Beleidskeuze:
Het provinciale beleid is gericht op het behouden, herstellen en op langere termijn vergroten van de biodiversiteit in Zuid-Holland, inclusief de biodiversiteit van de bodem. Om dit doel te bereiken zet de provincie in op duurzaam beheer, bescherming en voltooiing van de het Natuurnetwerk Nederland, meer natuurwaarden op boerenland en in recreatiegebieden. De actieve bescherming van soorten geven we vorm en inhoud aan de hand van 40 icoonsoorten en binnen het faunabeheer hebben we aandacht voor de (welzijns-)effecten van dieren op de langere termijn.
We ontwikkelen samen met de stakeholders een integrale visie voor alle gebieden (met Natura 2000, natuurnetwerk Nederland, agrarisch natuurbeheer als vertrekpunt) waarbij we de systemische, ecologische en hydrologische samenhang van gebieden met de omgeving integraal versterken. De druk op kernen van natuurgebieden is gereguleerd door de ontwikkeling van toeristische- recreatieve magneetplekken, waar ondernemers extra waarde creëren. De ruimtelijke bescherming van het NNN, belangrijke weidevogelgebieden, recreatiegebieden en karakteristieke landschapselementen is geregeld in de verordening. De wettelijke bescherming van gebieden en soorten is geregeld in de Wet natuurbescherming. Compensatie is het sluitstuk in de bescherming van deze waarden en moet voorkomen dat die door ingrepen in het landelijk gebied per saldo afnemen. Het provinciale compensatiebeleid is uitgewerkt in de beleidsregel.
Toelichting:
Omschrijving:
Met deze beleidsbeslissing wordt niet alleen een belangrijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de Europese en mondiale biodiversiteit, maar ook aan andere maatschappelijke doelen. Zo zijn koppelingen mogelijk met een gezond, aantrekkelijk en klimaatbestendig woon- en vestigingsklimaat, waterveiligheid en waterkwaliteit, erfgoed, recreatie en het tegengaan van bodemdaling.
Motivering:
Nationaal Belang: Ja
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Ja
Voor het bereiken van de VHR-doelen is het belangrijk dat de biodiversiteit in de gehele provicie wordt versterkt
Aanleiding:
Nieuwe Wet Natuurbescherming en de actualisatie van de Beleidsvisie Groen
Afweging:
De wettelijke verplichting om een (natuur-)visie op te stellen en de uitwerking van een provinciale Omgevingsvisie. De beleidsbeslissing vormen het resultaat van een integrale afweging op basis van het doorlopen open planproces waarbij tal van partijen hebben geparticipeerd.
Beleidskeuze:
Binnenstedelijk realiseren wij gezamenlijk met de steden een fijnmazig groenblauw recreatief netwerk van groenblauwe schoolpleinen, groenblauwe daken, groenblauwe winkelcentra, groenblauwe bedrijfsterreinen en parken. Een netwerk op het niveau van het landschapspark Zuidvleugel dat zich uitstrekt tot buiten de stadsranden, met als drager het karakteristieke cultuurhistorische watersysteem van Zuid-Holland met lijnen als de Rotte, Vliet, Schie en Oude Rijn. Hiertoe worden de mogelijkheden verkend van een scorekaart en een groenfonds.
Toelichting:
Omschrijving:
Voor het ontwikkelen van een groenblauwe leefomgeving in en om de stad werken wij samen met de steden aan een scorekaart. Dit betreft een kwalitatieve en kwantitatieve scorekaart voor verschillende te onderscheiden gebieden. De scorekaart geeft richting aan natuurinclusieve nieuwbouw, renovatie en het klimaatbestendig maken van woningen; de basiskwaliteit aan groen van woon- en werkgebieden en de toegankelijkheid van groen.
Samen met onze partners gaan wij de mogelijkheden van de invoering van een Groenfonds onderzoeken. Dit betreft een fonds dat gelden uit verschillende sectoren samenbrengt, waardoor de opgave in een gebied centraal staat. Gemeenten mogen aanspraak maken op het Groenfonds om projecten te bekostigen die ervoor zorgen dat zij aan de scorekaart gaan voldoen.
Motivering:
Nationaal Belang: Nee
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Nee
Gemeentes kunnen het niet alleen, de winst zit in gezamenlijkheid en samenhang. De provincie beschikt bij uitstek over de mogelijkheden en instrumenten om dit toe te voegen. Voor de provincie is de aansluiting met de Nationale parken van extra belang omdat men nu moeilijk bij het groen en blauw buiten de stad komt.
Aanleiding:
Er is sprake van een brede maatschappelijke behoefte en vraag richting provincie om meer te doen aan groen en blauw in en om de stad. Het is nu moeilijk om bij het groen en blauw buiten de stad te komen.
Afweging:
Zie boven bij Omschrijving.
Beleidskeuze:
De provincie streeft naar het voorkomen en verminderen van stress-gerelateerde ziektes door het aanbieden van verschillende soorten groen (bos, park, recreatieterreinen). Samen met partners zetten we hiermee in op verhoging van de levensverwachting in verschillende wijken. Hiertoe ontwikkelen we onder andere een platform voor alle groeninitiatieven.
Toelichting:
Omschrijving:
Motivering:
Nationaal Belang: Nee
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Nee
Een gezonde leefomgeving betreft een groot belang voor de inwoners van Zuid-Holland. Met name voor het voorzien van groenblauw in de leefomgeving kan de provincie vanuit haar verantwoordelijkheden en taken een significante bijdrage leveren aan deze opgave.
Aanleiding:
De gezondheid van de Zuid-Hollander staat onder druk door ongezonde leefgewoonten en milieufactoren.
Afweging:
Beleidskeuze:
De provincie wil onder andere vanuit de medeverantwoordelijkheid voor het interbestuurlijke Programma Aanpak Stikstof in samenwerking met partners de depositie van stikstof van de landbouw – maar ook van de industrie en verkeer – langdurig en stevig terugdringen, ruimtelijke en economische ontwikkeling mogelijk maken en natuurherstel realiseren.
Toelichting:
Omschrijving:
Het terugdringen van stikstofdepositie, het realiseren van Europese natuurdoelstellingen en het mogelijk maken van ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Waarbij meer wordt ingezet op bronbeleid.
Motivering:
Nationaal Belang: Ja
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Ja
De provincie heeft een wettelijke taak op basis van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Het Programma Aanpak Stikstof is interbestuurlijk (tussen Rijk en Provincies) vastgesteld.
Het betreft hier een onderwerp van regionaal belang en het onderwerp is gemeentegrensoverschrijdend.
Aanleiding:
Europese regelgeving ter behoud en ontwikkeling van natuurwaarde. Vernietiging van vergunningen omdat deze niet voldeden aan Europese regelgeving.
Afweging:
Het inzicht om deze drie doelstellingen met elkaar te verbinden: de depositie terug te dringen, ruimtelijke en economische ontwikkeling mogelijk te maken en natuurherstel te realiseren.
Beleidskeuze:
De beleving van het landschap en erfgoed neemt verder toe, de provincie ontwikkelt en verbindt hiervoor onder meer regio’s van wereldklasse voor waterrecreatie (Nationaal Park Biesbosch Haringvliet en Hollands Plassengebied) en verbindt de vaarnetwerken in- en om de stad. En bevordert dit door het stimuleren van duurzame waterrecreatie en meerdaags verblijf op het water.
Toelichting:
Omschrijving:
De provincie draagt bij aan versterking van groenblauwe structuren en groenbeleving (1.3 begroting).
Motivering:
Nationaal Belang: Ja
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Nee
Met de decentralisatie (2012) van Het rijksrecreatiebeleid (RodS) is de provinciale verantwoordelijkheid voor het recreatiebeleid uitgebreid. De provincie was reeds verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud voor de recreatiegebieden buiten de stad.
Aanleiding:
De provincie was reeds verantwoordelijk voor het groenbeleid, met de decentralisatie is de provinciale verantwoordelijkheid uitgebreid.
Afweging:
Afweging is dat de provincie verantwoordelijk is voor voldoende, gevarieerd, nabij, bekend en beleefbaar groen voor onze bewoners en bezoekers.
Beleidskeuze:
Het verstandig omgaan met (de gevolgen van) bodemdaling is een gezamenlijke opgave voor de overheden en grondgebruikers en -eigenaren. Niet één partij is verantwoordelijk en niet één partij heeft de oplossing. Samenwerking is nodig. De provincie stimuleert het verstandig omgaan met (de gevolgen van) bodemdaling. Afhankelijk van de lokale omstandigheden en mogelijkheden is dat mitigeren (tegengaan van de bodemdaling) of adapteren (meebewegen met de bodemdaling). Vanwege de klimaatopgave en het terugdringen van de broeikasgasemissies, geldt een generieke opgave voor het tegengaan van veenbodemdaling die gepaard gaat met broeikasgasemissie. Met de andere overheden hebben wij afgesproken om samen te werken aan veenbodemvisies en deze te vertalen in strategieën om de bodemdaling en de effecten ervan tegen te gaan. Daar waar we bodemdaling niet kunnen of willen accepteren zullen maatregelen moeten worden genomen of zal zelfs een verandering van het grondgebruik noodzakelijk zijn. Daarbij kan gedacht worden aan de toepassing van natte teelten of functieverandering naar bijvoorbeeld waterberging, natuur, recreatie, zonneweiden, wonen of combinaties daarvan. Een dergelijke transitie kost tijd. Technieken, zoals het toepassen van piepschuim onder wegen of onderwaterdrainage in landbouwgebieden, kunnen worden ingezet om de bodemdaling te vertragen en daarmee tijd te kopen om een transitie mogelijk te maken.
Met alle belanghebbende partners beperken wij de maatschappelijke kosten van bodemdaling in diepe veenweiden (riolering, wegen, leidingen, funderingen, waterbeheer, veenoxidatie), bieden perspectief voor de melkveehouderij en behouden het kenmerkende polderlandschap.
Toelichting:
Omschrijving:
De provincie zet zich in voor het gezamenlijk met andere partijen afremmen van bodemdaling in veengebieden. Het proces van bodemdaling kan niet volledig worden gestopt, zonder ingrijpende vernatting. Op lange termijn gaat het veenlandschap onvermijdelijk veranderen. Dat kan consequenties hebben voor het ruimtegebruik. De provincie zet zowel generiek in op het vertragen van de bodemdaling als gebiedspecifiek in de urgent kwetsbare gebieden. De provincie verwacht van de waterschappen dat ze bij het vaststellen van de peilbesluiten rekening houden met de gevolgen van bodemdaling. Waar het tegengaan van bodemdaling vraagt om adaptatie of transitie, hebben overheden, ondernemers en grondeigenaren of gebruikers ieder hun eigen verantwoordelijkheid.
De provinciale ambitie en inzet is gericht op het zichtbaar en bespreekbaar maken van de gevolgen van bodemdaling in de toekomst en het helpen bieden van handelingsperspectieven voor een vitale en (be)leefbare toekomst van de gebieden met slappe veen- en kleigronden.
De provincie wil de kennis, bewustwording en samenwerking ten behoeve van de opgave bodemdaling vergroten, om te komen tot een strategie en inzet van middelen en instrumenten. Daarbij gaat het om het begrijpen van de bodemdalingsprocessen en –effecten, de impact op het toekomstperspectief voor mensen en gebieden en het ontwikkelen van strategieën en handelingsperspectieven voor een passende adaptatie of transitie. Dat doen we met aandacht voor de differentiatie van de bodemdalingseffecten in ruimte en tijd, met oog voor de relatie met andere maatschappelijke opgaven zoals klimaat, circulaire economie en toekomstbestendig wonen, en in afstemming en samenwerking met andere overheden, kennisinstellingen, bedrijfsleven en andere relevante partijen en partners.
Deze ambitie realiseren we langs vier strategische lijnen "kennen", "doen", "communiceren" en "kunnen kiezen", die zijn uitgewerkt in het provinciaal Programma Bodemdaling 2016-2019 en de GS-brief "uitvoering moties bodemdaling en zonneboeren" aan Provinciale Staten (door GS vastgesteld in mei 2018).
1. Kennen van bodemdalingsprocessen en-effecten en van handelingsperspectieven.
2. Doen en concreet aan de slag gaan met maatregelen om praktisch te leren en te laten zien
3. Communiceren om de problematiek en perspectieven te delen en bespreekbaar te maken en in samenwerking door te ontwikkelen en uit te rollen.
4. Kunnen kiezen en de resultaten van het kennen, doen en communiceren benutten als bouwstenen voor strategie en beleid.
De provincie vraagt om bij de locatiekeuzes voor en het ontwikkelen van nieuwe woningbouwplannen, de bodemdalingsgevoeligheid van een gebied expliciet mee te nemen vanwege het toekomstig beheer van de woningbouw en woonomgeving. De potentieel hoge beheerskosten zijn voor ons extra reden om terughoudend te zijn ten aanzien van het toevoegen van nieuwe woningbouwlocaties buiten bestaand stad- en dorpsgebied in bodemdalingsgevoelige gebieden.
Zonnevelden kunnen, onder voorwaarden, bijdragen aan een economisch rendabel veenweidegebied en de transitie naar duurzame energie. Echter, de provincie beschermt ook de schaarse open ruimte en landschapswaarden en is om die reden terughoudend in het toestaan van zonnevelden. In beperkte mate en onder voorwaarden worden mogelijkheden voor zonnevelden geboden, waaronder in het knikpuntgebied pilot Zuidplas. De huidige landbouw heeft hier geen toekomst vanwege de keuze om de bodemdaling te stoppen en de waterpeilen niet meer mee te laten zakken.
Motivering:
Nationaal Belang: Ja
Provinciaal Belang: Ja
Wettelijke Taak of bevoegdheid: Nee
Het is een grote maatschappelijke opgave die speelt op de lange termijn, en over gebieden en sectoren heen. Bodemdaling heeft gevolgen voor het landschap, klimaat, grondgebruik, gebouwen en infrastructuur en waterbeheer en zorgt voor hoge maatschappelijke kosten. Circa 75% van de provincie Zuid-Holland bestaat uit bodem die gevoelig is voor bodemdaling. De belangrijkste oorzaken van de bodemdaling zijn zettingen als gevolg van belasting van de slappe bodem (in bebouwd gebied) en veenafbraak als gevolg van ontwatering (in het landelijke veenweidegebied). Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat de maatschappelijke kosten van bodemdaling in slappe bodems tot 2050 zullen zijn opgelopen tot 22 miljard euro. Bodemdaling heeft een duidelijke relatie met klimaatverandering. In het landelijk gebied draagt veenbodemdaling bij aan de uitstoot van broeikasgassen, een slechtere waterkwaliteit en hoge kosten voor met name beheer en onderhoud van infrastructuur. In het stedelijk gebied veroorzaakt zetting of compactie van de slappe bodem voor schade en/of hoge kosten voor beheer en onderhoud aan funderingen, wegen, openbare ruimte, rioleringen en leidingen. Bij extreme regenval kan het water minder goed worden afgevoerd door rioleringen en bij langdurige droogte kunnen houten palen droog komen te staan.
Aanleiding:
Doorgaande bodemdaling en klimaatverandering heeft impact op gebieden en sectoren, op landschap, klimaat, grondgebruik, gebouwen, infrastructuur, waterbeheer, schades en maatschappelijk- en beheerskosten. Niets doen leidt tot toenemende negatieve gevolgen en maatschappelijke kosten..
Afweging:
Het provinicaal beleid is gebaseerd op lange termijn (>30 jaar) effecten van bodemdaling en klimaatverandering op water, groen, milieu, klimaat, economie, leefbaarheid en cultuurhistorie. En de maatschappelijke kosten en baten nu en op de lange termijn.