij de uitgifte van de gronden.

De varianten zijn maar in zeer beperkte mate onderscheidend. Het aanpassen van de groene wig tot een overal 100 meter brede groene zone en de windvariant, leiden niet tot een andere waardering van de milieueffecten. De derde ontsluiting onderscheid zich in negatief opzicht vanwege de ligging in het gebied van de boomgaard, die deel uitmaakt van het provinciale landschap. Daar staat tegenover dat indien de derde ontsluiting gerealiseerd wordt, ook invulling gegeven wordt aan de groene en extensief recreatieve doelstelling voor dit gebied.

Maatregelen om het milieueffect te beperken betreffen hoofdzakelijk maatregelen nabij de Rijksstraatweg. Door in de zone nabij de Rijksstraatweg geen grootschalige vrachtwagenparkeervoorziening toe te staan is de kans op hieraan gerelateerde milieu- en sociale hinder kleiner.

De variant die uiteindelijk in het inpassingsplan is opgenomen is de variant met een overal 100 meter brede groene zone parallel aan de Rijksstraatweg en waarbij niet voorzien wordt in een derde ontsluiting ter plaatse van het gebied van de boomgaard.

MER validatie

Voor de realisatie van drie windturbines met een ashoogte en rotordiameter van 100 meter (en daarmee een tiphoogte van 150 meter) is een validatie op het MER opgesteld. Realisatie van drie van deze turbines is mogelijk binnen de vigerende milieuregelgeving en geeft geen aanleiding om af te wijken van het stedenbouwkundig uitgangspunt van realisatie van de windturbines in lijnopstelling langs de Verbindingsweg. In het inpassingsplan zijn deze turbines bij recht opgenomen.

De validatie op het MER ten behoeve van deze windturbines is bij dit inpassingsplan opgenomen als bijlage bij de Nota van beantwoording.