Aanpassingen aan de Verordening Ruimte naar aanleiding van de Agenda Landbouw

Voor artikel 1 begripsbepaling schuilstal

Schuilstal
Agrarische bebouwing ten behoeve van het bieden van schuilgelegenheid aan vee behorende bij een volwaardig agrarisch bedrijf en die noodzakelijk is in het kader van dierenwelzijn.

Wijziging Artikel 4

Lid 1 bepaling a komt als volgt te luiden: agrarische bebouwing (uitgezonderd kassen en schuilstallen) wordt geconcentreerd binnen het bouwperceel dat een maximale omvang heeft van 2 hectare;

Toegevoegd aan lid 1 wordt een nieuwe bepaling d: schuilstallen buiten het bouwperceel zijn uitsluitend toegestaan in de agrarische gebieden zoals aangegeven op kaart 4b;

Ingevoegd wordt kaart 4b met de legenda-eenheid: “ agrarische gebieden met plaatsingsmogelijkheden voor schuilstallen”.

De bestaande bepalingen d, e, f en g, onder lid 1, worden vernummerd tot e, f, g en h.

De toelichting op pagina 32 tweede alinea gaat luiden:

De agrarische bebouwing moet geconcentreerd worden op een agrarisch bouwperceel. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bepalen van de ligging en de omvang van het bouwperceel. Hierbij moet een goede afweging worden gemaakt tussen de landschappelijke belangen en de bedrijfseconomische belangen. In de praktijk hebben bouwpercelen vaak een omvang van 1 hectare. In gebieden waar schaalvergroting plaatsvindt is soms een groter bouwperceel nodig. Het is aan de gemeente om te bepalen of dit nodig is, waarbij de provincie als randvoorwaarde stelt dat het bouwperceel niet groter mag zijn dan 2 hectare ter voorkoming van extreem grote gebouwen zoals megastallen.

Kassen en schuilstallen kunnen ook buiten het bouwperceel worden opgericht. Voor het toestaan van kassen in een bestemmingsplan zijn in artikel 4 specifieke regels opgenomen. De bouw van schuilstallen kan in bestemmingsplannen mogelijk worden gemaakt in de agrarische gebieden zoals aangegeven op kaart 4b. Het gaat om gebieden waar de huidige of toekomstige omstandigheden zullen leiden tot lagere productiviteit en rendabiliteit. In de veenweidegebieden komt dit door het voortdurend blijven dalen van de bodem en in enkele droogmakerijen gaat het om verzilting. Voor het vergroten van het primaire inkomen wil de provincie mogelijkheden bieden voor extensieve veehouderij. Bij verdergaande extensivering in deze gebieden wordt weidegang moeilijker doordat vee op grotere afstand van de stal komt te staan. Om weidegang mogelijk te maken kunnen schuilstallen een uitkomst bieden. De maximale omvang van de schuilstallen kan bepaald worden door de gemeente, waarbij voldaan moet worden aan de in artikel 1 opgenomen begripsbepaling.