Artikel 17 Algemene wijzigingsregels
17.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
-
a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 4 meter, zulks voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 16 (Algemene afwijkingsregels) niet kunnen worden gebouwd;
-
b. een afwijking ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogtescheidingslijnen, bouwhoogte van andere bouwwerken, grondoppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanduidingen, eventueel met een overschrijding van de bouwgrenzen, mits deze afwijkingen niet meer bedraagt dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages;
-
c. een vanuit het oogpunt van doelmatig gebruik noodzakelijke afwijking ten aanzien van de voorgeschreven, bouwhoogtescheidingslijnen, bouwhoogte van andere bouwwerken, grondoppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met een overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens, mits deze afwijkingen meer bedragen dan 10% maar minder dan 20% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages.
17.2 Wijziging bedrijventerrein
Gedeputeerde Staten zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen teneinde in de bestemming 'Bedrijventerrein' andersoortige bedrijven toe te staan anders dan genoemd in artikel 4.1 onder a. tot en met d..
17.3 Wijziging bedrijventerrein - horeca
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen teneinde de bestemming 'Bedrijventerrein' ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Horeca', met dien verstande dat:
-
a. de bouwregels niet wijzigen ten opzichte van de bestemming 'Bedrijventerrein';
-
b. voorzien dient te worden in een tweede (calamiteiten)ontsluiting;
-
c. bij de onderbouwing van de wijzigingsbevoegdheid de verantwoording van het groepsrisico wordt ingevuld conform artikel 13 van het Bevi.
17.4 Wijziging bedrijventerrein - windturbine
Gedeputeerde Staten zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen teneinde ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de gronden te wijzigen om een activiteit voor de productie van energie uit wind, inclusief bijbehorende voorzieningen mogelijk te maken en de aanduiding 'windturbine' op te nemen, met dien verstande dat:
-
a. maximaal drie windturbines mogen worden opgericht met een ashoogte van 80 m;
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a maximaal twee windturbines mogen worden opgericht met een ashoogte hoger dan 80 meter en maximaal 100 meter;
-
c. de afstand van een windturbine tot geluidgevoelige objecten minimaal vier maal de ashoogte van de windturbine bedraagt;
-
d. de contour van het plaatsgebonden risico (10 -5) van een windturbine niet buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' mag liggen;
-
e. binnen de contour van het plaatsgebonden risico (10 -5) rondom een windturbine geen gebouwen zijn toegestaan; hiervoor dient de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' opgenomen te worden.
17.5 Wijziging - bouwen boven verkeer
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen teneinde bebouwing ten behoeve van logistieke verbindingen/ ontsluitingen toe te staan boven de bestemming 'Verkeer', met dien verstande dat geen bebouwing is toegestaan vanaf peil tot een hoogte van 8 meter, behoudens de voor hogere opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.
17.6 Wijziging - archeologie
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de grens van de bestemming 'Waarde -
Archeologie' te wijzigen indien en voor zover op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.