Visie op Zuid-Holland - verordening Ruimte, actualisering 2012 | |
Status | onbekend |
IDN | NL.IMRO.9928.VoZuidHollandPVR-GC13 |
Plantype | provinciale verordening |
Plandatum |
artikel 23 Aanpassingstermijn en overgangsregeling
lid 1 aanpassingstermijn geldende bestemmingsplannen
Voor zover een bepaling in deze verordening de aanpassing van een geldend bestemmingsplan noodzakelijk maakt, stelt de gemeenteraad uiterlijk 30 december 2014 een bestemmingsplan vast met inachtneming van deze verordening. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op artikel_18 (archeologie) en artikel_19 (Limes). lid 2 aanpassingstermijn nieuwe bestemmingsplannen
Een bestemmingsplan dat wordt vastgesteld na de inwerkingtreding van deze verordening moet in overeenstemming zijn met deze verordening. lid 3 overgangsregeling bestemmingsplannen
Voor zover ter zake van een onderwerp, geregeld bij deze verordening, in een bestemmingsplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010, een of meer bestemmingen en regels zijn opgenomen die in strijd zijn met deze verordening, wordt voor deze bestemmingen en regels ontheffing van deze verordening geacht te zijn verleend. Gedeputeerde Staten hebben met een bestemmingsplan of een onderdeel daarvan ingestemd indien een vastgesteld bestemmingsplan is goedgekeurd op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of indien geen aanwijzing is gegeven zoals bedoeld in artikel 3.8, lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel 14 (Luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). lid 4 overgangsregeling principebesluiten
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor principeverzoeken over ruimtelijke ontwikkelingen waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel 14 (Luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). lid 5 overgangsregeling verklaringen van geen bezwaar
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor na 1 januari 2005 op basis van artikel 19 lid 1 of artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (ingetrokken) verleende vrijstellingen van het bestemmingsplan. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel_5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel_14 (luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).
lid 1 aanpassingstermijn geldende bestemmingsplannen
Voor zover een bepaling in deze verordening de aanpassing van een geldend bestemmingsplan noodzakelijk maakt, stelt de gemeenteraad uiterlijk 30 december 2014 een bestemmingsplan vast met inachtneming van deze verordening. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op artikel_18 (archeologie) en artikel_19 (Limes). lid 2 aanpassingstermijn nieuwe bestemmingsplannen
Een bestemmingsplan dat wordt vastgesteld na de inwerkingtreding van deze verordening moet in overeenstemming zijn met deze verordening. lid 3 overgangsregeling bestemmingsplannen
Voor zover ter zake van een onderwerp, geregeld bij deze verordening, in een bestemmingsplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010, een of meer bestemmingen en regels zijn opgenomen die in strijd zijn met deze verordening, wordt voor deze bestemmingen en regels ontheffing van deze verordening geacht te zijn verleend. Gedeputeerde Staten hebben met een bestemmingsplan of een onderdeel daarvan ingestemd indien een vastgesteld bestemmingsplan is goedgekeurd op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of indien geen aanwijzing is gegeven zoals bedoeld in artikel 3.8, lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel 14 (Luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). lid 4 overgangsregeling principebesluiten
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor principeverzoeken over ruimtelijke ontwikkelingen waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel 14 (Luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). lid 5 overgangsregeling verklaringen van geen bezwaar
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor na 1 januari 2005 op basis van artikel 19 lid 1 of artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (ingetrokken) verleende vrijstellingen van het bestemmingsplan. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel_5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel_6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel_7 (kantoren), artikel_9 (detailhandel), artikel_10 (windenergie), artikel_12 (buitendijks bouwen), artikel_14 (luchthavens en helihavens), artikel_15 (vrijwaringszone provinciale vaarwegen), artikel_18 (archeologie), artikel_19 (Limes) en artikel_20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).