Artikel 3 Regels voor het gebied buiten de bebouwingscontouren
Lid 1 geen verstedelijking buiten de bebouwingscontouren
Bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren (zoals aangegeven op kaart 1) sluiten bestemmingen uit die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies mogelijk maken.
Lid 2 uitzonderingen
In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren de volgende ontwikkelingen mogelijk maken:
a) ruimte voor ruimte
‘Ruimte voor ruimte’; de sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, kassen of andere gebouwen danwel de sanering van sierteelt en de bouw van één of meer compensatiewoningen ter plekke of in de directe omgeving van de gesloopte bebouwing of op een andere passende locatie. in aansluiting op bestaande bebouwingsclusters. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse wordt duurzaam verbeterd;
  2. voor de sloop of sanering op één of meerdere percelen van iedere 1.000 m² gebouwen, iedere 5.000 m² kassen of iedere 2,25 ha boom- en sierteelt, mag één compensatiewoning worden gebouwd; het aantal compensatiewoningen bedraagt maximaal drie;
  3. de nieuwe woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  4. de te slopen gebouwen of kassen zijn opgericht voor de peildatum van 1 januari 2007;
  5. de te slopen kassen zijn gelegen buiten de gebieden voor glastuinbouw (met uitzondering van de transformatiegebieden) zoals aangeduid op kaart 2 én
  6. de te saneren sierteeltpercelen zijn gelegen buiten de boom- en sierteeltgebieden, zoals aangeduid op kaart 2.

In afwijking van het bepaalde onder ii is ook een combinatie van fysieke sanering en een financiële bijdrage mogelijk onder de volgende aanvullende voorwaarden:

  1. ten minste 50% van de onder ii bedoelde oppervlakte moet fysiek worden gesaneerd;
  2. voor de resterende oppervlakte is financiële compensatie geregeld op grond van artikel 6.12 Wro of artikel 6.24, eerste lid, onder a, Wro, inhoudende storting van een bedrag ter grootte van de ontbrekende oppervlakte in m² x een normbedrag in een (inter)gemeentelijke kwaliteitsfonds ten behoeve van fysieke sanering;
  3. Provinciale Staten hebben een regeling financiële compensatie vastgesteld en op basis daarvan is een (inter)gemeentelijk fonds ingesteld;
  4. de financiële compensatie wordt slechts ingezet om het aantal woningen naar boven af te ronden op het eerstvolgende hele getal.

b) nieuwe landgoederen
‘Nieuwe landgoederen’; de mogelijkheid een landhuis of andere bebouwing op te richten en ter compensatie een deels openbaar landgoed (natuur- en/of recreatiegebied) aan te leggen. De realisatie is uitgesloten in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), zoals aangegeven op kaart 3, evenals in gerealiseerde recreatiegebieden. In nog niet gerealiseerde ecologische verbindingen van de EHS is de oprichting van een nieuw landgoed wel mogelijk, mits de bebouwde kavel buiten de verbinding wordt gerealiseerd. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse wordt duurzaam verbeterd;
  2. hetgeen wordt aangetoond in een beeldkwaliteitsparagraaf over de beeldkwaliteitsparagraaf, als bedoeld in artikel 2, lid 3, gaat mede in op de inrichting van het landgoedpark, de vormgeving van de bebouwing en de aansluiting op het omliggende landschap;
  3. het landgoed wordt minimaal 5 hectare groot en is nagenoeg aaneengesloten;
  4. minimaal 90% van het gebied is voor het publiek toegankelijk, hetgeen wordt gewaarborgd in een overeenkomst met kettingbeding;
  5. maximaal 10% van het gebied behoort tot het private deel, dat voor maximaal 20% mag worden bebouwd, met een bij het wezen van een landgoed passende bebouwing;
  6. bedrijfsfuncties zijn beperkt tot categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  7. de functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;
  8. het onder iii bedoelde gebied wordt niet bebouwd maar ingericht met groene en/of blauwe functies die passen in de ambities voor het omliggende landschap, zoals aangeduid op de kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie, en die - voorzover het gaat om aanleg in een nog niet gerealiseerde ecologische verbinding - aansluiten bij het beoogde natuurdoeltype van de ecologische verbinding en waarvan het beheer en het onderhoud worden gewaarborgd in de onder iv bedoelde overeenkomst.

c) vrijkomende agrarische bebouwing
Niet-agrarische functies (waaronder woningen) in vrijkomende agrarische bebouwing, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de nieuwe functie brengt uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  2. de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking;
  3. de nieuwe functie wordt gehuisvest in de bestaande bebouwing (uitgezonderd in kassen);
  4. indien sprake is van een zorgfunctie is gehele of gedeeltelijke herbouw en beperkte uitbreiding van de bebouwing binnen het voormalige bouwperceel toegestaan én
  5. bedrijfsfuncties worden beperkt tot de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of categorie 3 als de activiteit voor wat betreft aard en schaal is gelijk te stellen aan categorie 2.

d) noodzakelijke bebouwing
Nieuwe bebouwing en de daarbij behorende voorzieningen voor natuurbeheer, waterbeheer, veiligheid, hulpdiensten, de levering van gas, water of elektriciteit alsmede kleinschalige voorzieningen voor het benutten van aardwarmte. Daarbij moet voor het oprichten van nieuwe bebouwing voor hulpdiensten (zoals brandweerkazernes en ambulanceposten) worden aangetoond dat er geen goede alternatieve locatie beschikbaar is binnen de bebouwingscontour.
e) weggebonden voorzieningen
Nieuwe bebouwing voor weggebonden voorzieningen langs rijks- en provinciale wegen, voor zover de locatie niet is gelegen in een bufferzone, zoals aangeduid op kaart 4.

f) functies en bebouwing passend bij stedelijk groen buiten de bebouwingscontour
Nieuwe functies passend bij stedelijk groen buiten de bebouwingscontour, zoals sportvelden, volkstuinen en begraafplaatsen, binnen de op kaart 1 daarvoor aangewezen gebieden, waarbij gebouwen zijn toegestaan die in relatie staan tot de functie met een omvang en verschijningsvorm die passen in de omgeving.  
g) glastuinbouwgerelateerde bedrijven en functies in het glastuinbouwbedrijvengebied
Binnen de begrenzing van het ‘glastuinbouwbedrijvengebied’, zoals aangegeven op kaart 2, is naast glastuinbouw de vestiging of uitbreiding mogelijk van bedrijven en andere functies die een directe binding hebben met de glastuinbouw en noodzakelijk zijn voor het functioneren van de glastuinbouw, zoals transportbedrijven, verpakkings- en verwerkingsbedrijven en kennisinstituten. De vestiging is alleen mogelijk als sprake is van intensief ruimtegebruik en het areaal voor de glastuinbouw niet wordt verminderd. Dit kan bijvoorbeeld door de toepassing van dubbel grondgebruik van bedrijven in combinatie met glas.
h) boom- en sierteeltgerelateerde bedrijven en functies op het PCT-terrein
Binnen de begrenzing van het ‘boom- en sierteeltgebied PCT-terrein’, zoals aangegeven op kaart 2, is naast boom- en sierteelt in beperkte mate de vestiging mogelijk van bedrijven en andere functies die een directe binding hebben met de boom- en sierteelt en noodzakelijk zijn voor het functioneren van de boom- en sierteelt, zoals bedrijven voor opslag, transport en groothandel en onderzoeksinstituten.
i) 600 greenportwoningen Duin- en Bollenstreek
600 nieuwe woningen zoals bedoeld in de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek (Gedeputeerde Staten, 16 mei 2006), onder de volgende voorwaarden:
  1. de openheid van het landschap en de zichtlijnen worden niet significant aangetast;
  2. de woningen worden niet opgericht binnen het Kroonjuweel Landgoed Keukenhof zoals op genomen in de provinciale structuurvisie;
  3. de bouw van de woningen mag niet ten kosten gaan van de zichtbaarheid en ervaarbaarheid van het gebied in het OV-panorama langs het spoor, zoals opgenomen in de provinciale structuurvisie én
  4. de opbrengst van de bouw van de woningen wordt afgedragen aan de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij ten behoeve van de projecten uit het meerjarenprogramma.

j) woningen in bebouwingslinten
Nieuwe woningen in bebouwingslinten onder de volgende voorwaarden:
  1. de woningen vervangen bestaande bebouwing van ten minste hetzelfde volume;
  2. de bestaande bebouwing ligt binnen het bebouwingslint;
  3. de woningen worden gebouwd op ongeveer dezelfde locatie als de gesaneerde bebouwing;
  4. de woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  5. financiële compensatie is geregeld overeenkomstig art 3, lid 2 sub a onder viii, ix, en x en xi voor de oppervlakte die minder is gesloopt dan de in artikel 3, tweede lid, onder ii genoemde oppervlaktesen

k) woningen in linten in Zuidplas
Nieuwe woningen in linten in overeenstemming met de voorwaarden zoals opgenomen in het voormalige streekplan Zuid-Holland Oost, tweede partiele herziening, Zuidplas (Provinciale Staten, 24 mei 2006).
Lid 3 bestaande stedelijke functies buiten de bebouwingscontouren
In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in lid 1 dienen bestemmingsplannen die betrekking hebben op bestaande stedelijke functies in het gebied buiten de bebouwingscontouren (aangegeven op kaart 1) bepalingen te bevatten die voorzien in of in overeenstemming zijn met de volgende regels:
  1. bestaande niet-agrarische bedrijven en niet-volwaardige agrarische bedrijven mogen eenmalig worden uitgebreid met ten hoogste 10% van de inhoud;
  2. agrarisch aanverwante bedrijven mogen eenmalig worden uitgebreid met ten hoogste 10% van de inhoud, of 30% indien verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is en maatregelen worden getroffen voor een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  3. de door de gemeente te bepalen maximale omvang van bestaande burgerwoningen en recreatiewoningen, alsmede de bijbehorende erfbebouwing;
  4. nieuwe bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven, agrarisch aanverwante bedrijven en niet-volwaardige agrarische bedrijven worden uitgesloten;
  5. functiewijziging van bestaande bebouwing is mogelijk overeenkomstig de voorwaarden genoemd in artikel 3 lid 2 onder c;
  6. verplaatsing van een bestaande stedelijke functie naar een nieuwe locatie is mogelijk indien per saldo de ruimtelijke kwaliteit verbetert en de bebouwing en de verharding op de oorspronkelijke locatie worden verwijderd zonder toepassing van ‘ruimte voor ruimte’;
  7. bestaande handels- en exportbedrijven in bollen mogen op de bestaande locatie binnen het bollenteeltgtebied (zoals aangegeven op kaart 2) slechts uitbreiden als de uitbreiding noodzakelijk en doelmatig is, de landschappelijke kwaliteit niet significant wordt aangetast (waaronder zichtlijnen en openheid), het verlies aan bollengrond wordt gecompenseerd en financiële afdracht plaatsvindt aan de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij van de waardevermeerdering van het bedrijf als gevolg van het omzetten van bollengrond.

Lid 4 recreatieve functies en bebouwing
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren (zoals aangegeven op kaart 1) die betrekking hebben op recreatieve functies, mogen uitsluitend de volgende nieuwe bebouwing toelaten:
  1. kleinschalige bebouwing voor recreatie
    Kleinschalige bebouwing, uitgezonderd recreatiewoningen en bedrijfswoningen, met een omvang van minder dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak passend bij en ondersteunend aan de recreatieve functie van het gebied. Medegebruik voor ondergeschikte andere functies kan worden toegelaten, mits passend bij de hoofdfunctie.  Bijvoorbeeld een restaurant, een café, een bed & breakfast, een manege, een centrum voor natuureducatie, een clubgebouw bij een golfbaan of voorzieningen bij een camping.
  2. recreatiewoningen
    Recreatiewoningen en de bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen als onderdeel van een complex van recreatiewoningen, binnen de op kaart 1 aangegeven gebieden voor verblijfsrecreatie, onder de voorwaarde van goede landschappelijke inpassing. Voor de op de kaart 1 aangegeven gebieden voor verblijfsrecreatie op de Kop van Goeree zijn aanvullend de toetsingscriteria voor extra ruimtebehoefte uit het voormalige streekplan Zuid-Holland Zuid (Provinciale Staten, 17 mei 2000) van toepassing. In beginsel dient het aantal verblijfseenheden in deze gebieden gelijk te blijven (peildatum 1 januari 1999).
  3. bebouwing op het strand
    Nieuwe bebouwing op de gronden die op kaart 1 behorende bij deze verordening zijn aangewezen voor strandbebouwing, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de bebouwing ondersteunt het recreatieve karakter van de kust;
  2. de bebouwing is gemakkelijk verwijderbaar;
  3. de bebouwing vormt geen belemmering voor het onderhoud, de veiligheid of de versterking van de aanwezige waterkeringen. Hierbij is advies nodig van de beheerder van de waterkering.

Lid 5 afwijkingsmogelijkheid voor grootschalige recreatieve bebouwing
Een bestemmingsplan kan in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, onder a, een bestemming bevatten die incidenteel grootschalige bebouwing toelaat, met een omvang van meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak, passend bij en ondersteunend aan de recreatieve functie van het gebied, bij een goed ontsloten toegang tot een recreatiegebied. Medegebruik voor ondergeschikte andere functies kan worden toegelaten, mits passend bij de hoofdfunctie.


Lid 6 aanpassen bebouwingscontouren door GS ten behoeve van 'in- en uitdeuken'
Gedeputeerde Staten kunnen de bebouwingscontouren, zoals weergegeven op kaart 1, aanpassen wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. onbenutte ruimte binnen de bestaande contouren binnen een gemeente wordt ingeruild voor nieuw te bebouwen ruimte buiten de bestaande bebouwingscontour;
  2. het totale oppervlak van het gebied binnen de bebouwingscontour wordt niet vergroot;
  3. de totale lengte van de te wijzigen bebouwingscontouren wordt niet vergroot én
  4. belangrijke natuur-, landschaps- en/of cultuurhistorische waarden worden niet aangetast.
Deze regeling is ook van toepassing op het ‘uitdeuken’ van de contouren van ‘stedelijk groen buiten de contour’, zoals weergegeven op kaart 1, in combinatie met het ‘indeuken’ van de bebouwingscontouren of de contouren van ‘stedelijk groen buiten de contour’.
Lid 7 compensatie bollengrond
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen het bollenteeltgebied, zoals aangegeven op kaart 2, die nieuwe bebouwing en of functies toestaan anders dan bollenteeltbedrijven en die ten koste gaan van het areaal bollengrond, voorzien erin dat bollengrond wordt gecompenseerd.
Verwijderd: Lid 7 beeldkwaliteitsparagraaf in bestemmingsplan
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren of binnen maar aansluitend aan de bebouwingscontouren, die een ontwikkeling mogelijk maken waarbij er ruimtelijke effecten te verwachten zijn die uitstralen naar het buitengebied, bevatten in de toelichting een beeldkwaliteitsparagraaf. In de beeldkwaliteitsparagraaf is aangegeven hoe de ontwikkeling een bijdrage levert aan de ambities die zijn aangeduid op de kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie door de kernkwaliteiten van het gebied te behouden en te versterken.