15 Herziening compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap

15.1 Inleiding
De vigerende beleidsregel Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland dateert uit 1997. In zowel de streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte als in deze beleidsregel is destijds vastgelegd in welke gebiedscategorieën het compensatiebeginsel van toepassing was. Deze komen niet meer helemaal overeen met het huidige provinciale ruimtelijk beleid en sluiten niet goed meer aan op de gebieden en kwaliteiten die in de structuurvisie zijn opgenomen en als provinciaal belang zijn aangemerkt. Dit wordt nu geactualiseerd.
In de praktijk is verder gebleken dat de uitvoeringsregels voor dit compensatiebeleid op onderdelen onduidelijk zijn of om toelichting vragen. Daarnaast moet het "Beleidskader Spelregels EHS" worden toegepast (toegezegd in IPO-verband). Daarom is een herziening van deze beleidsregel in voorbereiding.

Voor de Actualisering 2011 gaat het erom dat er in de structuurvisie en verordening duidelijk wordt gemaakt waar het compensatiebeginsel nog geldt en wat dat in grote lijnen betekent.
Voor de EHS is het compensatiebeginsel reeds vastgelegd in structuurvisie en verordening conform ook de aanwijzing van de AMvB Ruimte die ook in de nieuwe AMvB Ruimte naar alle verwachting weer zal worden opgenomen. Onder de EHS vallen alle op de functiekaart opgenomen natuurgebieden en Natura2000 en de ecologische verbindingen. De volledige EHS is vastgelegd op kaart 3 van de verordening.
Verder geldt de huidige compensatieplicht voor de rijksbufferzones en kernkwaliteiten nationale landschappen. In hoofdstuk 1 van deze nota is juist voorgesteld de bufferzones te schrappen, gezien de verwachting dat het rijk dit beleid niet meer tot haar takenpakket zal rekenen. Omdat de bufferzones geheel binnen de provinciale landschappen vallen is bescherming afdoende geregeld. Het is niet nodig om hieraan een compensatieregeling te koppelen. Compensatie zou voor deze gebieden ook alleen kwaliteitsverbetering kunnen inhouden. Voor de provinciale landschappen geldt ook zonder compensatieverplichting echter al een ontwikkelopgave, gericht op verbetering van de kwaliteit en de recreatieve ontsluiting. In het verleden is toepassing van de compensatieverplichting bij rijksbufferzones zelden of nooit aan de orde geweest.
De categorie Randstadgroenstructuur en strategische groenprojecten worden nu gedekt door de recreatiegebieden (functiekaart) binnen de Zuidvleugel.
De gebieden met zeer hoge landschappelijke waarden zijn niet meer als zodanig in de structuurvisie onderscheiden. In het voormalige streekplanbeleid werd er bij de gemeenten op aangedrongen om karakteristieke en waardevolle landschapselementen te inventariseren en via bestemmingsplannen te beschermen. Deze benadering is ook in de structuurvisie opgenomen en zal met deze herziening nog worden benadrukt.
Voorgesteld wordt om in aansluiting op de EHS ook de belangrijke weidevogelgebieden onder het compensatiebeginsel te laten vallen.

De compensatieverplichting voor de EHS is en blijft conform de AMvB Ruimte in de verordening opgenomen. Voor de belangrijke weidevogelgebieden en de recreatiegebieden binnen de zuidvleugel is deze benadering niet strikt noodzakelijk. Het compensatiebeginsel is en blijft een beleidsregel, waarvoor opname in de verordening niet noodzakelijk is. Bedreigende ingrepen in recreatiegebieden en belangrijke weidevogelgebieden zijn meestal ingrepen in het kader van de aanleg van infrastructuur of verstedelijking. Bij rijksinitiatieven is de verordening niet van kracht, bij provinciale initiatieven is vastlegging in de structuurvisie voldoende omdat de structuurvisie bindend is voor de provincie zelf. Richting gemeenten heeft de provincie via vooroverleg, de zienswijze en de reactieve aanwijzing voldoende instrumentarium om in voorkomende gevallen compensatie af te dwingen.
De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden en recreatiegebieden in de Zuidvleugel moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen verder worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2011)' die het huidige beleidsregel 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De 'Spelregels EHS' worden daarbij als leidraad gebruikt.

15.2 Wijziging structuurvisie
De alinea onder kaart 4.8.4 verwijderen uit paragraaf 4.8.4. en vervangen door:

De Ecologische Hoofdstructuur is weergegeven op kaart 4.8.4. Op (ruimtelijke) ontwikkelingen in de Ecologische Hoofdstructuur is het 'nee, tenzij'-regime en het compensatiebeginsel van toepassing (zie paragraaf 4.8.4.1). Daarnaast worden in de planperiode ook de nodige maatregelen genomen om de water- en milieukwaliteit in de Ecologische Hoofdstructuur te verbeteren.

Paragraaf 4.8.4 laatste alinea aanpassen.
Weidevogelgebieden en overige natuurwaarden
Ook buiten de bovengenoemde natuur(gebieden) zijn er veel natuur- en landschapswaarden in het landelijk gebied. Vaak zijn die kleinschaliger of hangen ze samen met andere functies, zoals weidevogels afhankelijk zijn van de aanwezigheid van de grondgebonden veehouderij. De belangrijke weidevogelgebieden in het landelijk gebied zijn op de functiekaart en kaart 4.8.4 opgenomen. Voor de overige kleinschalige karakteristieke natuur- en landschapswaarden is de gemeente het aangewezen niveau om de bescherming via het bestemmingsplan te regelen. Zowel de belangrijke weidevogelgebieden als de karakteristieke landschapselementen vallen onder het compensatiebeginsel (zie paragraaf 4.8.4.1).
Ook deze waarden zijn belangrijk en moeten door gemeenten beschermd worden.

Toevoegen nieuwe paragraaf 4.8.4.1
4.8.4.1 Compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap
In een dynamische omgeving is het niet te vermijden dat er toch plannen ontwikkeld worden die inbreuk doen op te beschermen waarden. In het algemeen wordt er bij ontwikkelingen gevraagd om een goede landschappelijke inpassing. Voor een aantal categorieën gebieden wordt daarboven compensatie voor het verlies aan waarden geëist. In Zuid-Holland gaat het dan om

  • de Ecologische Hoofdstructuur;
  • de belangrijke weidevogelgebieden;
  • de recreatiegebieden in de Zuidvleugel;
  • de karakteristieke landschapselementen.

In deze gebieden zijn geen nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen toegestaan die een significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied tenzij daarmee een groot openbaar belang gediend is en er geen reële alternatieven voorhanden zijn. In dat geval moet de schade zoveel mogelijk beperkt worden door het treffen van mitigerende maatregelen en moet de resterende schade gecompenseerd worden. In het algemeen vindt de compensatie plaats:

  1. aansluitend aan of nabij het aangetaste gebied, met dien verstande dat een duurzame situatie ontstaat;
  2. door realisering van kwalitatief gelijkwaardige waarden of fysieke compensatie op afstand van het gebied als fysieke compensatie aansluitend aan of nabij het gebied niet mogelijk is, of
  3. op financiële wijze als zowel fysieke compensatie als compensatie door kwalitatief gelijkwaardige waarden op korte termijn redelijkerwijs onmogelijk is.

De compensatieverplichting voor gebieden in de Ecologische Hoofdstructuur is conform de AMvB Ruimte geregeld in artikel 5 van de verordening. Het compensatiebeginsel is niet van toepassing op ontwikkelingen binnen het huidige agrarische grondgebruik in belangrijke weidevogelgebieden (zoals intensivering van het graslandgebruik, de aanleg van kavelpaden, slootdempingen, ruwvoederteelt en de nieuwbouw of uitbreiding van boerderijen)., op de vestiging of uitbreiding van (zeer) intensieve vormen van dagrecreatie in recreatiegebieden (mits wordt voldaan aan de voorwaarden in art 3 van de verordening) en op de aantasting van karakteristieke landschapselementen voor zover gelegen binnen de bebouwingscontouren of agrarische bouwpercelen.

In het gehele landelijke gebied komen karakteristieke landschapselementen voor die beschermd moeten worden. Door de kleinschaligheid is het bestemmingsplan het aangewezen planniveau om daarvoor het compensatiebeginsel vast te leggen.

De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden, recreatiegebieden in de Zuidvleugel en karakteristieke landschapselementen moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen, staan in de provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, en Landschap Zuid-Holland (1997)'8.

Paragraaf 4.9.2.1, toevoegen aan de laatste alinea boven het kopje Regioparken.
Gezien het belang dat aan de dagrecreatiegebieden wordt gehecht, geldt hier het compensatiebeginsel (zie paragraaf 4.8.4.1). De recreatiegebieden in de Zuidvleugel waarop het compensatiebeginsel van toepassing is zijn aangegeven op kaart 4.9.2.1b.

15.3 Wijziging verordening
Onderstaande tekst is niet de tekst zoals die voor de herziening van de provinciale verordening ruimte door PS zal worden vastgesteld. Deze tekst vindt u in bijlage 9. In bijlage 10 vindt u de complete tekst van de verordening, met daarin de wijzigingen opgenomen.

De toelichting op artikel 5 wordt aangepast

De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke ingrepen) moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel ‘Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2011), die het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De ‘Spelregels EHS’ worden daarbij als leidraad gebruikt. Aangezien voor ruimtelijke ingrepen in de EHS meestal een bestemmingsplanprocedure moet worden doorlopen zal de gemeente doorgaans het bevoegd gezag zijn in de compensatieprocedure en centraal staan in de borging van de compensatieverplichting. Het bevoegd gezag dient er op toe te zien dat er een goed compensatieplan komt en dat dit volledig en tijdig wordt uitgevoerd. De gemeente rapporteert jaarlijks aan GS over de voortgang van EHS-compensatieprojecten.

15.4 Kaartwijziging(en)
Toevoegen kaart 4.9.1.1 Recreatiegebieden in de Zuidvleugel (bestaand en nieuw).
Zie bijlage 4.

8 Het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal in 2011 worden herzien, geactualiseerd en verduidelijkt.