Inleiding recreatie en natuur In deze herziening van de structuurvisie is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de door het rijk aangekondigde herijking van de EHS en het beëindigen van de rijksbetrokkenheid bij RodS. Het overleg hierover tussen provincie en rijk is nog volop gaande en pas in het najaar zal meer duidelijkheid ontstaan over de ruimtelijke consequenties. Door deze herijking zal de omvang van de EHS waarschijnlijk beperkter uitvallen. Om in de toekomst uitbreiding van de ecologische hoofdstructuur nog wel mogelijk te houden, onderzoeken wij op basis van het coalitieakkoord hoe een dergelijke uitbreiding in de structuurvisie kan worden geregeld. T.a.v. de regeling Recreatie om de Stad (RodS) is sprake van een vergelijkbare ontwikkeling. De verwachting is dat het budget verlaagd zal worden. Ondanks de rijksbezuinigingen zet de provincie in op het realiseren van recreatieve groenprojecten opdat er in de nabije omgeving van stedelijke gebieden plaats is voor de beleving van groen en ontspanning. Voor de periode 2011-2015 is daarvoor 100 miljoen extra beschikbaar gesteld. De provincie houdt gemeenten en regio's op de hoogte van de voortgang van de rijksbezuinigingen en zal met regio's en gemeenten de herprioritering afstemmen. De besluitvorming over bovengenoemde onderwerpen is niet tijdig gereed. Vandaar dat deze onderwerpen zullen worden geagendeerd op de beleidsagenda zodat deze onderwerpen kunnen worden meegenomen bij de volgende herziening. Daarbij wordt ook aangehaakt op de in het coalitieakkoord aangedragen oplossingsrichtingen zoals meer ruimte voor ondernemerschap in de groengebieden. Vandaar dat nu gewerkt wordt aan een nieuwe groenagenda inclusief integrale groenstrategie voor Zuid-Holland. De contouren van deze nieuwe groenagenda zullen eind dit jaar besproken kunnen worden. Voor de Actualisering 2011 betekent dit dat de teksten en kaarten voor wat betreft de EHS en RodS niet worden gewijzigd. Wel zal via een koppeltekst in resp. 4.8.4. en 4.9.1.1 worden aangegeven dat de herijking gaande is en dat die in een volgende herziening aan de orde zal komen. Dit geldt daarmee tegelijk voor de hiermee samenhangende in de startnotitie opgenomen onderwerpen Zuidvleugelgroenstructuur (18) en Wijzigingen groenstructuur Stadsregio Rotterdam (21). Tekstvoorstel koppelteksten Paragraaf 4.8.4 EHS Volgens het regeerakkoord worden de robuuste verbindingen geschrapt en moet voor de overige EHS nog bepaald worden welk deel van de restantopgave aan nieuwe natuur nog zal worden gerealiseerd, welke instrumenten daartoe zullen worden ingezet en wat er gebeurt met het deel waarvoor geen uitzicht meer bestaat op realisatie in de periode tot en met 2018. Zie beleidsagenda. Teksten over de huidige groenopgave kunnen op basis van de actuele kennis van zaken rond de 'herijking van het ILG' mogelijk na de inspraakronde worden geactualiseerd. Paragraaf 4.9.2.1 RodS Volgens het regeerakkoord wordt de rijksbetrokkenheid bij RodS beëindigd. Bepaald dient te worden welk deel van de restantopgave aan nieuwe recreatiegebieden nog zal worden gerealiseerd, welke instrumenten daartoe zullen worden ingezet en wat er gebeurt met het deel waarvoor geen uitzicht meer bestaat op realisatie. Deze actie wordt toegevoegd aan de beleidsagenda'. Teksten over de huidige groenopgave kunnen op basis van de actuele kennis van zaken rond de 'herijking van het ILG' mogelijk na de inspraakronde worden geactualiseerd. 14 Recreatievisie Goeree Overflakkee 14.1 Inleiding
15 Herziening compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap 15.1 Inleiding De vigerende beleidsregel Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland dateert uit 1997. In zowel de streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte als in deze beleidsregel is destijds vastgelegd in welke gebiedscategorieën het compensatiebeginsel van toepassing was. Deze komen niet meer helemaal overeen met het huidige provinciale ruimtelijk beleid en sluiten niet goed meer aan op de gebieden en kwaliteiten die in de structuurvisie zijn opgenomen en als provinciaal belang zijn aangemerkt. Dit wordt nu geactualiseerd. In de praktijk is verder gebleken dat de uitvoeringsregels voor dit compensatiebeleid op onderdelen onduidelijk zijn of om toelichting vragen. Daarnaast moet het "Beleidskader Spelregels EHS" worden toegepast (toegezegd in IPO-verband). Daarom is een herziening van deze beleidsregel in voorbereiding. Voor de Actualisering 2011 gaat het erom dat er in de structuurvisie en verordening duidelijk wordt gemaakt waar het compensatiebeginsel nog geldt en wat dat in grote lijnen betekent. Voor de EHS is het compensatiebeginsel reeds vastgelegd in structuurvisie en verordening conform ook de aanwijzing van de AMvB Ruimte die ook in de nieuwe AMvB Ruimte naar alle verwachting weer zal worden opgenomen. Onder de EHS vallen alle op de functiekaart opgenomen natuurgebieden en Natura2000 en de ecologische verbindingen. De volledige EHS is vastgelegd op kaart 3 van de verordening. Verder geldt de huidige compensatieplicht voor de rijksbufferzones en kernkwaliteiten nationale landschappen. In hoofdstuk 1 van deze nota is juist voorgesteld de bufferzones te schrappen, gezien de verwachting dat het rijk dit beleid niet meer tot haar takenpakket zal rekenen. Omdat de bufferzones geheel binnen de provinciale landschappen vallen is bescherming afdoende geregeld. Het is niet nodig om hieraan een compensatieregeling te koppelen. Compensatie zou voor deze gebieden ook alleen kwaliteitsverbetering kunnen inhouden. Voor de provinciale landschappen geldt ook zonder compensatieverplichting echter al een ontwikkelopgave, gericht op verbetering van de kwaliteit en de recreatieve ontsluiting. In het verleden is toepassing van de compensatieverplichting bij rijksbufferzones zelden of nooit aan de orde geweest. De categorie Randstadgroenstructuur en strategische groenprojecten worden nu gedekt door de recreatiegebieden (functiekaart) binnen de Zuidvleugel. De gebieden met zeer hoge landschappelijke waarden zijn niet meer als zodanig in de structuurvisie onderscheiden. In het voormalige streekplanbeleid werd er bij de gemeenten op aangedrongen om karakteristieke en waardevolle landschapselementen te inventariseren en via bestemmingsplannen te beschermen. Deze benadering is ook in de structuurvisie opgenomen en zal met deze herziening nog worden benadrukt. Voorgesteld wordt om in aansluiting op de EHS ook de belangrijke weidevogelgebieden onder het compensatiebeginsel te laten vallen. De compensatieverplichting voor de EHS is en blijft conform de AMvB Ruimte in de verordening opgenomen. Voor de belangrijke weidevogelgebieden en de recreatiegebieden binnen de zuidvleugel is deze benadering niet strikt noodzakelijk. Het compensatiebeginsel is en blijft een beleidsregel, waarvoor opname in de verordening niet noodzakelijk is. Bedreigende ingrepen in recreatiegebieden en belangrijke weidevogelgebieden zijn meestal ingrepen in het kader van de aanleg van infrastructuur of verstedelijking. Bij rijksinitiatieven is de verordening niet van kracht, bij provinciale initiatieven is vastlegging in de structuurvisie voldoende omdat de structuurvisie bindend is voor de provincie zelf. Richting gemeenten heeft de provincie via vooroverleg, de zienswijze en de reactieve aanwijzing voldoende instrumentarium om in voorkomende gevallen compensatie af te dwingen. De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden en recreatiegebieden in de Zuidvleugel moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen verder worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2012)' die het huidige beleidsregel 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De 'Spelregels EHS' worden daarbij als leidraad gebruikt. 15.2 Wijziging structuurvisie De alinea onder kaart 4.8.4 verwijderen uit paragraaf 4.8.4. en vervangen door: De Ecologische Hoofdstructuur is weergegeven op kaart 4.8.4. Op (ruimtelijke) ontwikkelingen in de Ecologische Hoofdstructuur is het 'nee, tenzij'-regime en het compensatiebeginsel van toepassing (zie paragraaf 4.8.4.1). Daarnaast worden in de planperiode ook de nodige maatregelen genomen om de water- en milieukwaliteit in de Ecologische Hoofdstructuur te verbeteren. Paragraaf 4.8.4 laatste alinea aanpassen. Weidevogelgebieden en overige natuurwaarden Ook buiten de bovengenoemde natuur(gebieden) zijn er veel natuur- en landschapswaarden in het landelijk gebied. Vaak zijn die kleinschaliger of hangen ze samen met andere functies, zoals weidevogels afhankelijk zijn van de aanwezigheid van de grondgebonden veehouderij. De belangrijke weidevogelgebieden in het landelijk gebied zijn op de functiekaart en kaart 4.8.4 opgenomen. Voor de overige kleinschalige karakteristieke natuur- en landschapswaarden is de gemeente het aangewezen niveau om de bescherming via het bestemmingsplan te regelen. Zowel de belangrijke weidevogelgebieden als de karakteristieke landschapselementen vallen onder het compensatiebeginsel (zie paragraaf 4.8.4.1). Toevoegen nieuwe paragraaf 4.8.4.1. 4.8.4.1 Compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap In een dynamische omgeving is het niet te vermijden dat er toch plannen ontwikkeld worden die inbreuk doen op te beschermen waarden. In het algemeen wordt er bij ontwikkelingen gevraagd om een goede landschappelijke inpassing. Voor een aantal categorieën gebieden wordt daarboven compensatie voor het verlies aan waarden geëist. In Zuid-Holland gaat het dan om:
In het gehele landelijke gebied komen karakteristieke landschapselementen voor die beschermd moeten worden. Door de kleinschaligheid is het bestemmingsplan het aangewezen planniveau om daarvoor het compensatiebeginsel vast te leggen. De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke) ingrepen in de EHS, belangrijke weidevogelgebieden, recreatiegebieden in de Zuidvleugel en karakteristieke landschapselementen moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen, staan in de provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, en Landschap Zuid-Holland (1997)'8. Paragraaf 4.9.2.1, toevoegen aan de laatste alinea boven het kopje Regioparken. Gezien het belang dat aan de dagrecreatiegebieden wordt gehecht, geldt hier het compensatiebeginsel (zie paragraaf 4.8.4.1). De recreatiegebieden in de Zuidvleugel waarop het compensatiebeginsel van toepassing is zijn aangegeven op kaart 4.9.2.1b. 15.3 Wijziging verordening De toelichting op artikel 5 wordt aangepast De wijze waarop het compensatiebeginsel bij (ruimtelijke ingrepen) moet worden toegepast en de stappen die in een compensatieprocedure moeten worden doorlopen zullen worden uitgewerkt en toegelicht in de herziene provinciale beleidsregel ‘Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2012), die het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal vervangen. De ‘Spelregels EHS’ worden daarbij als leidraad gebruikt. Aangezien voor ruimtelijke ingrepen in de EHS meestal een bestemmingsplanprocedure moet worden doorlopen zal de gemeente doorgaans het bevoegd gezag zijn in de compensatieprocedure en centraal staan in de borging van de compensatieverplichting. Het bevoegd gezag dient er op toe te zien dat er een goed compensatieplan komt en dat dit volledig en tijdig wordt uitgevoerd. De gemeente rapporteert jaarlijks aan GS over de voortgang van EHS-compensatieprojecten. 15.4 Kaartwijziging(en) Toevoegen kaart 4.9.1.1 Recreatiegebieden in de Zuidvleugel (bestaand en nieuw) Zie bijlage 4. 8 Het huidige 'Compensatiebeginsel Natuur en Landschap Zuid-Holland (1997)' zal in 2012 worden herzien, geactualiseerd en verduidelijkt. 16 Correcties EHS
16.1 Inleiding Na de globale aanduiding in de eerdere streekplannen, is in juli 2010 de EHS voor het eerst exact begrensd in de verordening. Echter, omdat het ging om vele duizenden deelbegrenzingen, is er een aantal foutjes in blijven zitten. De correcties EHS hebben betrekking op het herstellen van kleine kaartfouten in de vanouds bestaande natuur. Het gaat voor het overgrote deel om het uit de begrenzing halen van percelen die ten onrechte waren begrensd en voor een klein deel om het binnen de begrenzing brengen van bestaande natuur die ten onrechte niet was begrensd. De herijking EHS heeft betrekking op de nog niet gerealiseerde projecten nieuwe natuur; terwijl deze correctie betrekking hebben op bestaande situaties. 16.2 Kaartwijziging(en) De begrenzing van de EHS op kaart 3 van de verordening wijzigt op de volgende plaatsen (zie bijlage 6):
1620. Leidschendam: Geerpolder (drie percelen gewijzigd van 'agrarisch landschap – inspelen op bodemdaling' in 'natuurgebied') 1646. Gouda: Boogpark (deel ecologische verbinding verplaatst) 1647. Hekendorp: Hogebrug (een perceel gewijzigd van 'agrarisch landschap – inspelen op bodemdaling' in 'natuurgebied') 1651. Oegstgeest: Veerpolder (een perceel gewijzigd van 'stedelijk groen buiten de contour' in 'natuurgebied' (werkt door op kaart 1 van de Verordening) Zie bijlage 6. |