Hoofdstuk 3 Algemene ontheffing en afwijking

Artikel 15 Algemene ontheffings- en afwijkingsbepalingen

Lid 1 algemene ontheffing bij groot openbaar of individueel belang

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bepalingen van deze verordening ten behoeve van de vestiging, de bouw, de verplaatsing of de uitbreiding van een woning, een bedrijf, een kantoor of een andere functie, of de functiewijziging van een bestaand gebouw of gebouwencomplex. Hiervoor moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. er is sprake van een groot maatschappelijk, sociaal en/of (bedrijfs)economisch belang;
  2. de provinciale belangen zoals verwoord in de provinciale structuurvisie worden niet in onevenredige mate aangetast;
  3. en zijn geen reële andere mogelijkheden én
  4. de negatieve effecten worden zoveel mogelijk beperkt.

Deze ontheffing is niet van toepassing op bestemmingsplannen voor gebieden die onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 en 2 en zoals aangegeven op kaart 3. Voor deze gebieden bevat artikel 5 lid 3 een specifieke afwijkingsmogelijkheid
 



Lid 2 algemene ontheffing voor toepassing van maatwerk

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bepalingen van deze verordening voor de toepassing van maatwerk bij nieuwe ontwikkelingen, waarbij strikte toepassing van de betreffende bepalingen niet in verhouding staat tot het belang dat is gemoeid bij de nieuwe ontwikkeling.



Lid 3 bijzondere voorwaarden rijksbufferzones

Indien het gaat om een ontwikkeling gelegen binnen een rijksbufferzone zoals aangegeven op kaart 4 gelden voor het verlenen van de in lid 1 bedoelde ontheffing de volgende voorwaarden:

  1. er is sprake van een groot openbaar belang;
  2. de provinciale belangen zoals verwoord in de provinciale structuurvisie worden niet in onevenredige mate aangetast;
  3. er zijn geen reële andere mogelijkheden;
  4. de negatieve effecten worden zoveel mogelijk beperkt en de overblijvende effecten worden gecompenseerd én
  5. indien compensatie aan de orde is worden maatregelen genomen om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten of de dagrecreatieve functie te versterken.
     


Lid 4 afwijkingsmogelijkheid voor bestaande (bouw)rechten in een geldend bestemmingsplan

In afwijking van het bepaalde in deze verordening kan in een bestemmingsplan een (bouw)recht uit een geldend bestemmingsplan opnieuw worden bestemd, indien het belang bij strikte handhaving van deze verordening niet in verhouding staat tot het belang bij het behoud van het (bouw)recht.

Deze afwijkingsmogelijkheid is niet van toepassing op bestemmingsplannen voor gebieden die onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2 en zoals aangegeven op kaart 3, of die zijn gelegen binnen een rijksbufferzone zoals aangegeven op kaart 4.