RECREATIE EN NATUUR
Inleiding recreatie en natuur
In deze herziening van de structuurvisie is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de door het rijk aangekondigde herijking van de EHS en het beëindigen van de rijksbetrokkenheid bij RodS. Het overleg hierover tussen provincie en rijk is nog volop gaande en pas in het najaar zal meer duidelijkheid ontstaan over de ruimtelijke consequenties. Door deze herijking zal de omvang van de EHS waarschijnlijk beperkter uitvallen. Om in de toekomst uitbreiding van de ecologische hoofdstructuur nog wel mogelijk te houden, onderzoeken wij op basis van het coalitieakkoord hoe een dergelijke uitbreiding in de structuurvisie kan worden geregeld.
T.a.v. de regeling Recreatie om de Stad (RodS) is sprake van een vergelijkbare ontwikkeling. De verwachting is dat het budget verlaagd zal worden. Ondanks de rijksbezuinigingen zet de provincie in op het realiseren van recreatieve groenprojecten opdat er in de nabije omgeving van stedelijke gebieden plaats is voor de beleving van groen en ontspanning. Voor de periode 2011-2015 is daarvoor 100 miljoen extra beschikbaar gesteld.

De provincie houdt gemeenten en regio's op de hoogte van de voortgang van de rijksbezuinigingen en zal met regio's en gemeenten de herprioritering afstemmen. De besluitvorming over bovengenoemde onderwerpen is niet tijdig gereed. Vandaar dat deze onderwerpen zullen worden geagendeerd op de beleidsagenda zodat deze onderwerpen kunnen worden meegenomen bij de volgende herziening. Daarbij wordt ook aangehaakt op de in het coalitieakkoord aangedragen oplossingsrichtingen zoals meer ruimte voor ondernemerschap in de groengebieden. Vandaar dat nu gewerkt wordt aan een nieuwe groenagenda inclusief integrale groenstrategie voor Zuid-Holland. De contouren van deze nieuwe groenagenda zullen eind dit jaar besproken kunnen worden.

Voor de Actualisering 2011 betekent dit dat de teksten en kaarten voor wat betreft de EHS en RodS niet worden gewijzigd. Wel zal via een koppeltekst in resp. 4.8.4. en 4.9.1.1 worden aangegeven dat de herijking gaande is en dat die in een volgende herziening aan de orde zal komen. Dit geldt daarmee tegelijk voor de hiermee samenhangende in de startnotitie opgenomen onderwerpen Zuidvleugelgroenstructuur (18) en Wijzigingen groenstructuur Stadsregio Rotterdam (21).

Tekstvoorstel koppelteksten

Paragraaf 4.8.4 EHS
Volgens het regeerakkoord worden de robuuste verbindingen geschrapt en moet voor de overige EHS nog bepaald worden welk deel van de restantopgave aan nieuwe natuur nog zal worden gerealiseerd, welke instrumenten daartoe zullen worden ingezet en wat er gebeurt met het deel waarvoor geen uitzicht meer bestaat op realisatie in de periode tot en met 2018. Zie beleidsagenda. Teksten over de huidige groenopgave kunnen op basis van de actuele kennis van zaken rond de 'herijking van het ILG' mogelijk na de inspraakronde worden geactualiseerd.

Paragraaf 4.9.2.1 RodS
Volgens het regeerakkoord wordt de rijksbetrokkenheid bij RodS beëindigd. Bepaald dient te worden welk deel van de restantopgave aan nieuwe recreatiegebieden nog zal worden gerealiseerd, welke instrumenten daartoe zullen worden ingezet en wat er gebeurt met het deel waarvoor geen uitzicht meer bestaat op realisatie. Deze actie wordt toegevoegd aan de beleidsagenda'. Teksten over de huidige groenopgave kunnen op basis van de actuele kennis van zaken rond de 'herijking van het ILG' mogelijk na de inspraakronde worden geactualiseerd.
14 Recreatievisie Goeree Overflakkee
14.1 Inleiding
In januari 2011 is de Recreatievisie Goeree Overflakkee: Belevingseiland in de Delta vastgesteld in PS (1e fase uitvoering motie 168). Besloten is de kansrijke recreatieve ontwikkelingen uit de Recreatievisie in de Structuurvisie op te nemen. Een aantal ontwikkelingen was al voorzien: zoals Brouwersdam, Flaauwe Werk, Stellendam Haven/Scharrezee, Middelharnis-Noord en Ooltgensplaat Haven. Voor een aantal nieuwe ontwikkelingen worden zoeklocaties verblijfsrecreatiegebied aan de Functiekaart toegevoegd (Oude Tonge, Ooltgensplaat ten zuiden van de kern) en worden minder kansrijke zoeklocaties geschrapt (Middelharnis-Zuid en verblijfsrecreatie Herkingen Battenoord). PS hebben bij de vaststelling gevraagd nog twee extra recreatieontwikkelingen in het ontwerp mee te nemen: "de uitbreiding van de jachthavens in Herkingen en Battenoord en de uitbreiding van de golfbaan in de Polder Roxenisse met daarbij realisering van recreatiewoningen bij Melissant". De uitbreiding van de jachthavens in Herkingen en Battenoord is wel in de tekst genoemd, hier is geen kaartwijziging nodig omdat jachthavens niet apart op de functiekaart zijn aangegeven. De recreatieve ontwikkeling bij Melissant is ook als zoeklocatie verblijfsrecreatiegebied opgenomen. Deze ontwikkeling is echter alleen mogelijk buiten het gebied wat nu als zoeklocatie natuur is aangegeven (als alternatief voor Zuiderdieppolder-oost). Als in de toekomst geen natuur in de Roxenissepolder komt, dan kan de ontwikkeling ook op die plek plaatsvinden.
Bij de uitwerking van de plannen en dan met name voor de locaties op de Kop van Goeree, bij Stellendam en bij Oude Tonge, zijn Natura2000, de Ecologische Hoofdstructuur en het Kroonjuweel Cultureel Erfgoed (het schurvelingengebied) harde randvoorwaarden en dient voor het overige rekening gehouden te worden met de cultuurhistorische- en natuurwaarden in de omgeving.


14.2 Wijziging structuurvisie
Toevoegen aan paragraaf 4.8.1.5

Recreatievisie Goeree Overflakkee

Door de provincie is, in samenwerking met de regio, de Recreatievisie Goeree-Overflakkee opgesteld: Belevingseiland in de Delta. De kansrijke locaties zijn in de structuurvisie overgenomen. De Brouwersdam is als toeristisch centrum aangegeven, bij Ouddorp zijn een aantal verblijfsrecreatiegebieden aangegeven en bij het Flaauwe Werk is strandbebouwing mogelijk. De kansrijke ontwikkellocaties Stellendam Haven/Scharrezee, Middelharnis Noord, Oude Tonge, Ooltgensplaat en Roxenissepolder/Melissant zijn als zoeklocatie verblijfsrecreatiegebied aangegeven. Daarnaast wil de provincie ruimte geven aan de uitbreiding van de jachthavens in Herkingen en Battenoord.
Voorwaarde voor de nieuwe recreatieve ontwikkelingen is dat het geen geïsoleerde ontwikkelingen mogen zijn. Zij moeten onderdeel zijn van een integrale gebiedsontwikkeling ter verbetering van de ruimtelijke en toeristische kwaliteit en in lijn zijn met de Recreatievisie Goeree-Overflakkee. Ook zijn bij de uitwerking van de plannen, en dan met name op de Kop van Goeree, bij Stellendam en bij Oude Tonge, de Ecologische Hoofdstructuur en Natura2000 harde randvoorwaarden en dient rekening gehouden te worden met de cultuurhistorische waarden in de omgeving.”


14.3 Kaartwijziging(en)
Op de functiekaart worden 3 zoeklocaties verblijfsrecreatiegebied op Goeree toegevoegd: ten noordwesten van Melissant, ten zuidoosten van Oude Tonge en ten zuidoosten van Ooltgensplaat. De zoeklocaties verblijfsrecreatiegebied ten zuiden van Middelharnis en ten oosten van Herkingen worden geschrapt.
Op verzoek van de gemeente Oostflakkee wordt het gebied waar jachthavenontwikkeling is voorzien in Oude-Tonge aangegeven als recreatiegebied in plaats van natuurgebied. Dit is in overeenstemming met het vastgestelde bestemmingsplan. Dit werkt ook door op kaart 3 van de verordening
Zie bijlage 2 en 6.
15 Herziening compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap
15.1 Inleiding
De vigerende beleidsregel Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland dateert uit 1997. In zowel de streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte als in deze beleidsregel is destijds vastgelegd in welke gebiedscategorieën het compensatiebeginsel van toepassing was. Deze komen niet meer helemaal overeen met het huidige provinciale ruimtelijk beleid en sluiten niet goed meer aan op de gebieden en kwaliteiten die in de structuurvisie zijn opgenomen en als provinciaal belang zijn aangemerkt. Dit wordt nu geactualiseerd.
In de praktijk is verder gebleken dat de uitvoeringsregels voor dit compensatiebeleid op onderdelen onduidelijk zijn of om toelichting vragen. Daarnaast moet het "Beleidskader Spelregels EHS" worden toegepast (toegezegd in IPO-verband). Daarom is een herziening van deze beleidsregel in voorbereiding.

Voor de Actualisering 2011 gaat het erom dat er in de structuurvisie en verordening duidelijk wordt gemaakt waar het compensatiebeginsel nog geldt en wat dat in grote lijnen betekent.
Voor de EHS is het compensatiebeginsel reeds vastgelegd in structuurvisie en verordening conform ook de aanwijzing van de AMvB Ruimte die ook in de nieuwe AMvB Ruimte naar alle verwachting weer zal worden opgenomen. Onder de EHS vallen alle op de functiekaart opgenomen natuurgebieden en Natura2000 en de ecologische verbindingen. De volledige EHS is vastgelegd op kaart 3 van de verordening.
Verder geldt de huidige compensatieplicht voor de rijksbufferzones en kernkwaliteiten nationale landschappen. In Hoofdstuk 1 van deze nota is juist voorgesteld de bufferzones te schrappen, gezien de verwachting dat het rijk dit beleid niet meer tot haar takenpakket zal rekenen. Omdat de bufferzones geheel binnen de provinciale landschappen vallen is bescherming afdoende geregeld. Het is niet nodig om hieraan een compensatieregeling te koppelen. Compensatie zou voor deze gebieden ook alleen kwaliteitsverbetering kunnen inhouden. Voor de provinciale landschappen geldt ook zonder compensatieverplichting echter al een ontwikkelopgave, gericht op verbetering van de kwaliteit en de recreatieve ontsluiting. In het verleden is toepassing van de compensatieverplichting bij rijksbufferzones zelden of nooit aan de orde geweest.
De categorie Randstadgroenstructuur en strategische groenprojecten worden nu gedekt door de recreatiegebieden (functiekaart) binnen de Zuidvleugel.
De gebieden met zeer hoge landschappelijke waarden zijn niet meer als zodanig in de structuurvisie onderscheiden. In het voormalige streekplanbeleid werd er bij de gemeenten op aangedrongen om karakteristieke en waardevolle landschapselementen te inventariseren en via bestemmingsplannen te beschermen. Deze benadering is ook in de structuurvisie opgenomen en zal met deze herziening nog worden benadrukt.
Voorgesteld wordt om in aansluiting op de EHS ook de belangrijke weidevogelgebieden onder het compensatiebeginsel te laten vallen.

De compensatieverplichting voor de EHS is en blijft conform de AMvB Ruimte in de verordening opgenomen. Voor de belangrijke weidevogelgebieden en de recreatiegebieden binnen de zuidvleugel is deze benadering niet strikt noodzakelijk. Het compensatiebeginsel is en blijft een beleidsregel, waarvoor opname in de verordening niet noodzakelijk is. Bedreigende ingrepen in recreatiegebieden en belangrijke weidevogelgebieden zijn meestal ingrepen in het kader van de aanleg van infrastructuur of verstedelijking. Bij rijksinitiatieven is de verordening niet van kracht, bij provinciale initiatieven is vastlegging in de structuurvisie voldoende omdat de structuurvisie bindend is voor de provincie zelf. Richting gemeenten heeft de provincie via vooroverleg, de zienswijze en de reactieve aanwijzing voldoende instrumentarium om in voorkomende gevallen compensatie af te dwingen.
De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden en recreatiegebieden in de Zuidvleugel moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen verder worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2012)' die het huidige beleidsregel 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De 'Spelregels EHS' worden daarbij als leidraad gebruikt.


15.2 Wijziging structuurvisie
De alinea onder kaart 4.8.4 verwijderen uit paragraaf 4.8.4. en vervangen door:
De Ecologische Hoofdstructuur is weergegeven op kaart 4.8.4. Op (ruimtelijke) ontwikkelingen in de Ecologische Hoofdstructuur is het 'nee, tenzij'-regime en het compensatiebeginsel van toepassing (zie paragraaf 4.8.4.1). Daarnaast worden in de planperiode ook de nodige maatregelen genomen om de water- en milieukwaliteit in de Ecologische Hoofdstructuur te verbeteren.

Paragraaf 4.8.4 laatste alinea aanpassen:
Weidevogelgebieden en overige natuurwaarden
Ook buiten de bovengenoemde natuur(gebieden) zijn er veel natuur- en landschapswaarden in het landelijk gebied. Vaak zijn die kleinschaliger of hangen ze samen met andere functies, zoals weidevogels afhankelijk zijn van de aanwezigheid van de grondgebonden veehouderij. De belangrijke weidevogelgebieden in het landelijk gebied zijn op de functiekaart en kaart 4.8.4 opgenomen. Voor de overige kleinschalige karakteristieke natuur- en landschapswaarden is de gemeente het aangewezen niveau om de bescherming via het bestemmingsplan te regelen. Zowel de belangrijke weidevogelgebieden als de karakteristieke landschapselementen vallen onder het compensatiebeginsel. (zie paragraaf 4.8.4.1)
Ook deze waarden zijn belangrijk en moeten door gemeenten beschermd worden..

Toevoegen nieuwe paragraaf 4.8.4.1
4.8.4.1 Compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap
In een dynamische omgeving is het niet te vermijden dat er toch plannen ontwikkeld worden die inbreuk doen op te beschermen waarden. In het algemeen wordt er bij ontwikkelingen gevraagd om een goede landschappelijke inpassing. Voor een aantal categorieën gebieden wordt daarboven compensatie voor het verlies aan waarden geëist. In Zuid-Holland gaat het dan om
  • de Ecologische Hoofdstructuur;
  • de belangrijke weidevogelgebieden;
  • de recreatiegebieden in de Zuidvleugel;
  • de karakteristieke landschapselementen.
In deze gebieden zijn geen nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen toegestaan die een significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied tenzij daarmee een groot openbaar belang gediend is en er geen reële alternatieven voorhanden zijn. In dat geval moet de schade zoveel mogelijk beperkt worden door het treffen van mitigerende maatregelen en moet de resterende schade gecompenseerd worden. In het algemeen vindt de compensatie plaats:
  1. aansluitend aan of nabij het aangetaste gebied, met dien verstande dat een duurzame situatie ontstaat;
  2. door realisering van kwalitatief gelijkwaardige waarden of fysieke compensatie op afstand van het gebied als fysieke compensatie aansluitend aan of nabij het gebied niet mogelijk is, of
  3. op financiële wijze als zowel fysieke compensatie als compensatie door kwalitatief gelijkwaardige waarden op korte termijn redelijkerwijs onmogelijk is.
De compensatieverplichting voor gebieden in de Ecologische Hoofdstructuur is conform de AMvB Ruimte geregeld in artikel 5 van de verordening. Het compensatiebeginsel is niet van toepassing op ontwikkelingen binnen het huidige agrarische grondgebruik in belangrijke weidevogelgebieden (zoals intensivering van het graslandgebruik, de aanleg van kavelpaden, slootdempingen, ruwvoederteelt en de nieuwbouw of uitbreiding van boerderijen), op de vestiging of uitbreiding van (zeer) intensieve vormen van dagrecreatie in recreatiegebieden (mits wordt voldaan aan de voorwaarden in art 3 van de verordening) en op de aantasting van karakteristieke landschapselementen voor zover gelegen binnen de bebouwingscontouren of agrarische bouwpercelen.
In het gehele landelijke gebied komen karakteristieke landschapselementen voor die beschermd moeten worden. Door de kleinschaligheid is het bestemmingsplan het aangewezen planniveau om daarvoor het compensatiebeginsel vast te leggen.

De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden, recreatiegebieden in de Zuidvleugel en karakteristieke landschapselementen moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen, staan in de provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, en Landschap Zuid-Holland (1997)'6.

Paragraaf 4.9.2.1, toevoegen aan de laatste alinea boven het kopje Regioparken.
Gezien het belang dat aan de dagrecreatiegebieden wordt gehecht, geldt hier het compensatiebeginsel (zie paragraaf 4.8.4.1). De recreatiegebieden in de Zuidvleugel waarop het compensatiebeginsel van toepassing is zijn aangegeven op kaart 4.9.2.1b.


15.3 Wijziging verordening
De toelichting op artikel 5 wordt aangepast

De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke ingrepen) moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel ‘Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2012), die het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De ‘Spelregels EHS’ worden daarbij als leidraad gebruikt. Aangezien voor ruimtelijke ingrepen in de EHS meestal een bestemmingsplanprocedure moet worden doorlopen zal de gemeente doorgaans het bevoegd gezag zijn in de compensatieprocedure en centraal staan in de borging van de compensatieverplichting. Het bevoegd gezag dient er op toe te zien dat er een goed compensatieplan komt en dat dit volledig en tijdig wordt uitgevoerd. De gemeente rapporteert jaarlijks aan GS over de voortgang van EHS-compensatieprojecten.


15.4 Kaartwijziging(en)
Toevoegen kaart 4.9.1.1 Recreatiegebieden in de Zuidvleugel (bestaand en nieuw)
Zie bijlage 4.

6 Het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal in 2012 worden herzien, geactualiseerd en verduidelijkt.
16 Correcties EHS
16.1 Inleiding
Na de globale aanduiding in de eerdere streekplannen, is in juli 2010 de EHS voor het eerst exact begrensd in de verordening. Echter, omdat het ging om vele duizenden deelbegrenzingen, is er een aantal foutjes in blijven zitten. De correcties EHS hebben betrekking op het herstellen van kleine kaartfouten in de vanouds bestaande natuur. Het gaat voor het overgrote deel om het uit de begrenzing halen van percelen die ten onrechte waren begrensd en voor een klein deel om het binnen de begrenzing brengen van bestaande natuur die ten onrechte niet was begrensd. De herijking EHS heeft betrekking op de nog niet gerealiseerde projecten nieuwe natuur; terwijl deze correctie betrekking hebben op bestaande situaties.


16.2 Kaartwijziging(en)
De begrenzing van de EHS op kaart 3 van de verordening wijzigt op de volgende plaatsen (zie bijlage 6):

1601 Noordwijkerhout: Vogelaardreef (weg geschrapt als EHS)
1602 Noordwijk: Duindamseweg noord (weg geschrapt als EHS)
1603 Noordwijk: Duindamseweg midden (weg geschrapt als EHS)
1604 Noordwijk: Duindamseweg zuid (weg geschrapt als EHS)
1605 Noordwijk: Duinweg noord (weg en een perceel geschrapt als EHS)
1606 Noordwijk: Duinweg midden (weg geschrapt als EHS en een perceel aan de EHS toegevoegd)
1607 Noordwijk: Duinweg zuid (perceel geschrapt als EHS)
1608 Noordwijk: Hooghwaeck (perceel toegevoegd aan de EHS)
1609 Noordwijk: Northgodreef (perceelsgrenzen gecorrigeerd)
1610 Noordwijk: Coepelduin zuidoost (vijf percelen geschrapt als EHS)
1611 Noordwijk: Coepelduin west (twee percelen geschrapt als EHS en twee percelen aan de EHS toegevoegd)
1612 Noordwijk: Koepelweg (drie percelen geschrapt als EHS en een perceel aan de EHS toegevoegd)
1613 Noordwijk: Coepelduin zuid (een perceel geschrapt als EHS en een perceel aan de EHS toegevoegd)
1614 Katwijk: Coepelduin zuidoost (een perceel aan de EHS toegevoegd)
1615 Katwijk: Coepelduin zuidwest (twee oeverstroken en een perceel geschrapt als EHS)
1616 Katwijk: Coepelduin zuid (drie percelen geschrapt als EHS en drie percelen aan de EHS toegevoegd)
1617 Noordwijkerhout: Leeuwenhorst (vier percelen geschrapt als EHS)
1618 Noordwijk: Gooweg (acht percelen geschrapt als EHS)
1619 Den Haag: Scheveningen (twee percelen geschrapt als EHS)
1620 Leidschendam: Geerpolder (vier percelen aan de EHS toegevoegd)
1621 Rijswijk: Hoornbrug (vier percelen geschrapt als EHS en een perceel aan de EHS toegevoegd)
1622 Westvoorne: Kreekpad (een perceel gewijzigd van 'overige nieuwe natuur' in 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur')
1623 Ouddorp: Westduinen (twee percelen geschrapt als EHS)
1624 Stellendam: Stellebos (vier percelen en twee strookjes geschrapt als EHS)
1625 Hellevoetsluis: Quackgors (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1626 Oud-Beijerland: De Vliet (twee percelen geschrapt als EHS en twee stukjes toegevoegd als ecologische verbinding)
1627 Strijen: Oudeland van Strijen west (drie percelen geschrapt als EHS)
1628 Strijen: Oudeland van Strijen zuid (een perceel geschrapt als EHS)
1629 Strijen: Oudeland van Strijen oost (vijf percelen geschrapt als EHS)
1630 Strijen: Oudeland van Strijen noord (drie percelen geschrapt als EHS en een perceel aan de EHS toegevoegd)
1631 Strijen: Mariapolder (dijk geschrapt als EHS)
1632 Binnenmaas: Binnenbedijkte Maas (perceel aan de zuidoever geschrapt als EHS en aanduiding ecologische verbinding gewijzigd in 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur')
1633 Binnenmaas: Geertruide Agathapolder (perceel toegevoegd als 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur')
1634 Barendrecht: Carnissegrienden (twee percelen toegevoegd als 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur')
1635 Barendrecht: Vredepolder (weg geschrapt als EHS)
1636 Papendrecht: polder Nieuwland (twee stroken geschrapt als ecologische verbinding)
1637 Alblasserdam: polder Blokweer (twee percelen geschrapt als EHS)
1638 Leerdam: Diefdijk zuid (drie percelen geschrapt als EHS)
1639 Leerdam: Wiel van Bassa (perceel geschrapt als EHS en een deel van de aanduiding 'waternatuurgebied' gewijzigd in 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur')
1640 Leerdam: Diefdijk midden (aantal percelen van de aanduiding 'zoekgebied' gewijzigd in 'bestaande natuur en prioritaire nieuwe natuur', twee percelen geschrapt als EHS en een perceel toegevoegd aan de EHS)
1641 Leerdam: Diefdijk noord (perceel toegevoegd aan de EHS)
1642 Krimpen aan den IJssel: Hollandsche IJssel (dijk zuidoever en twee percelen geschrapt als EHS)
1644 Ouderkerk: Hollandsche IJssel (een perceel geschrapt als EHS)
1645 Gouda: Hollandsche IJssel west (twee percelen geschrapt als EHS)
1646 Zuidplas: Boogpark en Waterparel (deel ecologische verbinding verplaatst en een perceel geschrapt als EHS)
1647 Hekendorp: Hogebrug (een perceel geschrapt als EHS en twee percelen toegevoegd aan de EHS)
1648 Zwammerdam: N11-spoorbaan (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1649 Bodegraven: N11-spoorbaan (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1650 Zevenhoven: Groene Jonker (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1651 Teylingen: Veerpolder (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1652 Rockanje: De Waal (vijf percelen geschrapt als EHS en twee percelen toegevoegd aan de EHS)
1653 Ouddorp: De Schans (een perceel toegevoegd aan de EHS)
1654 Papendrecht, N214 (berm N214 geschrapt als EHS)

Een aantal van bovenstaande wijzigingen is van een zodanige omvang dat ook de functiekaart moet worden aangepast (zie bijlage 2). Het gaat om:

1620 Leidschendam: Geerpolder (drie percelen gewijzigd van 'agrarisch landschap – inspelen op bodemdaling' in 'natuurgebied')
1646 Gouda: Boogpark (deel ecologische verbinding verplaatst)
1647 Hekendorp: Hogebrug (een perceel gewijzigd van 'agrarisch landschap – inspelen op bodemdaling' in 'natuurgebied')
1651 Oegstgeest: Veerpolder (een perceel gewijzigd van 'stedelijk groen buiten de contour' in 'natuurgebied' (werkt door op kaart 1 van de verordening)

Zie bijlage 6.