2 Programma's en projecten

In dit hoofdstuk wordt eerst de uitvoeringsstrategie beschreven. Daarna volgt een overzicht van de programma’s en projecten per hoofdopgave en een beschrijving van de programma’s voor bovenregionale opgaven.



2.1 De uitvoeringsstrategie uitgewerkt

In de uitvoeringsstrategie wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende rollen die de provincie op zich neemt en het schaalniveau waarop sturing plaatsvindt. In deze paragraaf worden deze rollen en schaalniveaus nader uiteen gezet. Belangrijke notie daarbij is dat in de structuurvisie de hoofdopgaven en het bovenregionale schaalniveau centraal staan. De uitvoeringsstrategie wordt daarom bepaald door:

  1. Opgaven: vijf hoofdopgaven en drie bovenregionale opgaven;
  2. Rollen: ordenen, ontwikkelen en onderzoeken en agenderen;
  3. Samenhang op twee schaalniveaus: provinciaal en regionaal.

Als uitgangspunt voor de uitvoering geldt bovendien het motto 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet'. Met de Nota Ruimte en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Rijk verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. In dit speelveld neemt de provincie de verantwoordelijkheid voor aansturing op ruimtelijke kwaliteit en samenhang van projecten en programma’s met provinciale betekenis (regisseursrol). De provincie zal niet voor alle provinciale belangen een leidende rol nemen in de uitvoering.

De provincie wil een actieve rol spelen in de uitvoering van beleid. De provincie eigent zich alleen een regisseursrol toe als zij van mening is dat deze rol niet gedelegeerd kan worden naar andere overheden, of als zij een eigen verantwoordelijkheid heeft, die voortvloeit uit provinciale belangen. De schaal van de provincie maakt haar bij uitstek geschikt om veel partijen op gemeentelijk en (boven)regionaal niveau te verbinden.



2.1.1 Opgaven

Vijf hoofdopgaven
De structuurvisie ‘Visie op Zuid-Holland’ reageert en anticipeert op maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen. Dit wordt zichtbaar in de opgaven voor de ruimtelijke ontwikkeling, afgeleid uit trends en ontwikkelingen, zoals globalisering, klimaatverandering, en energieschaarste. De provincie definieert in de structuurvisie vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven van beleid. De provincie geeft voorrang aan programma’s of projecten die een belangrijke bijdrage leveren aan deze opgaven. Die opgaven zijn: 

  • Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • Divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • Stad en land verbonden.

Drie bovenregionale en structurerende opgaven
Binnen de vijf generieke opgaven wil de provincie extra aandacht geven aan drie bovenregionale opgaven die in de structuurvisie zijn genoemd. Deze opgaven vloeien voort uit de ambitie om voor de uitvoering een meer integrale, samenhangende en gebiedsgerichte aanpak te kiezen. Deze opgaven zijn van structurerende aard voor het grondgebied van de gehele provincie. Het gaat dan ook om integrale, gebiedsgerichte opgaven in het stedelijk en landelijk gebied van Zuid-Holland. Deze bovenregionale opgaven zijn:

  • Zuidvleugelgroenstructuur;
  • Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk;
  • Sturen op ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied.

De provincie wil verstedelijking concentreren in en rond de steden in het stedelijk netwerk langs het Zuidvleugelnet. De Zuidvleugelgroenstructuur omvat de groene ruimte in de stedelijke invloedssfeer van Zuid-Holland en moet stad en land intensief met elkaar verbinden. Provinciale landschappen, natuur- en recreatiegebieden, stadsparken en een fijnmazig routenetwerk van groenblauwe verbindingen verknopen het stedelijk gebied van Zuid-Holland. Deze twee netwerken zijn met elkaar verweven en vormen de ruimtelijke structuren op provinciaal niveau. De provincie stuurt op het niveau van deze twee netwerken en ziet hier een rol voor zich weggelegd. De provincie wil sturen op ruimtelijke kwaliteit door middel van gebiedsprofielen voor het landelijk gebied.



2.1.2 Drie provinciale rollen

De uitvoeringsstrategie van de structuurvisie onderscheidt voor de provincie drie rollen:

  • Ordenen (met behulp van de functiekaart en de Verordening Ruimte);
  • Ontwikkelen (met behulp van programma's en projecten);
  • Onderzoeken en agenderen (met een beleidsagenda en een onderzoeksagenda).

De ordenende rol van de provincie is in de functiekaart van de structuurvisie en de Verordening Ruimte nader uitgewerkt. In deze uitvoeringsagenda wordt deze rol niet nader aangeduid. Wel is een aantal onderwerpen, behorende bij de ordende rol, aangegeven op de beleidsagenda (zie hoofdstuk 3). Dit zijn onderwerpen waar nadere beleidsvorming nodig is en waarvan verwacht mag worden dat nieuw beleid zal gaan doorwerken in een komende herziening van de structuurvisie. De systematiek van toepassen van bebouwingscontouren is daar een voorbeeld van.
De ontwikkelrol en de manier waarop deze door de provincie wordt ingevuld, en de rol van onderzoeken en agenderen staan centraal in deze uitvoeringsagenda.



2.1.3 Samenhang op twee schaalniveaus

Ruimtelijke ontwikkelingen in Zuid-Holland worden bepaald door snelle veranderingen en een te gebrekkige samenhang waarmee deze gestalte krijgen. Om de samenhang in opgaven, ontwikkelingen en inzet te versterken wil de provincie - rekening houdend met het uitgangspunt ‘lokaal wat kan’ - sturen op twee schaalniveaus.

  • Provinciaal niveau: als schakel tussen regionaal en (inter)nationaal niveau;
  • Regionaal niveau: als schakel tussen bovengemeentelijke belangen.

Provinciaal niveau
Op provinciaal niveau organiseert de provincie de aansturing van een aantal generieke thema’s en grote, gebiedsgerichte opgaven. Bij generieke thema’s gaat het bijvoorbeeld om klimaatbestendigheid, waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit. De grote, gebiedsgerichte opgaven zijn de Zuidvleugelgroenstructuur, het Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk en de IRP's. Zuidvleugelnet en Zuidvleugelgroenstructuur ziet de provincie als belangrijke onderleggers voor een samenhangende uitvoering van ruimtelijk beleid. De provincie is verantwoordelijk voor de sturing op de netwerken van Zuidvleugelgroenstructuur en Zuidvleugelnet. De afstemming met bijvoorbeeld het bestuurlijke platform Zuidvleugel en Stuurgroep Groene Hart krijgt daarbij de benodigde aandacht.
De Integrale Ruimtelijke Projecten (IRP’s) blijven in huidige vorm functioneren. Daarnaast vormen zij een voorbeeld voor het zoeken naar samenhang in de uitvoering van de ontwikkelopgave op regionaal niveau in de toekomst. Dat geldt vooral voor de provinciale landschappen van de Zuidvleugelgroenstructuur.

Regionaal niveau
Op het niveau van acht regio’s wil de provincie zorgen voor afstemming van de opgaven, programma’s en projecten die samen met de regionale partners worden uitgevoerd. Naast deze bovengemeentelijke afstemming gaat het daarbij ook om het versterken van de samenhang tussen de provinciale en regionale programma’s en projecten.
Over de ontwikkeling van de Zuidvleugelgroenstructuur, het Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk en sturen op ruimtelijke kwaliteit wil de provincie afspraken maken met de regio’s om de samenhang te waarborgen (in aanvulling op bestaande sectorale afspraken). De provincie kiest op regionaal niveau voor een initiërende en faciliterende rol.
De provincie heeft in dit document haar eigen agenda voor het regionaal overleg opgesteld en nodigt de regio’s uit hun eigen punten toe te voegen. Het overleg leidt tot resultaatgerichte afspraken. Voor sommige regio’s lijkt deze aanpak op de bestaande werkwijze (bijv. Stadsregio Rotterdam), voor andere regio’s is dit een nieuwe aanpak.



2.2 Programma's en projecten per hoofdopgave

De provincie Zuid-Holland geeft haar ontwikkelende rol vorm door in samenhang en in samenwerking met partners programma’s en projecten te ontwikkelen. Naast de drie nieuwe programma’s werkt de provincie al langer aan programma’s en projecten ter uitvoering van het beleid. In deze paragraaf is per hoofdopgave uit de structuurvisie een overzicht gegeven van de actuele, belangrijkste programma’s en projecten. Onderscheid wordt gemaakt tussen de integrale ruimtelijke projecten (IRP’s) en meer sectorale programma’s en projecten. Voor elk programma of project is aangegeven het provinciale belang, de invulling van de ontwikkelende rol door de provincie, de financiering vanuit de sectorale begrotingen en de resultaten.

Bij de invulling van de ontwikkelende rol door de provincie is de volgende onderverdeling toegepast:

  • kaderstellend en toezichthoudend;
  • monitorend;
  • stimulerend;
  • participerend;
  • regisserend;
  • uitvoerend.


Hoofdopgave 1: Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel

Het provinciale beleid is erop gericht ook in 2020 een aantrekkelijk, internationaal concurrerend vestigingsmilieu te hebben. Specifiek provinciaal belang voor het concurrerend en internationaal profiel is behouden en aantrekken van bedrijvigheid en werkgelegenheid met het accent op kennisontwikkeling en handel.
In tabel 2.1 zijn de belangrijkste programma’s en projecten weergegeven die invulling geven aan de hoofdopgave ‘aantrekkelijk en concurrerende internationaal profiel’.

Tabel 2.1 Belangrijkste programma’s en projecten voor hoofdopgave 1

Hoofdopgave 1: Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
Programma's en projecten Provinciale belangen Invulling ontwikkelende rol Financiering en resultaten
Integrale ruimtelijke projecten (IRP's)
Zuidplas Behouden en aantrekken bedrijvigheid en werkgelegenheid Regisserend
  • Financiering: niet voorzien
  • Resultaten 2020: 110 ha bedrijventerrein, ontwikkeling 200 ha glastuinbouw (280 ha incl. herstructurering bestaande glastuinbouw)
As Leiden Katwijk
  • Financiering: € 1,8 mln. (excl. Pieken in delta)
  • Resultaten 2020: ontwikkeling biolifescience en greenport
Mainport Rotterdam
  • Financiering: € 9 mln.
  • Resultaat 2020: versterking economie door 750 ha natuur- en recreatiegebied
Oude Rijnzone
  • Financiering: € 10 mln.
  • Resultaat 2020: geherstructureerd bedrijventerrein
Delflandse Kust
  • Financiering: € 10 mln.
  • Resultaat 2020: aantrekkelijke kustzone
Lopende programma's en projecten
Uitvoeringsprogramma Ruimte voor Economie Behouden en aantrekken bedrijvigheid en werkgelegenheid  Regisserend en stimulerend met subsidies 
  • Financiering: (tender) € 50,3 mln. 2008-2011 voor herstructurering
  • Resultaat 2020: 750 ha herstructurering (250 ha nieuwe aanleg)
Actieprogramma greenports Behouden en aantrekken bedrijvigheid en werkgelegenheid Variërend van stimulerend tot regisserend, doorgaans zonder PZH-geld (op enkele uitzonderingen vanuit andere PZH-sectoren na)
  • Financiering: € 0,75 mln. proces- en onderzoeksgeld
  • Resultaten 2020: herstructurering 4.000 ha greenports, ontwikkeling multimodale greenportlogistiek, ontwikkeling compensatie glastuinbouwgebieden (behoud 5.800 ha)
Project Science Port Holland Behouden en aantrekken bedrijvigheid en werkgelegenheid Stimulerend en participerend
  • Financiering: (nog) geen PZH bijdrage
  • Resultaat 2020: goed bereikbaar, innovatief economisch speerpunt

Met de uitvoering van de IRP’s Zuidplas, As Leiden Katwijk, Mainport Rotterdam, Oude Rijnzone en Delflandse Kust geeft de provincie onder andere invulling aan deze hoofdopgave. Daarnaast zijn er uitvoerings- en actieprogramma’s waarin de regio’s en de provincie gezamenlijk investeren en die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van deze opgave.

Voor het thema 'innovatie economie bevorderen' is in de gebiedsagenda MIRT deel A een visie opgesteld en is een bijbehorende ambitie geformuleerd. De inspanningen van Rijk en provincie op het vlak van de bereikbaarheid en de investeringen in kennis, innovatie en stedelijke transformatie leveren belangrijke bijdragen aan deze ambitie.



Hoofdopgave 2: Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie

De provincie is door haar ligging aan zee en aan de grote rivieren kwetsbaar voor overstromingen, ook al is de kans daarop klein. Door de hoge bevolkingsdichtheid en de grote economische waarde heeft een overstroming grote gevolgen voor de samenleving. In het ruimtelijke beleid is daarom veel aandacht voor het verbeteren van de waterveiligheid. Daarnaast zijn er aanpassingen in het watersysteem en in energievoorzieningen nodig die bijdragen aan een duurzame en klimaatbestendige ontwikkeling.

Tabel 2.2 Belangrijkste programma’s en projecten voor hoofdopgave 2

Hoofdopgave 2: Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie    
 Programma's en projecten Provinciale belangen Invulling ontwikkelende rol  Financiering en resultaten 
Integrale ruimtelijke projecten (IRP's)   
Zuidplas  
  • Verbeteren waterveiligheid
  • Robuust en veerkrachtig watersysteem
  • Duurzame energievormen (voor Zuidplas)

 
 
 
Regisserend 
  • Financiering: € 25 mln. (ILG Waterparel) € 7 mln. energieweb
  • Resultaten 2020: klimaatbestendige bebouwing, waterparel, energieweb
Delflandse Kust
  • Financiering: € 12 mln.
  • Resultaten 2020: veilige kustzone, uitbreiding natuur- en recreatiegebied door zandmotor, versterking zwakke schakels
IODS 
  • Financiering: € 20,5 mln., wv. 13 ILG + 7,5 Groen
  • Resultaat 2020: groenblauw lint
Lopende programma's en projecten    
Actieprogramma Water 
  • Verbeteren waterveiligheid
  • Robuust en veerkrachtig watersysteem 
Kaderstellend en toezichthoudend 
  • Financiering: € 2,1 mln. (proces- en onderzoekskosten per jaar)
  • Resultaten 2020 (o.m.): duurzame, veilige en klimaatbestendige delta, kaders regionale keringen, overstromings-voorzieningen, verbeterde waterkwaliteit en zoetwatervoorziening
Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke delta 
  • Verbeteren waterveiligheid
  • Robuust en veerkrachtig watersysteem 
  • Duurzame energievormen 
(Mede)regisserend 
  • Financiering: € 0,4 mln. (jaarlijkse proces- en onderzoekskosten)
  • Resultaten 2020 (o.m.): duurzame, veilige en klimaatbestendige delta, kaders regionale keringen, overstromings-voorzieningen, verbeterde waterkwaliteit en zoetwatervoorziening
Programma Energie  Duurzame energievormen   Stimulerend en participerend 
  • Financiering: proces- en onderzoeksgeld (omvang onbekend)
  • Resultaten 2020: div. doelen provinciale energiebeleid (wind, warmte, zon, biomassa) en innovatie- programma

Samen met de regio’s en de waterschappen werkt de provincie aan een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie. De provincie doet dit door de uitvoering van de IRP’s Zuidplas, Delflandse Kust en IODS en door samen met de regio’s en de waterschappen te werken aan duurzaamheid en klimaatbestendigheid. In de MIRT-verkenning Grevelingen wordt de mogelijkheid van alternatieve energieopwekking bij de Brouwersdam nader onderzocht.
In de gebiedsagenda deel A is de ambitie uitgesproken om water- en energiekansen beter te benutten. In deel B van de gebiedsagenda wordt deze ambitie verder uitgewerkt. Het uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke delta dat provincie Zuid-Holland samen met de provincie Brabant en Zeeland uitwerkt, levert een belangrijke bijdrage aan deze opgave.



Hoofdopgave 3: Divers en samenhangend stedelijk netwerk

Een divers en kwalitatief hoogwaardig ontwikkeld stedelijk gebied is een absolute voorwaarde voor de toekomst. De provincie wil verstedelijking concentreren in en rond de steden in het stedelijk netwerk. Nieuwe woon- en werkmilieus worden gecombineerd met herstructurering en transformatie. Het contrast tussen stad en land blijft hierdoor behouden.

Tabel 2.3 Belangrijkste programma’s en projecten voor hoofdopgave 3

Hoofdopgave 3: Divers en samenhangend stedelijk netwerk
Programma's en projecten Provinciale belangen Invulling ontwikkelende rol Financiering en resultaten
Integrale ruimtelijke projecten (IRP's)
Zuidplas
  • Verbeteren interne en externe bereikbaarheid
  • Versterken stedelijk netwerk
  • Benutten bestaande ruimte economische clusters
  • Zorgen voor kwalitatief en kwantitatief afgestemd aanbod woonmilieus
  • Voorzien in een gezonde leefomgeving
Regisserend
  • Financiering: € 90 mln. (MPI)
  • Resultaten 2020: verbeterde bereikbaarheid, 7.000 woningen
As Leiden Katwijk
  • Financiering: € 160 mln. (MPI)
  • Resultaten 2020: aanleg RijnlandRoute en RijnGouwelijn West, ruim 15.000 woningen
Mainport Rotterdam
  • Financiering: geen
  • Resultaat 2020: transformatie bestaand havengebied
Oude Rijnzone
  • Financiering: € 10 mln. (MPI) 
  • Resultaat 2020: verbeterde bereikbaarheid
IODS
  • Financiering: € 58 mln. (wv. € 37,5 mln. verkeer (€ 5 mln. MPI + € 32,5 mln. programmareserve) en € 20,5 mln. ILG)
  • Resultaten 2020: verbeterde bereikbaar-heid A4, recreatieve routestructuur, groen ondernemen
Delflandse Kust
  • Financiering: geen
  • Resultaat 2020: verbeterde ontsluiting kustzone
Hof van Delfland
  • Financiering: € 4 mln.
  • Resultaat 2020: verbeterde bereikbaarheid
Lopende programma's en projecten
Infra:
  • 20 internationale, randstedelijke projecten (hoofdweg & hoofdspoor)
  • 25 Zuidvleugel-OV projecten
  • 40 regionale wegprojecten
Verbeteren interne en externe bereikbaarheid  Stimulerend voor internationaal, randstedelijk en Zuidvleugelprojecten
Uitvoerend voor regionale projecten met groot beroep op eigen middelen (MPI)
 
  • Financiering:
    • Hoofdweg (A4): € 35 mln. (wv. € 5 mln. MPI + € 30 mln. programmareserve)
    • Hoofdspoor (spoortunnel Delft): € 37 mln. (wv. € 22 mln. MPI (€ 7 mln. netto MPI + € 15 mln. BDU) + € 15 mln. programmareserve)
    • Zuidvleugel-OV: € 335 mln. (MPI)
    • Reg. wegen: € 700 mln.
  • Resultaten 2020: verbeterde bereikbaarheid, capaciteit, doorstroming 
Fietspadenplan  Verbeteren interne en externe bereikbaarheid  Uitvoerend 
  • Financiering totaal: € 16 mln. (NB fin. dekking resterende projecten na 2012 nog niet voorzien)
  • Resultaat 2020: 110 km fietspad
 

Wonen:

  • Verstedelijkings-afspraken
  • Woningbouw rond stations
  • Transformatie-gebieden Binckhorst en Stadshavens
  • Zorgen voor kwalitatief en kwantitatief afgestemd aanbod woonmilieus
  • Voorzien in een gezonde leefomgeving
Stimulerend, PZH vervult schakelfunctie in afspraken met regio's 
  • Financiering: geen PZH middelen
  • Resultaat 2020: 206.950 woningen

De IRP’s Zuidplas, As Leiden Katwijk, Mainport Rotterdam, Oude Rijnzone, IODS en Delflandse Kust dragen bij aan een divers en samenhangend stedelijk netwerk. De lopende projecten en programma’s hebben betrekking op de aanleg van ontbrekende infrastructuur en op het maken van werkgelegenheid- en woningbouwafspraken. Voor de langere termijn participeert de provincie in enkele integrale verkenningen waarin bereikbaarheidsvraagstukken in samenhang met ruimtelijk-economische ontwikkelingen en leefbaarheidissues worden onderzocht: (het vervolg van) de MIRT-verkenning Integrale benadering Holland Rijnland (IBHR), de MIRT-verkenning Haaglanden, de MIRT-verkenning Rotterdam VooRuit en de MIRT-verkenning Antwerpen Rotterdam (VAR).

In het project Stedenbaan worden de verbeteringen op het vlak van de infrastructuur gekoppeld aan de verstelijking. Deze strategie kan worden opgeschaald naar het gehele Zuidvleugelnet. Een verbeterde samenhang tussen verstedelijking en de vervoerssystemen op Zuidvleugelniveau vraagt om een extra inspanning. De provincie stelt daarom voor om hierop op bovenregionaal niveau te sturen door deze opgave toe te voegen aan deze uitvoeringsagenda. Dit sluit aan bij de gebiedsagenda deel A voor de Zuidvleugel, waarin stedelijke intensivering en bereikbaarheid verbeteren twee thema’s zijn. 



Hoofdopgave 4: Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap

De provincie zet zich in om leefbaarheid en economische vitaliteit van het landelijk gebied te behouden en een robuust natuursysteem te realiseren. Bij de realisering van deze doelen moet het landschap in Zuid-Holland met alle ruimtelijke kwaliteiten gebiedsgericht worden versterkt.

Tabel 2.4 Belangrijkste programma’s en projecten voor hoofdopgave 4

Hoofdopgave 4: Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
Programma's en projecten Provinciale belangen Invulling ontwikkelende rol Financiering en resultaten
Integrale ruimtelijke projecten (IRP's)    
Zuidplas
  • Vitale en waardevolle landschappen ontwikkelen en behouden
  • Complete EHS realiseren
  • Belevingswaarde verbeteren en verrommeling verminderen

 
Regisserend 
 
  • Financiering: € 29 mln.
  • Resultaat 2020: 325 ha verworven en ingericht restveen/waterparel resp. 50 ha Vredenburghzone 
As Leiden Katwijk
  • Financiering: € 2,4 mln.
  • Resultaat 2020: ingerichte rijksbufferzone (39 ha)
Delflandse Kust
  • Financiering: € 10 mln. (zie tabel 2.1)
  • Resultaten 2020: uitbreiding natuur- en recreatiegebied door Zandmotor, blauwgroen recreatief netwerk in kustgebied en achterland
Mainport Rotterdam
  • Financiering: € 9 mln.
  • Resultaat 2020: 750 ha natuur- en recreatiegebied
Oude Rijnzone
  • Financiering: € 2 mln.
  • Resultaat 2020: 20 ha RodS
Hof van Delfland
  • Financiering: € 2 mln.
  • Resultaat 2020: 20 ha RodS
IODS 
  • Financiering: € 20,5 mln.
  • Resultaat 2020: groenblauw lint
Lopende programma's en projecten
Actieprogramma Water Vitale en waardevolle landschappen ontwikkelen en behouden Regisserend
  • Financiering: € 2,1 mln. (proces- en onderzoeks-kosten per jaar)
  • Resultaten 2020 (o.m.): mooi en schoon water
ILG-EHS projecten (ca 40)
  • Complete EHS realiseren
  • Vitale en waardevolle landschappen ontwikkelen en behouden
Uitvoerend met groot beroep op eigen (door LNV overgedragen) middelen
  • Financiering: € 110 mln. (NB. overprogr.: € 170 mln. ongedekt na 2013)
  • Resultaat 2020: EHS gebieden verworven en ingericht
ILG-RodS projecten (ca 50)
  • Complete EHS realiseren
  • Vitale en waardevolle landschappen ontwikkelen en behouden
Uitvoerend met groot beroep op eigen (door LNV overgedragen) middelen
  • Financiering: € 190 mln.
  • Resultaat 2020: RodS gebieden verworden en ingericht
Nota ruimte Veenweiden Vitale en waardevolle landschappen ontwikkelen en behouden Uitvoerend met groot beroep op eigen (door LNV overgedragen) middelen
  • Financiering: € 110 mln.
  • Resultaten 2020: 4.700 ha (Midden-Holland) en 1.100 ha duurzaam watersysteem (Rijnstreek)
Actieprogramma greenports  Belevingswaarde verbeteren en verrommeling verminderen Regisserend
  • Financiering: € 17 mln.
  • Resultaat 2020: 200 ha verspreide glastuinbouw gesaneerd

Om deze hoofdopgave te realiseren werkt de provincie samen met de regio’s aan de IRP’s Zuidplas, As Leiden Katwijk, Delflandse Kust, Mainport Rotterdam, Oude Rijnzone, Hof van Delfland en IODS, en aan de ontwikkeling van natuur- en recreatiegebieden. Door de uitvoering van deze programma’s en projecten wordt invulling gegeven aan het begrip ruimtelijke kwaliteit. De provincie wil meer sturen op ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Deze ruimtelijke kwaliteit moet bereikt worden door een balans te zoeken tussen bestaande waarden en nieuwe ruimtelijke programma’s. Om hieraan concreet invulling te kunnen geven stelt de provincie voor om op bovenregionaal niveau te sturen op ruimtelijke kwaliteit door samen met de regio’s gebiedsprofielen op te stellen. Door de uitvoering van deze bovenregionale opgave ontstaat een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap.
De beperkte beschikbaarheid van financiële middelen maakt het noodzakelijk om afspraken te maken over prioriteiten en fasering.



Hoofdopgave 5: Stad en land verbonden

Doel van deze hoofdopgave is de samenhang tussen stad en land te versterken om de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het stedelijk en landelijk gebied binnen de stedelijke invloedssfeer te vergroten. Deze samenhang bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van het vestigingsklimaat in de provincie en de mate van tevredenheid van bewoners over de kwaliteiten van het gebied waar zij wonen. Het landschappelijk netwerk is de drager voor deze opgave.

Tabel 2.5 Belangrijkste programma’s en projecten voor hoofdopgave 5

Hoofdopgave 5: Stad en land verbonden
Programma's en projecten Provinciale belangen Invulling ontwikkelende rol Financiering en resultaten
Integrale ruimtelijke projecten (IRP's)
Zuidplas Versterken recreatieve functie en landschappelijk netwerk Regisserend
  • Financiering: nader te bepalen
  • Resultaat 2020: gerealiseerde projecten uit Fietspadenplan 
As Leiden Katwijk
  • Financiering: nader te bepalen
  • Resultaat 2020: gerealiseerde projecten uit Fietspadenplan 
Delflandse Kust
  • Financiering: € 10 mln. (zie tabel 2.1) 
  • Resultaten 2020: blauwgroen recreatief netwerk in achterland, projecten Fietspadenplan 
Mainport Rotterdam
  • Financiering: € 10 mln. (zie tabel 2.1) 
  • Resultaten 2020: blauwgroen recreatief netwerk in achterland, projecten Fietspadenplan 
Hof van Delfland
  • Financiering: € 8 mln.
  • Resultaten 2020: verworven en ingerichte natuur, gesaneerde glastuinbouw, projecten Fietspadenplan 
IODS
  • Financiering: € 20,5 mln.
  • Resultaten 2020: recreatieve routestructuur, gesaneerde glastuinbouw, projecten Fietspadenplan 
 Lopende programma's en projecten
Actieprogramma Water  Versterken recreatieve functie en landschappelijk netwerk Kaderstellend/ toezichthoudend  
  • Financiering: € 2,1 mln. (proces- en onderzoeks-kosten per jaar)
  • Resultaten 2020 (o.m.): duurzame en veilige delta, kaders regionale keringen, overstroming- voorzieningen, zoetwatervoorziening 
Fietspadenplan  Versterken recreatieve functie en landschappelijk netwerk Uitvoerend 
  • Financiering totaal: € 16 mln. (NB fin. dekking resterende projecten na 2012 nog niet voorzien)
  • Resultaat 2020: 110 km fietspad 

Door uitvoering van deze projecten en programma’s worden stad en land beter met elkaar verbonden. Op lokaal niveau zullen verbindingen ontstaan, maar daarmee gaan de groene gebieden nog niet als een samenhangend netwerk functioneren. Stad en land blijven nog teveel twee verschillende elementen in het landschap. Een aanvullende opgave is noodzakelijk. Door de Zuidvleugelgroenstructuur ontstaat in de toekomst een geheel van samenhangende en afwisselende recreatiegebieden, natuurgebieden en een aantrekkelijk landelijk gebied, dat bereikbaar en toegankelijk wordt via een fijnmazig routenetwerk voor varen, fietsen en wandelen. Deze ambitie zien we terug in een van de thema’s van de gebiedsagenda deel A: het landschap dichter bij huis brengen. Dit thema wordt verder uitgewerkt in deel B, dat in 2010 zijn beslag krijgt.



2.3 Programma's voor bovenregionale opgaven

In de vorige paragraaf zijn de programma’s en projecten genoemd die leiden tot het realiseren van de hoofdopgaven. Voor twee van de hoofdopgaven zijn lopende programma’s en projecten voldoende. Voor drie opgaven is dat niet het geval. Geconcludeerd is dat er aanvullende programma’s op bovenregionale schaal nodig zijn om de hoofdopgaven uit de structuurvisie te kunnen halen. Het gaat om:

  • Zuidvleugelgroenstructuur;
  • Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk;
  • Sturen op ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied.


Zuidvleugelgroenstructuur

De ontwikkeling van Zuidvleugelgroenstructuur is bedoeld om de samenhang tussen stad en land te versterken en de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het stedelijk en landelijk gebied binnen de stedelijke invloedssfeer te vergroten. Deze samenhang bepaalt mede de kwaliteit van het vestigingsklimaat in de provincie en de mate van tevredenheid van de bewoners over de kwaliteiten van het gebied waar zij wonen. De Zuidvleugelgroenstructuur is de drager voor deze opgave.
De Zuidvleugelgroenstructuur bestaat uit vier typen gebieden: provinciale landschappen, regioparken, grote stadsparken en een verbindend groenblauw netwerk. Het resultaat is een recreatieve hoofdstructuur, oftewel een geheel van samenhangende en afwisselende recreatiegebieden, natuurgebieden en aantrekkelijk landelijk gebied dat bereikbaar en toegankelijk is via een fijnmazig routenetwerk voor varen, fietsen en wandelen.

Bescherming, ontwikkeling, beheer en organisatie
In de structuurvisie is aangegeven wat er in de Zuidvleugelgroenstructuur wordt gedaan. In deze uitvoeringsagenda wordt de vraag beantwoord hoe de provincie dit wil gaan doen. Dit gebeurt door een integrale aanpak van bescherming, ontwikkeling, beheer en organisatie. Bescherming vindt plaats via de Verordening Ruimte, waarin onder meer verstedelijkingscontouren en het regime voor bufferzones en nationale landschappen is vastgelegd. Ontwikkeling vindt plaats door de basiskwaliteit van natuur- en recreatiegebieden op orde te krijgen. Via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) wordt geïnvesteerd in aanleg en inrichting van gebieden. Uiteindelijk doel in de ontwikkeling van de Zuidvleugelgroenstructuur is het realiseren van een groenblauwe topkwaliteit op het niveau van het netwerk als geheel. De invulling van het begrip topkwaliteit en de weg er naar toe wordt samen met de regio bepaald. Dit gebeurt in samenhang met de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit.
In het beheer van de Zuidvleugelgroenstructuur wordt vooral gestreefd naar meer onderlinge samenhang en een evenwichtige financiering in samenwerking met de betrokken partijen. De organisatie van beheer moet aansluiten bij de schaal van de opgave.

Om tot de gewenste resultaten te komen wordt een programma opgesteld, waaruit projecten vloeien. Illustratief kan aan de volgende projecten gedacht worden:

Tabel 2.6 Illustratief voorbeeldprogramma voor Zuidvleugelgroenstructuur

Land van Wijk en Wouden Hollands Plassengebied Bentwoud Rottemeren IJsselmonde Midden-Delfland Duin, Horst en Weide
Aantal ha Recreatie om de Stad (RodS)
306 ha RodS   710 ha RodS 25 ha RodS 461 ha RodS  
Routenetwerk
10 km fietspad 3,2 km fietspad 16 km fietspad 6,5 km fietspad 29 km fietspad 29 km fietspad
Knooppunten      
  Transferium A4  Bleizo  Transferium     
Saneren verspreide glastuinbouw      
    28 ha verspreide glastuinbouw saneren  106 ha verspreide glastuinbouw saneren  44 ha verspreide glastuinbouw saneren   
Barrières      
A12 Barrière Delfland  Barrière A44/A4    Barrières A16, A15, A29, HSL Barrières A12, A4, A13, A20  Barrières A44, spoor, N448 
Stadsrandzones      
Alphen extra groen toevoegen  Sasenheim stationsbalkon         
Oude Rijnzone           
Ontbrekende schakels      
Waterverbinding NoordAA-WijdeAA
NoordAA-Rotte
 
  Waterverbinding NoordAA-WijdeAA    Waterverbinding  Kust bereikbaarheid OV, fiets, water
Ecosysteemdienst
Vitaal platteland 2
kwaliteitsslag
Vitaal platteland 2
kwaliteitsslag
Vitaal platteland 2
kwaliteitsslag
Vitaal platteland 2
kwaliteitsslag
Vitaal platteland 2
kwaliteitsslag
 

Om tot een integrale aanpak van bescherming, ontwikkeling en beheer te komen, wil de provincie op niveau van het netwerk tot een vorm van programmatische sturing komen. In dit programma worden afspraken gemaakt over de begrenzing van de Zuidvleugelgroenstructuur, de verdeling en afstemming van taken en verantwoordelijkheden, de in te zetten instrumenten en de prioritering van investeringen.

Regierol provincie
De provincie neemt het initiatief en kiest voor een regisserende rol wanneer het gaat om de provinciale landschappen en de samenhang tussen alle groene ontwikkelingen. De uitvoering van de regioparken en de stadsparken laat de provincie over aan de regio’s, gemeenten en terreinbeherende organisaties.

Als er bestuurlijke samenwerkingsverbanden nodig zijn, sluit de provincie aan bij bestaande organisatiestructuren in de provinciale landschappen. De regierol van de provincie is hierbij vooral coördinerend en agenderend op het schaalniveau van de Zuidvleugelgroenstructuur. Gezamenlijk wordt een programma vastgesteld, waaruit projecten voortvloeien. Er worden afspraken gemaakt over de uitvoering en de sturing van het programma met de betreffende partijen. De uitvoering van de projecten ligt bij de verantwoordelijke publieke of private partij.

Voor het provinciale landschap Midden-Delfland zal worden aangesloten bij het IRP Hof van Delfland. Het is niet nodig om voor dit provinciale landschap de huidige organisatiestructuur te wijzigen.
Voor het provinciale landschap Wijk en Wouden wordt aangesloten bij de Stichting land van Wijk en Wouden. De stichting heeft een integrale gebiedsvisie ontwikkeld en een uitvoeringsprogramma.
Voor het provinciale landschap Duin, Horst en Weide is in opdracht van de gemeenten een visie ontwikkeld. Samen met de twee regio’s, gemeenten, Rijk, provincie en waterschap wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma voor dit gebied.
Voor het Hollands Plassengebied is een samenwerkingsverband Hollands Plassengebied opgericht. Er ligt een visie voor het gebied en een uitvoeringsprogramma 2007-2013.
Voor het Bentwoud/Rottemeren zijn twee grote projecten in uitvoering. Het gaat om de ontwikkeling van het Bentwoud en om de Eendragtspolder. Hiervoor zijn twee organisatiestructuren werkzaam. Na realisatie wil de provincie onderzoeken welk type organisatiestructuur wenselijk is.
Ditzelfde geldt ook voor het provinciale landschap IJsselmonde. Hier wordt 600 hectare natuur en recreatie aangelegd in het kader van Project Mainport Rotterdam. Ook ligt Deltapoort voor een klein deel in het provinciale landschap IJsselmonde

Financiering
De provincie gaat met de partners in de Zuidvleugelgroenstructuur een nieuwe financieringsstrategie uitwerken. Dit is noodzakelijk vanwege de integrale ambities, de achterstanden in de realisatie van de huidige groenopgave en vanwege het aflopen van bestaande instrumenten als het ILG. Als onderdeel van deze investeringsstrategie wil de provincie de Zuidvleugelgroenstructuur opnemen in de gebiedsagenda MIRT. Aanvullend wordt gekeken welke activiteiten in de provinciale landschappen in aanmerking komen voor een subsidie uit de Europese Unie.

Fasering
De provincie heeft een hoog ambitieniveau als het gaat om de Zuidvleugelgroenstructuur. Het realiseren van een samenhangende groenstructuur vraagt veel van de provincie en van andere partijen. Er is een financiële crisis en dit heeft invloed op de middelen die komende jaren beschikbaar zijn voor deze opgave. Het is daarom van belang om te faseren en om de beperkte beschikbare middelen goed afgestemd in te zetten. Hierbij wordt aangesloten op het lopende traject voor de gebiedsagenda. De provincie kiest voor een gefaseerde aanpak en start met het organiseren van bestuurlijke samenwerkingsverbanden voor de provinciale landschappen en voor de verbindingen, waardoor een samenhangend netwerk ontstaat. Deze fasering dient in overleg met de regio’s nader uitgewerkt te worden. Inzet van de provincie is om voor 2020 bestuurlijke samenwerkingsverbanden te hebben opgericht voor de zes provinciale landschappen en om de samenhang op elkaar af te stemmen.

Kaart 2.1 Opgaven in de Zujidvleugelgroenstructuur


 



Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk

De ontwikkeling van het Zuidvleugelnet als verbindend hoogwaardig openbaar vervoersysteem vindt plaats in directe samenhang met de ruimtelijke hoofdstructuur van het stedelijk netwerk. Het gaat dan vooral om het benutten en versterken van bestaande verbindingen en centra en een enkele keer om het toevoegen van een nieuwe verbinding of centrum. Anderzijds gaat het om het ontwikkelen van een divers en kwalitatief hoogwaardig stedelijk netwerk vooral via herstructurering, herontwikkeling en verdichting van stedelijk gebied in de nabijheid van openbaar vervoerknopen en stations/haltes.
De Zuidvleugel draagt bij aan een sterke concurrentiepositie van de Randstad. Tot 2020 kent de Zuidvleugel een woningbouwopgave van 175.000 woningen. De provincie en de steden hebben de ambitie om hiervan 80 procent binnenstedelijk te realiseren. Deze ambities zijn alleen te verwezenlijken door een herkenbaar en samenhangend netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer tot stand te brengen in relatie met de overige mobiliteitsystemen. Met het programma Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk wil de provincie nieuwe woon- en werkmilieus concentreren langs de haltes van het Zuidvleugelnet in het stedelijk gebied. De opgave voor herstructurering en transformatie die er nu ligt, is alleen met het openbaar vervoer als ruggengraat te realiseren.
Dit sluit naadloos aan bij de door het kabinet geformuleerde ambities uit de structuurvisie Randstad 2040. Hierin stelt het kabinet dat de bereikbaarheid van de Randstad te realiseren is door een sterk verbeterde samenhang tussen verstedelijking en vervoersystemen, in de eerste plaats op het niveau van de vleugels van de Randstad.

Agenda Zuidvleugel
Om op het niveau van de Zuidvleugel een verbindend openbaar vervoernet te realiseren, is door de provincie samen met de Zuidvleugelpartners een uitvoeringsagenda opgesteld. In de uitvoeringsagenda gaat het om prioritering en fasering van investeringen in het openbaar vervoernet, verdichting rond de haltes en om kwaliteitsverbetering door onder andere informatievoorziening en ketenmobiliteit.

Regionale verstedelijkingsafspraken
De provincie wil samen met de Zuidvleugelpartners vervolgafspraken maken over de programma’s voor de ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van de haltes. Deze nieuwe regionale verstedelijkingsafspraken vormen de basis voor de uitwerking van kansen en potenties rond het hele Zuidvleugelnet. Ze bouwen voort op de afspraken die in 2007 in het programma Stedenbaan al zijn gemaakt over vastgoedontwikkeling in de omgeving van Stedenbaanstations. Nieuwe afspraken zijn nodig voor de overige haltes van het Zuidvleugelnet en over de fasering tussen de ontwikkeling van de Zuidplaspolder en de locaties van Zuidvleugelnet. De nieuwe regionale verstedelijkingsafspraken hebben in eerste instantie betrekking op woningbouw nabij hoogwaardig openbaar vervoer. Voor de periode 2010-2020 gaat het om een ambitie van circa 85.000 woningen in het invloedsgebied van het Zuidvleugelnet. Daarnaast moeten er afspraken gemaakt worden voor ontwikkeling van kantoren en voorzieningen. Kantoren en voorzieningen op goed per openbaar vervoer bereikbare plaatsen vergroten de bereikbaarheid van economische functies en de keuzemogelijkheden van de inwoners.

Regierol provincie
De provincie kiest - in nauwe samenwerking met de Zuidvleugelpartners - voor een regisserende rol in de programmering en afstemming van ruimtelijke ontwikkelingen in het invloedsgebied van het Zuidvleugelnet. Waar nodig zal de provincie de Verordening Ruimte benutten om ongewenste ontwikkelingen tegen te houden. Het bestaande bestuurlijk mobiliteitsoverleg Zuidvleugelnet en het ambtelijk mobiliteitsoverleg Zuidvleugelnet werkt aan het Zuidvleugelnet, inclusief Stedenbaan. Er wordt aanvullend een programmabureau Zuidvleugelnet opgericht, waaraan naast de provincie ook de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden deelnemen.

Financiering
De provincie heeft geen financiële middelen voor ruimtelijke ontwikkelingen rond de stations van het Zuidvleugelnet. De partners in de Zuidvleugel maken verstedelijkingsafspraken met het Rijk. In het kader van het MIRT worden met het Rijk afspraken gemaakt over de financiering van de verstedelijkingsafspraken. De provincie zal de inzet van de partners in de Zuidvleugel ondersteunen en kan een faciliterende rol spelen.



Sturen op ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied

De provincie wil meer sturen op de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied en de overgangen van stedelijk naar landelijk gebied. Het Zuid-Hollandse landschap verandert snel en de kwaliteit van het landelijk gebied staat onder druk. Voor Zuid-Holland is het de uitdaging er voor te zorgen dat de transformaties waar de provincie de komende decennia mee te maken krijgt, niet eenzijdig gericht zijn op de ontwikkeling van de gebruiksfuncties, maar gericht zijn op integrale gebiedsgerichte oplossingen met aandacht voor de bestaande waarden. Leesbaarheid van de geschiedenis, herkenbaar gebruik, grote samenhang in ruimtelijke componenten, het bewaken en vergroten van de bestaande diversiteit, zijn uitgangspunten bij het sturen op ruimtelijke kwaliteit en het omgaan met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De provincie wil meer ruimtelijke kwaliteit bereiken door een balans te zoeken tussen bestaande waarden en nieuwe ruimtelijke programma’s.

In het programma ruimtelijke kwaliteit wil de provincie verder werken vanuit drie sporen:

Kaart 2.2 Zuidvleugelnet als stedelijk netwerk

 

  • Opstellen van een kwaliteitskader op alle relevante schaalniveaus;
  • Stimuleren van onafhankelijke oordeelsvorming over de kwaliteit van plannen;
  • Evalueren en verbeteren van bestaande en nieuwe provinciale beleidsinstrumenten op hun effecten op de ruimtelijke kwaliteit van het provinciaal grondgebied.

Gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit
Met het opnemen van de kwaliteitskaart in de structuurvisie is al een eerste aanzet gedaan om op provinciaal niveau een kwaliteitskader te ontwikkelen. Een nadere uitwerking op meerdere schaalniveaus is noodzakelijk om het sturen op kwaliteit via dit kader daadwerkelijk handen en voeten te geven. In vervolg op de kwaliteitskaart uit de structuurvisie zal de provincie daarom gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit opstellen. In de gebiedsprofielen geeft de provincie aan hoe zij de kwaliteiten van Zuid-Holland waardeert en welke visie zij heeft op de ontwikkeling van dorpen en landschappen. De gebiedsprofielen kunnen op meerdere manieren worden benut, bijvoorbeeld als een toekomstgericht, kwalitatief afwegingskader op regionaal niveau, of als inspiratiekader voor regio’s en gemeenten bij de samenstelling van bestemmingsplannen buitengebied en beeldkwaliteitplannen. Daarnaast kunnen de gebiedsprofielen worden benut als een basisdocument aan de hand waarvan de effecten van ruimtelijke transformaties op de kwaliteit van het landschap kunnen worden bijgehouden. De provincie start eerst met een pilot voor het opstellen van een gebiedsprofiel voor het Hollands Plassengebied. In deze pilot wordt een inventarisatie- en waarderingsmethodiek ontwikkeld, die toepasbaar is voor alle deelgebieden in het landelijk gebied. De pilot dient om de geschikte inhoud en optimale inzet van de gebiedsprofielen te bepalen. De uitkomsten van de pilot worden benut bij het opstellen van gebiedsprofielen voor de 17 gebieden die in de structuurvisie zijn benoemd. De 17 gebieden zijn weergegeven op kaart 1.1; het zijn de 6 provinciale landschappen plus 11 aanvullende gebieden a t/m k. De provincie stelt zich ten doel de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit voor de 17 gebieden in de volgende collegeperiode af te ronden en wil daarover met de regio's in overleg treden.

Regierol provincie
De provincie kiest voor een regierol als het gaat om het proces waarin de gebiedsprofielen worden opgesteld. Echter, sturen op kwaliteit is het meest effectief als zowel de provincie als de regio’s, gemeenten en waterschappen zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de ruimtelijke kwaliteit en dit in de praktijk gaan brengen. Het zoeken naar een gezamenlijk streefbeeld en een gezamenlijke agenda ruimtelijke kwaliteit met de partners uit de streek is een belangrijk onderdeel van de gebiedsprofielen. Wat vindt u? Welke kwaliteiten vindt u van belang en horen tot de gebiedsprofielen? En wat is uw agenda? Wie heeft welke verantwoordelijkheid? De provincie wil zo een open dialoog om te komen tot een breed en gedeeld beeld

Kwaliteitsteams en kwaliteitsadviseur
De provincie stimuleert de onafhankelijke oordeelsvorming over de ruimtelijke kwaliteit van plannen. De provincie heeft een onafhankelijk provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit aangesteld. De provinciaal adviseur kan gevraagd en ongevraagd advies geven op ruimtelijke kwesties en dilemma’s met een provinciale dimensie. Daarnaast kunnen kwaliteitsteams worden ingesteld. De teams adviseren bij relevante ruimtelijke initiatieven in de verschillende deelgebieden.

Kaart 2.3 Deelgebieden in het landelijk gebied