6. Bijlagen

6.1 Bijlage 1 - Gedragslijn instrumenten

Schematische weergave van de gedragslijn



6.2 Bijlage 2 - Ruimtelijke reserveringen 2020 en 2040

Dit is de nadere uitwerking van de nieuwe verkeers- en vervoersinfrastructuur zoals beschreven in hoofdstuk 4.

De provincie Zuid-Holland heeft de ambitie om de bereikbaarheid in de provincie te verbeteren. Deze ambitie is neergelegd in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). Binnen het kader van het PVVP is het beleid verder uitgewerkt, onder meer in de nota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart, de nota Operationalisering Openbaar Vervoer 2007-2020, het Goederenvervoerbeleidsplan 2007-2011, het Fietsplan 2008 en het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2008-2011. In het PVVP zijn uitvoeringsprogramma’s opgenomen. De opgave is om het stedelijke openbaar vervoer netwerk en de wegenstructuur binnen de Zuidvleugel te completeren. In de onderstaande tabel zijn het Beleidsbeeld 2020 en Ambitie 2040 opgenomen. De uitvoeringsprogramma’s uit de PVVP zijn nog steeds actueel. In het uitvoeringsprogramma zijn de projecten opgenomen die zijn voorzien voor 2020. De visie is gebaseerd op dit programma uit de PVVP.

Beleidsbeeld 2020
In het beleidsbeeld tot 2020 is een onderscheid gemaakt in (inter)nationale en regionale verbindingen.


I. (Inter)nationale, Randstedelijke verbindingen

A. Hoofdwegen – beleidsbeeld 2020

  1. A4 Leiden-Burgerveen 2x3 én 2x4 rijstroken;
  2. A4 Parallelstructuur Oostflank Den Haag;
  3. A4 Midden-Delfland;
  4. A4 Hoogvliet - Klaaswaal;
  5. A12 (benuttingsmaatregelen: spits- en plusstroken);
  6. A13/16;
  7. A15 MAVA 4x2 rijstroken;
  8. A20 Moordrecht - Nieuwerkerk ad IJssel 2x3 rijstroken;
  9. A27 Hooipolder - Lunetten, 2x3 rijstroken en verbreding Merwedebrug Gorinchem;
  10. regionalisering A44.

A. Hoofdwegen – ambitie 2040

  1. A4 Den Haag - Leiden 2x4 rijstroken;
  2. 2e oeververbinding Westelijk Rotterdam (Oranje- of Blankenburgtunnel);
  3. N222 Veilingroute 2x2 (afhankelijk keuze Oranjetunnel);
  4. A15 Papendrecht - Gorinchem: capaciteitsuitbreiding;
  5. N57 rijbaansplitsing.

B. Hoofdspoor – beleidsbeeld 2020

  1. spoortunnel Delft (in ruwbouw 4 sporen);
  2. spoorverdubbeling Den Haag - Rotterdam, viersporigheid incl. station Kethel;
  3. capaciteit spoor Rotterdam-Gouda, viersporigheid incl. station Westergouwe en eventueel Rottetracé.

B. Hoofdspoor – ambities 2040

  1. capaciteit spoor Den Haag - Gouda, viersporigheid incl. stations Doelwijk en Westergouwe;
  2. HST - Oost;
  3. goederenspoor Rotterdam - België (RoBel);
  4. 2-sporigheid Alphen - Woerden;
  5. spoor Breda - Utrecht.

Bijlage 2.I International en randstedelijk infrastructuurnetwerk

II. Regionale verbindingen
C1. Regionale wegen – beleidsbeeld 2020

  1. Rijnlandroute;
  2. Trekvliettracé;
  3. Internationale Ring Den Haag;
  4. ‘3in1’ project Westland;
  5. N209 Doenkade 2x2 stroken (voorloper A13/16);
  6. N209 maatregelen wegvakken Nieuwe Hoefweg - Bleiswijk, en Bergschenhoek - Bleiswijk;
  7. Stadsweg Rotterdam;
  8. N218 optimalisatie Hartelcorridor;
  9. N207 capaciteitsverruiming Alphen - Leimuiden;
  10. N207 OTA;
  11. verbindingsboog N11/A12;
  12. parallelstructuur A12 / Moordrechtboog op OWN-niveau;
  13. N219 omleiding Zevenhuizen en verlegging;
  14. N207 Zuidwestelijke randweg Gouda;
  15. N210 vernieuwing;
  16. N215 omleiding Dirksland;
  17. N217 omleiding Stougjesdijk.

Bijlage 2.II Regionaal wegennet

C2. Hoofdwegennet en onderliggend wegennet aansluitingen

  1. A4 / A12 Prins Clausplein;
  2. A15 - N3;
  3. A16 Mijlweg;
  4. A16 - N3;
  5. A20 Schieplein;
  6. N57 - N218;
  7. N11 - Zouterwoude;
  8. A4 Vijfsluizen;
  9. A4 Beatrixlaan;
  10. A4 Plaspoelpolder;
  11. A12 - N470;
  12. A13 - N470;
  13. A15 Reeweg;
  14. A16 Kralingseplein.

C3. Bovenlokaal wegennet

  1. Noordwestelijke randweg Leiden;
  2. Noordelijke Randweg Rijnsburg;
  3. Maximaburg westelijk Alphen ad Rijn;
  4. Westelijke Randweg Waddinxveen, aansluitend op de Bentwoudlaan.

C. Regionale wegen – ambities 2040

  1. Noordelijk Ontsluiting greenport: oost-west verbinding Duin- en Bollenstreek (N206 - N205);
  2. N211 capaciteitsvergroting;
  3. N213 capaciteitsvergroting;
  4. N470/N471: 2x2 rijstroken;
  5. 3e stadsbrug Rotterdam;
  6. N207 capaciteitsverruiming;
  7. N218 capaciteitsvergroting;
  8. N219 2x2 in geval van uitbouw verstedelijking Zuidplaspolder.

D. Zuidvleugelnet OV – beleidsbeeld 2020

  1. Stedenbaan 6x6 en 4x4, incl. stations Sassenheim en Bleizo;
  2. buscorridor Duin- en Bollenstreek, diverse maatregelen, waaronder hoogwaardig ov (bus) Noordwijk - Sassenheim en aansluiting Duin- en Bollenstreek op de Zuidtangent (doortrekking Zuidtangent naar Sassenheim en Lisse/Hillegom);
  3. RijnGouweLijn-Oost en West;
  4. tramnet Den Haag: capaciteitsverhoging en infra-aanpassingen;
  5. netwerk RandstadRail Den Haag: fase 1: Lijn 9 korte tramtunnel; fase 2: Lijn 1 Delft - Binckhorst - CS Scheveningen, Lijn 9: Vrederust - HS - CS - Scheveningen, Lijn 11: Voorburg - Binckhorst - HS - Scheveningen;
  6. bustangent Kijkduin - Harnaschpolder - Den Haag Zuidwest - Delft - Pijnacker - Zoetermeer;
  7. doortrekking RandstadRail (Zoetermeer sprinterlijn) naar station Bleizo;
  8. Zoetermeer - Rotterdam: bus;
  9. RandstadRail Den Haag CS - Rotterdam CS - Slinge: frequentieverhoging;
  10. HOV Rotterdam - Rotterdam/Den Haag Airport - Delft - Den Haag;
  11. regionalisering Hoekse Lijn en koppeling aan metrolijn en doortrekking naar strand;
  12. Tram+ Rotterdam: frequentieverhoging en maatregelen op diverse lijnen;
  13. Ridderkerklijn;
  14. buscorridor Alphen-Schiphol (doorstromingsmaatregelen);
  15. busontsluiting Zuidplaspolder;
  16. Drechtstedenring;
  17. MerwedeLingeLijn, incl. 4 nieuwe halten;
  18. buscorridor Goeree - Overflakkee (kleinschalige verbeteringen).

D2. Overig openbaar Vervoer en Ketenmobiliteit binnen vervoersautoriteitgebied Zuid-Holland – beleidsbeeld 2020

  1. 110 km fietspad;
  2. 3.000 fietsparkeerplaatsen bij openbaarvervoersknooppunten;
  3. 1.000 P&R-plaatsen;
  4. actuele reisinformatie op 50% van de haltes in vervoersautoriteitgebied Zuid-Holland;
  5. openbaar vervoer over water: Brienenoord - Benelux;
  6. minimaal 46% haltes toegankelijk voor reizigers met functiebeperking;
  7. diverse Dynamisch Verkeers Management maatregelen op wegen en vaarwegen.

D. Zuidvleugelnet OV – ambities 2040

  1. Stedenbaan 8x8 en 8x8, incl. stations Westergouwe, Doelwijk, Merenwijk (en Noordwijkerhout ?), inclusief koppelingen met Randstadspoor Utrecht en Amsterdamse Metro Trein;
  2. HOV Zuidtangent - Rijngouwelijn;
  3. HOV Leiden - Leiderdorp;
  4. HOV Leiden - Den Haag;
  5. HOV Zoetermeer - Leiden;
  6. HOV Zoetermeer Rotterdam;
  7. HOV Den Haag - Westland;
  8. HOV Delft - Schiedam;
  9. HOV Hoekselijn - Westvoorne via Oranje- of Blankenburgtunnel;
  10. HOV Hoekse Lijn/Schiedam - Alexanderpolder/Nesselanden - Zuidplaspolder;
  11. Zuidtangentmetro Rotterdam: Schiedam - Stadshavens - Zuidplein - (nieuw) Feyenoord -Capelsebrug/metrostation;
  12. HOV Rotterdam - Ridderkerk - Drechtstedenring (opwaarderen Ridderkerklijn);
  13. HOV Alphen - Schiphol;
  14. HOV Zuidplaspolder i.g.v. uitbouw verstedelijking.

E. Vaarwegen

  1. Julianasluis;
  2. bochtafsnijding Delftse Schie - Rotterdam;
  3. goederenterminal Haven Rotterdam.

Bjilage 2.III Regionaal openbaar vervoer-netwerk



6.3 Bijlage 3 - Beschrijving legenda van functie- en kwaliteitskaart

Deze bijlage geeft een beschrijving van de afzonderlijke legenda-eenheden van de functie- en de kwaliteitskaart.

De functiekaart bevat in verschillende kleuren de aanduidingen voor de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies voor het stedelijk en landelijk gebied in de provincie tot 2020.
De functies waarvan de locatie en begrenzing vastliggen, zijn in kleur en vlakdekkend aangegeven. Veelal is sprake van één hoofdfunctie, in sommige gevallen is sprake van een combinatie van functies in hetzelfde gebied. Diverse functies zijn aangeduid met een symbool. Dit is het geval als de locatie wel duidelijk is, maar de exacte begrenzing nog niet. In enkele gevallen is volstaan met een symbool, omdat de begrenzing vastgelegd is in andere beleidsdocumenten. Voor een aantal functies wordt de mogelijkheid onderzocht nieuw areaal te ontwikkelen. Deze zoekruimte is indicatief aangeduid met een symbool; precieze locatie en begrenzing zijn uiteraard nog niet bekend.

Naast de voorgaande beschrijving van de legenda-eenheden voor de functiekaart kent de kwaliteitskaart nog een aantal specifiek op kwaliteit van de gewenste inrichting geënte legenda-eenheden. Deze zijn aan het eind van deze paragraaf apart beschreven.
De kwaliteitskaart bevat de aanduidingen voor de bestaande en gewenste ruimtelijke kwaliteiten voor het stedelijk en landelijk gebied tot 2020, voorzover van provinciaal belang. De aanduidingen hebben een globaal karakter. De kwaliteitskaart geeft richting en stelt randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling van de mogelijke en gewenste functies. Daarmee zijn de functiekaart en de kwaliteitskaart evenwaardig en complementair.

Het kaartbeeld is globaal. Gebieden met een oppervlakte van minder dan 5 ha zijn meestal niet apart aangeduid.
 



Stedelijk gebied

Aaneengesloten, relatief grootschalig bebouwd gebied, en onderdeel van het stedelijk netwerk, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen.



Dorpsgebied

Aaneengesloten, relatief kleinschalig bebouwd gebied, en onderdeel van het landelijk gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen.



Stedelijk gebied/dorpsgebied met hoogwaardig OV

Delen van het stedelijk gebied en dorpsgebied die in de nabijheid liggen van haltes van hoogwaardig openbaar vervoer van het Zuidvleugelnet.



Stedelijk park

Groengebied van tenminste 5 ha binnen of in aansluiting op bestaand stedelijk gebied met als hoofdfunctie recreatie waaronder parken en sportvoorzieningen. Vormt onderdeel van het landschappelijk netwerk.



Zoeklocatie stedelijk gebied

Groengebied van tenminste 5 ha binnen of in aansluiting op bestaand stedelijk gebied met als hoofdfunctie recreatie waaronder parken en sportvoorzieningen. Vormt onderdeel van het landschappelijk netwerk.



Zoeklocatie landelijk wonen

Indicatieve aanduiding voor mogelijke ontwikkeling van landelijk wonen buiten bebouwingscontouren, conform bestaande bestuurlijke afspraken.



Internationaal centrum

Door hoogwaardig openbaar vervoer ontsloten stedelijk centrumgebied met ontwikkelingsmogelijkheden voor gemengde functies (wonen, werken, voorzieningen) van (inter)nationale betekenis en allure.
 



Bovenregionaal centrum

Door hoogwaardig openbaar vervoer ontsloten stedelijk centrumgebied met ontwikkelingsmogelijkheden voor gemengde functies (wonen, werken, voorzieningen) van bovenregionale betekenis.



Regionaal centrum

Stedelijk - of dorpscentrumgebied met ontwikkelingsmogelijkheden voor gemengde functies (wonen, werken, voorzieningen) van regionale betekenis.
 



Toeristisch centrum

Complex van toeristische en recreatieve voorzieningen in het stedelijk of landelijk gebied van (inter)nationale betekenis en allure.



Kenniscentrum

Universiteitscomplex en/of bedrijventerrein dat primair bestemd is voor hoogwaardige en kennisgerichte instituten of bedrijven.



Bedrijventerrein mainport

Aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie water- en havengebonden bedrijvigheid, veelal in de hogere milieucategorieën, met productie, opslag, transport en distributie, nutsvoorzieningen, evenals hieraan verbonden kantoorfuncties in het haven- en industriegebied van Rotterdam en de Drechtsteden.



Bedrijventerrein

Aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen productie, transport en distributie, veilingen, nutsvoorzieningen evenals hieraan verbonden kantoorfuncties.



Zoeklocatie bedrijventerrein

Indicatieve aanduiding voor een mogelijke en nader te begrenzen locatie voor de ontwikkeling van een bovenregionaal havengerelateerd bedrijventerrein.
 



Glastuinbouw-bedrijvengebied/greenport

Aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfuncties glastuinbouw en overige, aan de ontwikkeling van de greenport gebonden functies.
 



Glastuinbouwgebied

Aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie glastuinbouw.



Zoeklocatie glastuinbouw

Indicatieve aanduiding voor een mogelijke en nader te begrenzen locatie voor de ontwikkeling van aaneengesloten glastuinbouwgebied.



Transformatiegebied

Gebied waarvan de aangegeven, bestaande functie onder voorwaarden getransformeerd kan worden naar een of meerdere andere functies, mits passend in de ruimtelijke en bestuurlijke context.



Overig (inter)nationaal openbaar vervoernet

Spoorlijnen die deel uitmaken van het (inter)nationaal spoorwegnet.



Stedenbaan

De spoorlijnen Haarlem - Leiden - Den Haag - Delft - Rotterdam - Dordrecht, alsmede Den Haag - Gouda en Rotterdam - Gouda. Bestaande en geplande stations aan deze railverbindingen zijn “dragers” voor stedelijke ontwikkeling.
 



Bovenregionaal openbaar vervoernet (= Zuidvleugelnet)

De (boven)regionale rail- en busverbindingen die gezamenlijk een samenhangend OV net binnen Zuid-Holland vormen. Het betreft de Stedenbaan, regionale railverbindingen (lightrail, metro en sneltram) en regionale tram- of busverbindingen.
 



(Inter)nationaal goederenspoor

Spoorlijn uitsluitend bedoeld voor (inter)nationaal goederentransport; de Betuweroute.



(Inter)nationale wegverbinding

Bestaande of in de planperiode te realiseren of te verbreden weg die functioneert als
achterlandverbinding, hoofdtransportas of als onderdeel van het (inter)nationaal wegennet. Indien de verbinding nog gerealiseerd moet worden, is het tracé bekend en de financiering verzekerd.
 



(Boven)regionale wegverbinding

Bestaande of binnen de planperiode te realiseren of te verbreden weg die functioneert als onderdeel van het (boven)regionaal of provinciaal wegennet. Indien de verbinding nog gerealiseerd moet worden, is het tracé bekend en de financiering verzekerd.



Reservering wegverbinding

Bij voorkeur binnen de planperiode te realiseren wegverbinding, waarvan het tracé globaal bekend is, maar de financiering nog niet verzekerd. Deze verbindingen mogen ruimtelijk niet onmogelijk gemaakt worden.



Infrastructuur

Ruimte naast wegen en spoorlijnen met primair een verkeerskundige functie (verkeerspleinen e.d.).
 



Luchthaven

Stedelijk gebied met een functie voor de luchtvaart; het gebied van de luchthaven Rotterdam Airport.



Leidingenstraat

Tracé voor het bundelen van ondergrondse leidingen van bovenregionale betekenis. Andere functies dan ondergrondse leidingen zijn niet mogelijk.
 



Leidingenstrook

Tracé voor het bundelen van ondergrondse leidingen van bovenregionale betekenis. Andere functies zijn mogelijk mits niet in strijd met de transportfunctie.
 



Water

De zee, zeearmen, rivieren, kanalen, plassen, boezems en overige binnenwateren met een hoofdfunctie voor de waterhuishouding en veelal een nevenfunctie voor natuur, recreatie en/of scheepvaart.
 



Provinciale vaarweg

Waterweg ten behoeve van de beroeps- en recreatievaart in beheer bij de provincie.



Zandmotor Delflandse Kust

Indicatieve aanduiding voor een innovatief pilotproject gericht op (meer natuurlijk) kustbeheer en ontwikkeling.
 



Studiezone kustuitbreiding

Indicatieve aanduiding van het gebied voor de Delflandse kust waar de ruimtelijke ontwikkeling nog onderwerp van studie is. Het gaat daar om maatregelen in het kader van versterking van de kust, kwaliteitsverbetering (natuur recreatie en toerisme) van de kustzone en het direct daarachter gelegen gebied.
 



Primaire waterkering (incl. kustfundament begrenzing landzijde)

Waterkeringen langs de kust en de grote rivieren volgens de Wet op de waterkeringen.



Zoetwaterkanaal

Binnendijks gelegen hoofdwatergang voor de aanvoer van zoet water.



Grondwaterbeschermingsgebied

Gebieden met een functie voor de bescherming en productie van drinkwater. Andere functies mogen deze functie niet belemmeren.
 



Waterbergingslocatie

Gebied met een functie voor waterberging, veelal in combinatie met recreatiegebied, natuurgebied of agrarisch landschap.



Zoeklocatie windpark

Globale aanduiding voor een mogelijke en nog te begrenzen locatie voor het oprichten van windturbines.
 



Provinciegrens

Grens van de provincie Zuid-Holland.



Agrarisch landschap - sierteelt/greenport

Landelijk gebied met landschappelijke, cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie gericht op grondgebonden sierteelt. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Agrarisch landschap - bollenteelt/greenport

Landelijk gebied met landschappelijke, cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie gericht op grondgebonden bollenteelt. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Agrarisch landschap

Landelijk gebied met landschappelijke en cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Agrarisch landschap - inspelen op bodemdaling

Landelijk gebied met landschappelijke, cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie die inspeelt op bodemdaling. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Agrarisch landschap - verbrede landbouw

Landelijk gebied in de stedelijke invloedssfeer met landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden met een overwegend agrarische functie. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Agrarisch landschap - inspelen op verzilting

Landelijk gebied met landschappelijke, cultuurhistorische waarden en een overwegend agrarische functie die inspeelt op verzilting. Daarnaast komen (verspreid gelegen) natuurwaarden en bebouwingslinten voor.



Provinciaal landschap

Begrensd landelijk gebied onder stedelijke invloed, gelegen tussen stedelijke agglomeraties en in meer dan één regio, met hoge recreatieve en landschappelijke waarden en een accent op verbrede landbouw.



Natuurgebied/ecologische verbinding

Gebied / verbinding met als hoofdfunctie natuur. Daarnaast is, mits niet in strijd met de hoofdfunctie, recreatief medegebruik mogelijk. Delen van de duinen hebben bovendien een functie voor de waterwinning en waterkering.



Natura 2000-gebied

Gebieden of wateren met hoge natuurwaarden die internationale bescherming genieten. Het betreft de gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en aangemeld onder de Habitatrichtlijn.



Weidevogelgebied

Agrarisch landschap met te beschermen functie voor weidevogels.



Groene Ruggengraat

Globaal tracé voor de ontwikkeling en bescherming van natte natuur in het Groene Hart, wordt in samenhang met bestaande gebiedkwaliteiten ontwikkeld.



Recreatiegebied

Groengebied buiten het stedelijk gebied met als hoofdfunctie openluchtrecreatie. Daarbinnen kunnen landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden voorkomen.



Zoeklocatie recreatiegebied

Indicatieve aanduiding voor een mogelijke en nog te begrenzen locatie voor openluchtrecreatie.



Voorziening intensieve dagrecreatie

Recreatiegebied ingericht voor zeer intensief gebruik met op de recreatiefunctie gerichte bebouwing.
 



Verblijfsrecreatiegebied

Gebied met hoofdfunctie verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken en dergelijke).



Zoeklocatie verblijfsrecreatie

Globale aanduiding voor een mogelijke en nader te begrenzen locatie voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie.



Beschrijving legenda-eenheden kwaliteitskaart (voor zover niet al benoemd voor de functiekaart)

Hoogstedelijk (centrum)gebied

Centrumgebied (van Den Haag/Scheveningen en Rotterdam) dat ontsloten wordt door hoogwaardig openbaar vervoer. Het gaat hier om multifunctionele ontwikkeling die wordt gekenmerkt door intensief ruimtegebruik en hoogstedelijk karakter.



Historische kern

Historische stads- of dorpskern; nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen gebaseerd te zijn op de kernkwaliteiten (en het behoud daarvan) en cultuurhistorische waarden van de stads- of dorpskern.



Glastuinbouwlandschap

Combinatie van glastuinbouwbedrijvengebieden/greenport en glastuinbouwgebieden. Landschappelijke kwaliteiten in deze gebieden moeten worden geënt op de glastuinbouwfunctie en de daaraan gebonden bedrijvigheid.



Snelweg- en openbaar vervoerpanorama

Gebieden langs snelwegen (snelwegpanorama’s) en spoorverbindingen (openbaarvervoerpanorama’s) die gekenmerkt worden door waardevolle doorzichten op het landschap naast de verbinding. Ontwikkelingen in deze zones zijn alleen mogelijk als zij geen afbreuk doen aan de kwaliteit van openheid en de zichtlijnen vanuit de infrastructuur, naast de kernkwaliteiten en cultuurhistorie in die zones.



Landschapstypen

Voor de onderstaande landschapstypen geldt dat ruimtelijke ontwikkelingen in die gebieden uit moeten gaan van het behoud en ontwikkeling van de in paragraaf 4.7.1 voor die landschapstypen benoemde kernkwaliteiten. Het gaat om:

  • recreatielandschap;
  • veenweidelandschap;
  • plassenlandschap;
  • veenweide-krekenlandschap;
  • droogmakerijenlandschap;
  • landgoederenlandschap;
  • sierteelt-veenlandschap;
  • bollenteelt-zanderijenlandschap;
  • duinlandschap;
  • schurvelingenlandschap;
  • zeekleipolderlandschap;
  • veenpolderlandschap;
  • rivierenlandschap;
  • buitendijks natuurlandschap.


Groenblauw netwerk

Het geheel van groene en waterverbindingen met recreatieve, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwetenschappelijke kwaliteiten tussen recreatie- en natuurgebieden en binnenstedelijke parken. Het groenblauwe netwerk is de drager voor de fijnmazige routestructuur op gebiedsniveau.



(Cultuurhistorisch waardevol) bebouwingslint

Aanduiding voor landschappelijk waardevolle en/ cultuurhistorisch waardevolle aangesloten bebouwing in een lint langs wegen, waterwegen of dijken. In bebouwingslinten is alleen incidentele toevoeging van bebouwing mogelijk, onder voorwaarde dat de ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt.



Dijk

Bestaande of voormalige waterkeringen in het landelijk gebied met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde.



Kade en tiendweg

Bestaande of voormalige lagere waterkeringen respectievelijk oude verbinding in het landelijk gebied met landschappelijke en cultuurhistorische waarde.
 



Kreek, vaart en wetering

Waterlopen in het landelijk gebied met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde.



Kroonjuweel cultureel erfgoed/topgebied cultureel erfgoed

Cultuurhistorisch en landschappelijk zeer waardevolle gebieden en elementen binnen Topgebieden cultureel erfgoed. Zij kunnen ook attracties voor het grotere publiek zijn. Behoud staat voorop; ruimtelijke ontwikkeling is alleen mogelijk indien daarmee de kernkwaliteiten binnen het gebied significant bevorderd worden.
 



Stiltegebied

Indicatieve aanduiding van een gebied waar regelgeving geldt ter bescherming van de aanwezige stilte. De exacte begrenzing ervan en de regelgeving zijn vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening.



Recreatietransferium

Indicatieve aanduiding voor een ondersteunende voorziening in het groenblauwe netwerk waar diverse recreatieve verbindingen bijeenkomen. Het recreatietransferium is bij voorkeur ontsloten door openbaar vervoer en vormt een centrale entree voor de beleving van het achterliggende (recreatieve) landschap. Ruimtelijke ontwikkelingen daar zijn gericht zijn op deze ontsluitende en knooppuntfunctie.



6.4 Bijlage 4 - Beschrijving IRP's

Zuidplaspolder
De Zuidplaspolder is één van de laagst gelegen polders in de Zuidvleugel van de Randstad, in de driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda waarin ruimte moet worden geboden aan nieuwe woningen, bedrijven en kassen, infrastructuur en natuur, water en recreatie.
Het gaat om een complexe opgave, zowel inhoudelijk als bestuurlijk. De laag gelegen ligging maakt het noodzakelijk innovatieve oplossingen te ontwikkelen, waarin water, natuur, woon- en werkfuncties op slimme wijze worden gecombineerd. Met een groot aantal partijen is in 2007 overeenstemming bereikt over het volgende startprogramma 2010-2020:

  • 7.000 woningen met het accent op landelijk wonen in aan te leggen landschap en dorpsuitbreidingen;
  • 280 hectare glas, waarvan 200 hectare nieuw en 80 hectare herontwikkeling;
  • 110 hectare bedrijventerrein;
  • ontwikkelen van restveen en een waterparel, waaronder 325 hectare EHS;
  • bereikbaarheid via spoor en weg.

Bij de ontwikkelingen staat duurzame ontwikkeling centraal. Daarbij zijn afspraken gemaakt over het klimaatbestendig ontwikkelen van de Zuidplaspolder en opzetten van een energieweb Zuidplaspolder waarbij gebruikers en leveranciers van duurzame vormen van energie aan elkaar worden gekoppeld. Ook zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de (parallelle) infrastructuur A12 en aanleg van groen- en waterstructuren.

De provincie heeft de regierol voor dit project. In het voortraject zijn alle mogelijke publieke en maatschappelijke partijen betrokken. Er is intensieve samenwerking met de betrokken gemeenten, het waterschap het Rijk (als een van de projecten in het urgentie programma Randstad) en private partijen.

As Leiden Katwijk
Om de Bollenstreek, het Groene Hart en de Kust vrij te waren van stedelijke ontwikkeling is besloten de verstedelijking zoveel mogelijk binnen de As Leiden-Katwijk te concentreren. Ambitie is het realiseren van een internationaal vestigingsklimaat, waaronder de hoogwaardige woonlocatie Valkenburg.
Het programma As Leiden-Katwijk heeft sinds november 2008 de Randstad Urgent status. In het kader van deze status is o.l.v. het Rijk het project Integrale Benadering Holland Rijnland opgestart. Het doel van dit project is het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio Holland Rijnland om daarmee een belangrijke voorwaarde te creëren voor de verdere economische ontwikkeling van de regio en de realisatie van de woningbouwopgave.

De opgaven voor As Leiden-Katwijk bestaan uit:

  • ontwikkelen van 15.400 woningen in periode 2010-2020 (waaronder uitleglocatie Valkenburg);
  • ontwikkelen biolifescience in Leiden;
  • aanleg bovenregionale infrastructuur (Rijnlandroute, RijnGouwelijn);
  • verdere ontwikkeling greenport;
  • inrichting rijksbufferzone bij Katwijk.

IODS
Het programma IODS combineert de aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam met de aanpak en ontwikkeling van het gehele gebied van Midden-Delfland. Zo omvat het IODS een kwaliteitsprogramma bestaande uit natuur, ecopassages, stedelijke ontwikkeling, meer routes en voorzieningen voor recreanten, groene diensten voor agrariërs en het saneren van verspreid liggende glastuinbouw.

Samengevat bestaat IODS uit een zestal projecten:

  • Groenblauw Lint;
  • Saneren glastuinbouw;
  • Recreatieve Routestructuur;
  • Groen ondernemen, een nieuwe landbouw (inclusief grondinstrument);
  • A4 Delft - Schiedam;
  • Stedenbouwkundige inpassing Schiedam - Vlaardingen.

Kust
Aan het project kustontwikkeling liggen drie opgaven ten grondslag. De eerste opgave heeft betrekking op de versterking van de zwakke schakels. De zwakke schakels in de Zuid-Hollandse kust bevinden zich langs de kust van Noordwijk, Katwijk, Scheveningen, Voorne, het Flaauwe Werk en de Delflandse kust. De tweede opgave heeft betrekking op de zandmotor. Voor de kust wordt een zandmotor geplaatst. De Zandmotor is een enorme berg zand die vlak voor de Delflandse Kust in zee wordt aangebracht. Wind, golven en zeestroming verspreiden het zand langs de kust. Zo groeit de kust in zeewaartse richting op natuurlijke wijze aan. Door de zandmotor groeit de kust mee met de stijgende zeespiegel, zodat ook voor de langere termijn de veiligheid van de kust gewaarborgd blijft. Daarnaast biedt het zand extra ruimte voor natuur en recreatie. Ten slotte gaat het om de integrale ontwikkeling van de Delflandse kust. De Delflandse kust is aangewezen als prioritaire Zwakke Schakel in de Hollandse kust. Een prioritaire Zwakke Schakel is een kustvak dat naar verwachting tussen nu en 20 jaar moet worden versterkt om aan de eisen voor de veiligheid te voldoen bij stijging van de zeespiegel, hogere stormfrequentie en nieuwe golfrandvoorwaarden. Belangrijk uitgangspunt is dat niet alleen gekeken wordt naar de benodigde maatregelen voor de veiligheid maar ook naar de kansen voor de ruimtelijke kwaliteit.

De uitvoeringsagenda bestaat uit vier hoofdprojecten:

  • kustontwikkeling;
  • verbetering regionale ontsluiting;
  • rolverdeling kustplaatsen;
  • blauw-groen netwerk in het achterland.

Delflandse Kust
Het tekort aan hoogwaardige landschappelijke gebieden in het achterland van de Delflandse Kust als uitloopgebied voor de stedeling (berekend op circa 30.000 ha.) vraagt om een stevige kwantitatieve uitbreiding en functiecombinaties van natuur en recreatie. Zeewaartse kustuitbreiding zou een bijdrage kunnen leveren aan het opheffen van dat tekort. De slechte bereikbaarheid van de Delflandse Kust vanuit het achterland, met uitzondering van Hoek van Holland en Scheveningen, vraagt om een regionaal bereikbaarheidsoffensief. De kustzone is een unieke woon- en werklocatie. Bij een woningbouwopgave gaat het niet primair om een kwantitatieve opgave, maar om het opschroeven van de kwaliteit. Een woningbouwopgave is niet voorzien in de zeewaartse kustuitbreiding.

De gebiedsvisie maakt duidelijk hoe de Delflandse Kust kan bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen:

  • een veilige, natuurrijke kustzone;
  • een goed bereikbare kust met meer ruimte voor recreatie;
  • een kust met een duidelijk profiel van hoogwaardige kwaliteit die bijdraagt aan het (inter)nationaal vestigingsmilieu en zes ambities, te weten:
  • uitbreiding van de kust ten behoeve van natuur en recreatief medegebruik;
  • ontwikkeling van een robuust landschap met betekenis voor de hele regio;
  • ontwikkeling van een hoogwaardige regionale ontsluiting van de Delflandse Kust;
  • ontwikkeling van badplaatsen met ieder een eigen uitgesproken profiel;
  • verbetering van de toegankelijkheid van de kustzone voor fietsers, wandelaars
  • en watersporters;
  • ontwikkeling van een blauwgroen netwerk dat de kust met het achterland verbindt.

Project Mainport Rotterdam (PMR)
De Rotterdamse haven is één van de belangrijkste ter wereld. De haven levert een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. In het bestaande haven- en industriegebied is voor nieuwe bedrijven en bestaande klanten die willen uitbreiden, vrijwel geen ruimte meer beschikbaar. Als de haven zich op een goede manier wil blijven ontwikkelen moet die extra ruimte er komen. Daarom wil de Nederlandse overheid de mainport Rotterdam versterken en tevens de leefbaarheid in regio Rijnmond vergroten. Kortom: versterken van de economie en de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond door toevoeging van natuur- en recreatiegebieden. Om deze dubbele doelstelling te realiseren is het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) opgericht. Dit project bestaat uit drie deel¬programma’s. Opgaven die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn:

  • aanleg Maasvlakte 2 en bijbehorende natuurcompensatie;
  • realisatie van 750 hectare natuur- en recreatiegebied;
  • transformatie van bestaande havengebieden.

De provincie vervult een regisseurrol bij de ontwikkeling van 750 ha natuur- en recreatiegebied. Aan de noordrand van Rotterdam ontstaan nieuwe mogelijkheden voor natuur en recreatie in de Schiezone (50 hectare) en de Zuidpolder en Schiebroekse Polder (Vlinderstrik, totaal 100 hectare). Ten zuiden van de stad komt het 600 hectare grote Landschapspark Buytenland in Albrandswaard, goed bereikbaar voor fietsers en wandelaars via een nieuwe groene verbinding over de snelweg. Door deze gebieden kunnen fietsers en wandelaars hun weg vinden naar meer groen: in Midden-Delfland, de Rottemeren en langs de Oude Maas. Rijk, provincie, stadsregio en gemeenten geven een garantie voor groen rond de stad: nu en in de toekomst. Deze 750 ha nieuw natuur- en recreatiegebied hoort, net als de aanleg van Maasvlakte 2, bij Project Mainportontwikkeling Rotterdam. De te ontwikkelen 750 ha vormen uitdrukkelijk geen compensatie voor Maasvlakte 2 maar komen bovenop deze compensatie en zijn bedoeld om de leefbaarheid in de regio Rotterdam te vergroten.

Oude Rijnzone
De Oude Rijnzone is het gebied langs de rivier de Oude Rijn, grofweg tussen Leiden en Bodegraven. De gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Rijnwoude, Alphen aan den Rijn, Bodegraven, het Hoogheemraadschap van Rijnland, het Rijk en de provincie Zuid-Holland werken samen om de ontwikkeling van de Oude Rijnzone in veel opzichten te stimuleren. Bij het project zijn ook verschillende organisaties van bewoners en gebruikers betrokken.

De partijen spannen zich gezamenlijk in om te komen tot herstructurering en integrale ontwikkeling van dit gebied, die erop is gericht de kwaliteit te verbeteren. Deze regionale samenwerking maakt het mogelijk om oplossingen te zoeken die voorheen niet haalbaar leken.

Hof van Delfland
Hoofddoel: in tien jaar het ontwikkelen van een gevarieerd landschap(spark) van internationale en recreatieve allure, te realiseren door:

  • bescherming en ontwikkeling (versterking) open cultuurlandschap;
  • creëren van een vitale agrarische sector;
  • nieuwe functies voor recreatie, zorg en cultuur toevoegen in randen en uitloopgebieden;
  • verbetering van de overgangen stad-land-duurzame glastuinbouwgebieden;
  • realiseren van groenblauwe longen vanuit het Hof van Delfland in het stedelijk gebied;
  • optimaliseren van de bereikbaarheid en ‘doorwaadbaarheid’ van het Hof van Delfland;
  • landschappelijke inpassing van infrastructuur;
  • versterken van de natuurkwaliteit;
  • uitbreiden recreatief netwerk door aanleg van fiets- en wandel en kanoroutes;
  • saneren van verspreid liggende glastuinbouw;
  • bij de inrichting rekening houden met klimaatverandering.



6.5 Bijlage 5 - Kwantitatieve opgave

6.6 Bijlage 6 - Begrippenlijst