Visie op Zuid-Holland - actualisering 2012 | |
Status | concept |
IDN | NL.IMRO.9928.DOSx2011x0012858SV-VA01 |
Plantype | structuurvisie |
Plandatum | 30-01-2013 |
"Technische" aanpassingen
paragraaf 1 Kwaliteitskaart
Bij het opstellen van gebiedsprofielen is geconstateerd dat er op de kwaliteitskaart een ruimere verzameling bedrijventerreinen is opgenomen dan op themakaart 14 werkgebieden. Deze fout wordt hersteld.
De rode gebieden worden op de kwaliteitskaart geschrapt als bedrijventerrein. paragraaf 2 Artikel 23, overgangsregeling
In de in lid 3, 4 en 5 van artikel 23 opgenomen overgangsregeling is abusievelijk de verwijzing naar artikelen die bij de Actualisering 2011 en 2012 zijn toegevoegd of fundamenteel zijn aangepast niet opgenomen. Dit wordt hersteld. Daarnaast wordt de overgangsregeling voor toepassingen van artikel 19 lid 1 en artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aangepast. Er wordt duidelijker aangegeven dat deze overgangsregeling alleen van toepassing is op daadwerkelijk verleende vrijstellingen.
lid 3 overgangsregeling bestemmingsplannen
Voor zover ter zake van een onderwerp, geregeld bij deze verordening, in een bestemmingsplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010, een of meer bestemmingen en regels zijn opgenomen die in strijd zijn met deze verordening, wordt voor deze bestemmingen en regels ontheffing van deze verordening geacht te zijn verleend. Gedeputeerde Staten hebben met een bestemmingsplan of een onderdeel daarvan ingestemd indien een vastgesteld bestemmingsplan is goedgekeurd op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of indien geen aanwijzing is gegeven zoals bedoeld in artikel 3.8, lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).
Lid 4 overgangsregeling principebesluiten
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor principeverzoeken over ruimtelijke ontwikkelingen waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur, artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).
Lid 5 overgangsregeling verklaringen van geen bezwaar
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor na 1 januari 2005 op basis van artikel 19 lid 1 en artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (ingetrokken) verleende vrijstellingen van het bestemmingsplan. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). paragraaf 3 Doorwerking Beleidsvisie Groen
Beleidsvisie Groen, afgevallen Rods-gebieden (toelichting)
In de ontwerp Actualisering 2012 is opgenomen dat wijzigingen in het ruimtelijke beleid vanuit de Beleidsvisie Groen automatisch doorwerken in de Actualisering 2012. Bij de vaststelling van de Beleidsvisie Groen is ten opzichte van het ontwerp een aantal recreatiegebieden uit de categorie "wel ambitie gebiedspartijen, geen ILG-geld" verschoven naar de categorie "afgevallen RodS (geen ambitie gebiedspartijen, geen ILG-geld) '. Dit betreft LeidschendammerHout/Starrevaart en delen van Westergouwe. Daarnaast zijn de eerdere financiële toezeggingen vanuit de provincie voor groenontwikkeling vervallen: in de Vlietzone (bij Den Haag) en in de Oude Rijnzone (bij Alphen aan den Rijn was de toegezegde 8 ha was nog aan een plek toegewezen). Tenslotte zijn de gebieden Bolnes-Zuid, Donckse velden fase 3, Crezeepolder-West en rand van Rhoon verschoven in omgekeerde richting van "geen ambitie gebiedspartijen" naar "wel ambitie gebiedspartijen". Dit betekent dat deze wijzigingen in de Actualisering 2012 moeten worden opgenomen. Gebiedjes in Vlietzone behouden vooralsnog functie stedelijk groen met de transformatieaanduiding. Leidschendammerhout/Starrevaart behoudt vooralsnog functie natuur, deze functie zal in het kader van de herijking EHS worden heroverwogen.
Tekstwijziging Actualisering 2012; paragraaf 11
Dit betekent de volgende tekstwijziging: (toevoegen, schrappen)
Een enkel gebied behoudt de functie stedelijk groen (Bolnes-Zuid, Donckse velden fase 3, gemeente Ridderkerk) of recreatiegebied (Rand van Rhoon gemeente Albrandswaard, Crezeepolder-West gemeente Ridderkerk) omdat dit beter aansluit bij de Gebiedsvisie Deltapoort en het toekomstig gebruik. Twee gebieden, waar geen ambitie en geen geld meer is voor recreatieve ontwikkeling, behouden vooralsnog hun huidige functie. De gebiedjes in de Vlietzone gemeente Den Haag) behouden vooralsnog hun functie van stedelijk groen met transformatieaanduiding en Leidschendammerhout/Starrevaart, gemeente Leidschendam-Voorburg) behoudt vooralsnog de functie natuurgebied. De functies van de Vlietzone en Leidschendam/Starrevaart zullen in een volgende herziening van de structuurvisie worden heroverwogen. paragraaf 4 Buitendijks bouwen
Geconstateerd is dat in de ontwerp actualisering ten onrechte een gebied in Alblasserdam tussen de primaire waterkering en de voorlandkering is aangeduid als buitendijks gebied. Deze fout wordt hersteld.
Het rode gebied wordt op kaart 16 niet meer aangeduid als buitendijks gebied. paragraaf 5 Natuur nabij Noordse Buurt
Geconstateerd is dat in de ontwerp actualisering een te groot gebied is gewijzigd van natuurgebied in glastuinbouwgebied. De gebieden die onderdeel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur moeten de aanduiding natuurgebied behouden. Dit wordt hersteld.
De gele gebieden worden op de functiekaart terug gewijzigd van glastuinbouwgebied in natuurgebied. paragraaf 6 Locaties windenergie Strijensas en Nieuw-Reijerwaard
Geconstateerd is dat de windenergielocaties Mariapolder bij Strijensas en Nieuw-Reijerwaard in Ridderkerk niet correct op kaart 15 van de verordening waren ingetekend. Dit wordt hersteld.
De ligging van de locatie windenergie wordt op kaart 15 van de verordening gewijzigd van de rode lijn in de gele lijn (Mariapolder).
De ligging van de locatie windenergie wordt op kaart 15 van de verordening gewijzigd van de rode lijn in de gele lijn (Reijerwaard). paragraaf 7 Sportterrein Oud-Beijerland
Geconstateerd is dat de begrenzing van het sportpark aan de zuidzijde van de kern niet overeenkomt met de begrenzing uit streekplan Zuid-Holland Zuid, 4e partiële herziening Hoeksche Waard. Dit word hersteld.
Het geel omlijnde gebied wordt op de functiekaart gewijzigd van agrarisch landschap in stedelijk groen buiten de contour. paragraaf 8 Leiden, knoop west
Geconstateerd is dat de functiekaart ter plaatse van de Knoop Leiden West niet correct is. Dit wordt hersteld.
Het geelomlijnde gebied wordt op de functiekaart gewijzigd van stedelijk groen in bedrijventerrein. Dit werkt door op kaart 6 van de verordening. Het geelomlijnde gebied wordt toegevoegd als bedrijventerrein.
Verder moet de tekst van de structuurvisie en verordening nog worden aangepast.
Structuurvisie (Actualisering 2012, par. 4.5.1.3 Kenniseconomie. blz. 40):
Zuid-Holland wil dat onderzoeksinstituten en kennisintensieve bedrijvigheid zich geclusterd kunnen vestigen op daartoe aangewezen bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Dit is in het belang van de concurrentiepositie van de Zuidvleugel omdat kennis, innovatie en dienstverlening belangrijke aspecten zijn van het internationale karakter van Zuid-Holland. Een strikt toelatingsbeleid moet de ontwikkeling van deze locaties bevorderen. Deze zijn aangegeven als kenniscentrum op de functiekaart. Een goede bereikbaarheid van deze locaties vanaf belangrijke openbaar vervoerknooppunten en de luchthavens Schiphol en Rotterdam Airport is van essentieel belang. Naast ruimte voor bedrijvigheid is er ook ruimte voor voorzieningen die aantoonbaar nodig zijn voor het goed functioneren van het kenniscentrum zoals het Science Park in Leiden, Technopolis in Delft en Estec in Noordwijk.
Verordening:
Aanpassing passage in de toelichting op artikel 7 :
Daarnaast is een regeling opgenomen voor bedrijfsgebonden kantoren en functiegebonden kantoren. Functiegebonden kantoren zijn nauw verbonden met een veiling, een haven of een luchthaven. Functiegebonden kantoren kunnen ook verbonden zijn aan een kenniscentrum. Het gaat dan om kantoren die aantoonbaar nodig zijn voor het goed functioneren van een kenniscluster, zoals het Leiden Bio Science Park. Op bestuurlijk niveau kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. In het bestemmingsplan moet de koppeling tussen functie en kantoor nadrukkelijk worden onderbouwd en vastgelegd om te voorkomen dat ook gewone kantoren zich op deze locaties kunnen vestigen.
Aanpassing bijlage 1:
Bijlage 1
De in artikel 7, lid 3, onder b opgenomen afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op gebieden die zijn gelegen binnen 10 minuten loopafstand van de beoogde haltes van trein, lightrail en HOV bij de volgende ontwikkelingslocaties:
Archeologie
Geconstateerd is dat Matulo op kaart 18 van de verordening niet is opgenomen als terrein met (zeer) hoge archeologische waarde. Dit wordt hersteld.
Het oranje gebied wordt op kaart 18 van de verordening toegevoegd als terrein met (zeer) hoge archeologische waarde. paragraaf 9 Schrappen van artikel 21, lid 5, proefdraaien ruimtelijke kwaliteit
Het werken met de gebiedsprofielen staat nog in de kinderschoenen. Daarbij komt dat inmiddels besloten is om de structuurvisie en verordening integraal te gaan herzien. Daarom is geconcludeerd dat het beter is om te gaan werken met de gebiedsprofielen zonder aanpassing van de verordening. De ervaringen die daarmee worden opgedaan worden betrokken in het proces van de integrale herziening waaronder het beleid met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit. Genoemd artikel zal worden geschrapt. paragraaf 10 Den Haag - contour Kijkduin
Geconstateerd is dat de bebouwingscontour ter plaatse van Kijkduin niet correct is. Dit wordt hersteld.
Het rode gebied wordt op kaart 1 van de verordening binnen de bebouwingscontour gebracht. Dit werkt door op de functiekaart. Het rode gebied wijzigt van natuurgebied in stads- en dorpsgebied. paragraaf 11 Aanpassingstermijn voor bestemmingsplannen
In de verordening is bepaald dat geldende bestemmingsplannen in overeenstemming moeten worden gebracht met die verordening. Dit moet gebeurd zijn binnen drie jaar na inwerkingtreding van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Provinciale Staten hebben ervoor gekozen om aan te sluiten bij de termijn van het Barro, om de administratieve en bestuurlijke lasten voor de gemeenten niet onnodig te verzwaren.
Het Barro is in werkinggetreden op 30 december 2011. Dit betekent dat bestemmingsplannen uiterlijk op 30 december 2014 in overeenstemming moeten zijn met zowel het Barro als de verordening. De datum van 30 december 2014 is voor de duidelijkheid genoemd in de verordening, omdat aanvullingen en wijzigingen van het Barro een eigen aanpassingstermijn van drie jaar kennen. Voor toekomstige wijzigingen van de verordening zal daarom ook een eigen aanpassingstermijn worden opgenomen.
Nieuwe bestemmingsplannen moeten uiteraard bij de vaststelling in overeenstemming zijn met de verordening.
Wijzigingen:
De tekst en de toelichting op artikel 23 van de verordening worden hierop aangepast.
Lid 1 aanpassingstermijn geldende bestemmingsplannen
Voor zover een bepaling in deze verordening de aanpassing van een geldend bestemmingsplan noodzakelijk maakt, stelt de gemeenteraad uiterlijk 30 december 2014 een bestemmingsplan vast met inachtneming van deze verordening.
Lid 2 aanpassingstermijn nieuwe bestemmingsplannen
Een bestemmingsplan dat wordt vastgesteld na de inwerkingtreding van deze verordening moet in overeenstemming zijn met deze verordening.
Toelichting
Aanpassingstermijn (lid 1 en lid 2)
Gemeenten zullen zowel op grond van het ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, ook wel genoemd AMvB Ruimte) als op grond van de provinciale verordening in sommige gevallen hun bestemmingsplannen moeten aanpassen. Om de administratieve en bestuurlijke lasten die dat met zich mee brengt zo beperkt mogelijk te houden hebben Provinciale Staten er voor gekozen om de termijn waarbinnen de Zuid-Hollandse gemeentelijke bestemmingsplannen uiterlijk in overeenstemming moeten zijn met de verordening af te stemmen op de termijn waarbinnen de gemeentelijke plannen moeten voldoen aan de –rechtstreekse- verplichtingen uit het Barro. Deze termijn is gesteld op drie jaar na inwerkingtreding van het Barro.
Het Barro is gefaseerd in werking getreden op 30 december 2011. Dit betekent dat bestemmingsplannen uiterlijk op 30 december 2014 in overeenstemming moeten zijn met zowel het Barro als de Verordening Ruimte. De datum van 30 december 2014 is voor de duidelijkheid genoemd in de verordening, omdat aanvullingen en wijzigingen van het Barro een eigen aanpassingstermijn van drie jaar kennen. Voor toekomstige wijzigingen van deze verordening zal daarom ook een eigen aanpassingstermijn worden opgenomen.
De aanpassingstermijn van drie jaar heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen. Voor nieuwe bestemmingsplannen geldt dat deze bij vaststelling in overeenstemming moeten zijn met de Verordening Ruimte. paragraaf 12 Externe veiligheid
Geconstateerd is dat de passage over externe veiligheid in paragraaf 4.7.5 niet geheel juist is. De tekst van deze nieuwe paragraaf wordt verbeterd.
Wijziging
Paragraaf 4.7.5. van de structuurvisie; eerste deel van de 5e alinea van de nieuwe tekst wordt:
Indien het groepsrisico, veroorzaakt door risicobronnen, als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen boven de oriëntatiewaarde komt te liggen, is een goed onderbouwde risicoverantwoording nodig. De beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu beschrijft het beleid op het gebied van externe veiligheid. Wanneer het groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt dient aannemelijk te worden gemaakt dat op termijn wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde en moet aangetoond worden dat een maximale inspanning is geleverd om de gevolgen van een ongeval tot een minimum te beperken. paragraaf 13 Verblijfsrecreatieterreinen in Goedereede
Diverse recreatieterreinen niet als verblijfsrecreatiegebied in de verordening opgenomen.
De door de gemeente voorgestelde correcties kunnen worden overgenomen in de verordening, maar ze zijn te klein om op de functiekaart op te nemen.
De geelomlijnde gebieden worden op kaart 1 van de verordening toegevoegd als verblijfsrecreatiegebied. paragraaf 14 Alphen aan den Rijn, watergebonden bedrijventerrein Rijnhaven
De gemeente maakt bezwaar tegen het opnemen van het oostelijk deel van de Rijnhaven als watergebonden bedrijventerrein. Deze bestemming spoort niet met de afspraken zoals die gemaakt zijn in het kader van de Transformatievisie Oude Rijnzone. In gemeentelijke plannen blijft het westelijke deel regulier bedrijventerrein waar ook watergebonden activiteiten plaatsvinden. Het oostelijke deel van de Rijnhaven wordt ingericht als een woon-werkmilieu.
Antwoord
In het kader van de Transformatievisie Oude Rijnzone is inderdaad een deel van de Rijnhaven als transformatiegebied aangemerkt waarbij de Rijnhaven zelf als water behouden blijft. Wij kunnen er mee instemmen dat het oostelijk deel van de Rijnhaven getransformeerd wordt voor een combinatie van wonen en werken en wordt geschrapt als watergebonden bedrijventerrein (kaart 4.7.2a en 6 verordening) Op de functiekaart wordt dit gebied aangegeven als stads- en dorpsgebied. Het westelijk deel blijft bedrijventerrein waar bedrijven met een relatie met het water van harte welkom zijn.
Het geelomlijnde gebied wijzigt op de functiekaart van bedrijventerrein in stads- en dorpsgebied. Op kaart 4.7.2a van de structuurvisie en op kaart 6 van de verordening wordt het geelomlijnde gebied geschrapt. paragraaf 15 Beschermd grasland in Teylingen
De gemeente wijst erop dat de begrenzing van beschermd grasland bij de Jacoba van Beierenweg niet nauwkeurig is.
Antwoord
De begrenzing van het grasland bij de Jacoba van Beierenweg kan inderdaad nauwkeuriger.
Het rode gebied wordt op kaart 14 van de verordening niet meer aangeduid als beschermd grasland. paragraaf 16 Contouren in Nieuwkoop
De gemeente vraagt aanvullend op het gemeentelijk verzoek tot contourwijziging (paragraaf 13 Gemeente Nieuwkoop van de gemeentelijke verzoeken) om nog voor een drietal situaties om een kleine technische aanpassing van het verloop van de contour. Wij kunnen instemmen met deze kleine aanpassingen (tennishal, Zevensprong en de Olm) die recht doen aan de feitelijke situatie.
De rode gebieden worden op kaart 1 van de verordening binnen de bebouwingscontour gebracht. Op de functiekaart wijzigen de rode gebieden van agrarisch landschap in respectievelijk bedrijventerrein en stads- en dorpsgebied.
paragraaf 1 Kwaliteitskaart
Bij het opstellen van gebiedsprofielen is geconstateerd dat er op de kwaliteitskaart een ruimere verzameling bedrijventerreinen is opgenomen dan op themakaart 14 werkgebieden. Deze fout wordt hersteld.
De rode gebieden worden op de kwaliteitskaart geschrapt als bedrijventerrein. paragraaf 2 Artikel 23, overgangsregeling
In de in lid 3, 4 en 5 van artikel 23 opgenomen overgangsregeling is abusievelijk de verwijzing naar artikelen die bij de Actualisering 2011 en 2012 zijn toegevoegd of fundamenteel zijn aangepast niet opgenomen. Dit wordt hersteld. Daarnaast wordt de overgangsregeling voor toepassingen van artikel 19 lid 1 en artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aangepast. Er wordt duidelijker aangegeven dat deze overgangsregeling alleen van toepassing is op daadwerkelijk verleende vrijstellingen.
lid 3 overgangsregeling bestemmingsplannen
Voor zover ter zake van een onderwerp, geregeld bij deze verordening, in een bestemmingsplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010, een of meer bestemmingen en regels zijn opgenomen die in strijd zijn met deze verordening, wordt voor deze bestemmingen en regels ontheffing van deze verordening geacht te zijn verleend. Gedeputeerde Staten hebben met een bestemmingsplan of een onderdeel daarvan ingestemd indien een vastgesteld bestemmingsplan is goedgekeurd op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of indien geen aanwijzing is gegeven zoals bedoeld in artikel 3.8, lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).
Lid 4 overgangsregeling principebesluiten
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor principeverzoeken over ruimtelijke ontwikkelingen waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd tussen 1 januari 2005 en 20 juli 2010. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur, artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie).
Lid 5 overgangsregeling verklaringen van geen bezwaar
Ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend voor na 1 januari 2005 op basis van artikel 19 lid 1 en artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (ingetrokken) verleende vrijstellingen van het bestemmingsplan. Deze overgangsregeling is niet van toepassing op bestemmingen en regels die in strijd zijn met artikel 5 (Ecologische Hoofdstructuur), artikel 6 (bescherming veenweideverkavelingspatroon en graslanden Bollenstreek), artikel 7 (kantoren), artikel 9 (detailhandel), artikel 10 (windenergie), artikel 12 (buitendijks bouwen), en artikel 14 (luchthavens en helihavens), artikel 15 (vrijwaringszone provinicale vaarwegen), artikel 18 (archeologie), artikel 19 (Limes), artikel 20 (Nieuwe Hollandse Waterlinie). paragraaf 3 Doorwerking Beleidsvisie Groen
Beleidsvisie Groen, afgevallen Rods-gebieden (toelichting)
In de ontwerp Actualisering 2012 is opgenomen dat wijzigingen in het ruimtelijke beleid vanuit de Beleidsvisie Groen automatisch doorwerken in de Actualisering 2012. Bij de vaststelling van de Beleidsvisie Groen is ten opzichte van het ontwerp een aantal recreatiegebieden uit de categorie "wel ambitie gebiedspartijen, geen ILG-geld" verschoven naar de categorie "afgevallen RodS (geen ambitie gebiedspartijen, geen ILG-geld) '. Dit betreft LeidschendammerHout/Starrevaart en delen van Westergouwe. Daarnaast zijn de eerdere financiële toezeggingen vanuit de provincie voor groenontwikkeling vervallen: in de Vlietzone (bij Den Haag) en in de Oude Rijnzone (bij Alphen aan den Rijn was de toegezegde 8 ha was nog aan een plek toegewezen). Tenslotte zijn de gebieden Bolnes-Zuid, Donckse velden fase 3, Crezeepolder-West en rand van Rhoon verschoven in omgekeerde richting van "geen ambitie gebiedspartijen" naar "wel ambitie gebiedspartijen". Dit betekent dat deze wijzigingen in de Actualisering 2012 moeten worden opgenomen. Gebiedjes in Vlietzone behouden vooralsnog functie stedelijk groen met de transformatieaanduiding. Leidschendammerhout/Starrevaart behoudt vooralsnog functie natuur, deze functie zal in het kader van de herijking EHS worden heroverwogen.
Tekstwijziging Actualisering 2012; paragraaf 11
Dit betekent de volgende tekstwijziging: (toevoegen, schrappen)
Een enkel gebied behoudt de functie stedelijk groen (Bolnes-Zuid, Donckse velden fase 3, gemeente Ridderkerk) of recreatiegebied (Rand van Rhoon gemeente Albrandswaard, Crezeepolder-West gemeente Ridderkerk) omdat dit beter aansluit bij de Gebiedsvisie Deltapoort en het toekomstig gebruik. Twee gebieden, waar geen ambitie en geen geld meer is voor recreatieve ontwikkeling, behouden vooralsnog hun huidige functie. De gebiedjes in de Vlietzone gemeente Den Haag) behouden vooralsnog hun functie van stedelijk groen met transformatieaanduiding en Leidschendammerhout/Starrevaart, gemeente Leidschendam-Voorburg) behoudt vooralsnog de functie natuurgebied. De functies van de Vlietzone en Leidschendam/Starrevaart zullen in een volgende herziening van de structuurvisie worden heroverwogen. paragraaf 4 Buitendijks bouwen
Geconstateerd is dat in de ontwerp actualisering ten onrechte een gebied in Alblasserdam tussen de primaire waterkering en de voorlandkering is aangeduid als buitendijks gebied. Deze fout wordt hersteld.
Het rode gebied wordt op kaart 16 niet meer aangeduid als buitendijks gebied. paragraaf 5 Natuur nabij Noordse Buurt
Geconstateerd is dat in de ontwerp actualisering een te groot gebied is gewijzigd van natuurgebied in glastuinbouwgebied. De gebieden die onderdeel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur moeten de aanduiding natuurgebied behouden. Dit wordt hersteld.
De gele gebieden worden op de functiekaart terug gewijzigd van glastuinbouwgebied in natuurgebied. paragraaf 6 Locaties windenergie Strijensas en Nieuw-Reijerwaard
Geconstateerd is dat de windenergielocaties Mariapolder bij Strijensas en Nieuw-Reijerwaard in Ridderkerk niet correct op kaart 15 van de verordening waren ingetekend. Dit wordt hersteld.
De ligging van de locatie windenergie wordt op kaart 15 van de verordening gewijzigd van de rode lijn in de gele lijn (Mariapolder).
De ligging van de locatie windenergie wordt op kaart 15 van de verordening gewijzigd van de rode lijn in de gele lijn (Reijerwaard). paragraaf 7 Sportterrein Oud-Beijerland
Geconstateerd is dat de begrenzing van het sportpark aan de zuidzijde van de kern niet overeenkomt met de begrenzing uit streekplan Zuid-Holland Zuid, 4e partiële herziening Hoeksche Waard. Dit word hersteld.
Het geel omlijnde gebied wordt op de functiekaart gewijzigd van agrarisch landschap in stedelijk groen buiten de contour. paragraaf 8 Leiden, knoop west
Geconstateerd is dat de functiekaart ter plaatse van de Knoop Leiden West niet correct is. Dit wordt hersteld.
Het geelomlijnde gebied wordt op de functiekaart gewijzigd van stedelijk groen in bedrijventerrein. Dit werkt door op kaart 6 van de verordening. Het geelomlijnde gebied wordt toegevoegd als bedrijventerrein.
Verder moet de tekst van de structuurvisie en verordening nog worden aangepast.
Structuurvisie (Actualisering 2012, par. 4.5.1.3 Kenniseconomie. blz. 40):
Zuid-Holland wil dat onderzoeksinstituten en kennisintensieve bedrijvigheid zich geclusterd kunnen vestigen op daartoe aangewezen bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Dit is in het belang van de concurrentiepositie van de Zuidvleugel omdat kennis, innovatie en dienstverlening belangrijke aspecten zijn van het internationale karakter van Zuid-Holland. Een strikt toelatingsbeleid moet de ontwikkeling van deze locaties bevorderen. Deze zijn aangegeven als kenniscentrum op de functiekaart. Een goede bereikbaarheid van deze locaties vanaf belangrijke openbaar vervoerknooppunten en de luchthavens Schiphol en Rotterdam Airport is van essentieel belang. Naast ruimte voor bedrijvigheid is er ook ruimte voor voorzieningen die aantoonbaar nodig zijn voor het goed functioneren van het kenniscentrum zoals het Science Park in Leiden, Technopolis in Delft en Estec in Noordwijk.
Verordening:
Aanpassing passage in de toelichting op artikel 7 :
Daarnaast is een regeling opgenomen voor bedrijfsgebonden kantoren en functiegebonden kantoren. Functiegebonden kantoren zijn nauw verbonden met een veiling, een haven of een luchthaven. Functiegebonden kantoren kunnen ook verbonden zijn aan een kenniscentrum. Het gaat dan om kantoren die aantoonbaar nodig zijn voor het goed functioneren van een kenniscluster, zoals het Leiden Bio Science Park. Op bestuurlijk niveau kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. In het bestemmingsplan moet de koppeling tussen functie en kantoor nadrukkelijk worden onderbouwd en vastgelegd om te voorkomen dat ook gewone kantoren zich op deze locaties kunnen vestigen.
Aanpassing bijlage 1:
Bijlage 1
De in artikel 7, lid 3, onder b opgenomen afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op gebieden die zijn gelegen binnen 10 minuten loopafstand van de beoogde haltes van trein, lightrail en HOV bij de volgende ontwikkelingslocaties:
- Bedrijventerrein Heron
- Goudse Poort
- Stationsgebied Alphen aan den Rijn
- Zoeterwoude Meerburg
- Stationsgebied Hazerswoude
- Vierzicht Leiderdorp
- Vijfsluizen Vlaardingen
- Bleizo
Archeologie
Geconstateerd is dat Matulo op kaart 18 van de verordening niet is opgenomen als terrein met (zeer) hoge archeologische waarde. Dit wordt hersteld.
Het oranje gebied wordt op kaart 18 van de verordening toegevoegd als terrein met (zeer) hoge archeologische waarde. paragraaf 9 Schrappen van artikel 21, lid 5, proefdraaien ruimtelijke kwaliteit
Het werken met de gebiedsprofielen staat nog in de kinderschoenen. Daarbij komt dat inmiddels besloten is om de structuurvisie en verordening integraal te gaan herzien. Daarom is geconcludeerd dat het beter is om te gaan werken met de gebiedsprofielen zonder aanpassing van de verordening. De ervaringen die daarmee worden opgedaan worden betrokken in het proces van de integrale herziening waaronder het beleid met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit. Genoemd artikel zal worden geschrapt. paragraaf 10 Den Haag - contour Kijkduin
Geconstateerd is dat de bebouwingscontour ter plaatse van Kijkduin niet correct is. Dit wordt hersteld.
Het rode gebied wordt op kaart 1 van de verordening binnen de bebouwingscontour gebracht. Dit werkt door op de functiekaart. Het rode gebied wijzigt van natuurgebied in stads- en dorpsgebied. paragraaf 11 Aanpassingstermijn voor bestemmingsplannen
In de verordening is bepaald dat geldende bestemmingsplannen in overeenstemming moeten worden gebracht met die verordening. Dit moet gebeurd zijn binnen drie jaar na inwerkingtreding van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Provinciale Staten hebben ervoor gekozen om aan te sluiten bij de termijn van het Barro, om de administratieve en bestuurlijke lasten voor de gemeenten niet onnodig te verzwaren.
Het Barro is in werkinggetreden op 30 december 2011. Dit betekent dat bestemmingsplannen uiterlijk op 30 december 2014 in overeenstemming moeten zijn met zowel het Barro als de verordening. De datum van 30 december 2014 is voor de duidelijkheid genoemd in de verordening, omdat aanvullingen en wijzigingen van het Barro een eigen aanpassingstermijn van drie jaar kennen. Voor toekomstige wijzigingen van de verordening zal daarom ook een eigen aanpassingstermijn worden opgenomen.
Nieuwe bestemmingsplannen moeten uiteraard bij de vaststelling in overeenstemming zijn met de verordening.
Wijzigingen:
De tekst en de toelichting op artikel 23 van de verordening worden hierop aangepast.
Lid 1 aanpassingstermijn geldende bestemmingsplannen
Voor zover een bepaling in deze verordening de aanpassing van een geldend bestemmingsplan noodzakelijk maakt, stelt de gemeenteraad uiterlijk 30 december 2014 een bestemmingsplan vast met inachtneming van deze verordening.
Lid 2 aanpassingstermijn nieuwe bestemmingsplannen
Een bestemmingsplan dat wordt vastgesteld na de inwerkingtreding van deze verordening moet in overeenstemming zijn met deze verordening.
Toelichting
Aanpassingstermijn (lid 1 en lid 2)
Gemeenten zullen zowel op grond van het ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, ook wel genoemd AMvB Ruimte) als op grond van de provinciale verordening in sommige gevallen hun bestemmingsplannen moeten aanpassen. Om de administratieve en bestuurlijke lasten die dat met zich mee brengt zo beperkt mogelijk te houden hebben Provinciale Staten er voor gekozen om de termijn waarbinnen de Zuid-Hollandse gemeentelijke bestemmingsplannen uiterlijk in overeenstemming moeten zijn met de verordening af te stemmen op de termijn waarbinnen de gemeentelijke plannen moeten voldoen aan de –rechtstreekse- verplichtingen uit het Barro. Deze termijn is gesteld op drie jaar na inwerkingtreding van het Barro.
Het Barro is gefaseerd in werking getreden op 30 december 2011. Dit betekent dat bestemmingsplannen uiterlijk op 30 december 2014 in overeenstemming moeten zijn met zowel het Barro als de Verordening Ruimte. De datum van 30 december 2014 is voor de duidelijkheid genoemd in de verordening, omdat aanvullingen en wijzigingen van het Barro een eigen aanpassingstermijn van drie jaar kennen. Voor toekomstige wijzigingen van deze verordening zal daarom ook een eigen aanpassingstermijn worden opgenomen.
De aanpassingstermijn van drie jaar heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen. Voor nieuwe bestemmingsplannen geldt dat deze bij vaststelling in overeenstemming moeten zijn met de Verordening Ruimte. paragraaf 12 Externe veiligheid
Geconstateerd is dat de passage over externe veiligheid in paragraaf 4.7.5 niet geheel juist is. De tekst van deze nieuwe paragraaf wordt verbeterd.
Wijziging
Paragraaf 4.7.5. van de structuurvisie; eerste deel van de 5e alinea van de nieuwe tekst wordt:
Indien het groepsrisico, veroorzaakt door risicobronnen, als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen boven de oriëntatiewaarde komt te liggen, is een goed onderbouwde risicoverantwoording nodig. De beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu beschrijft het beleid op het gebied van externe veiligheid. Wanneer het groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt dient aannemelijk te worden gemaakt dat op termijn wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde en moet aangetoond worden dat een maximale inspanning is geleverd om de gevolgen van een ongeval tot een minimum te beperken. paragraaf 13 Verblijfsrecreatieterreinen in Goedereede
Diverse recreatieterreinen niet als verblijfsrecreatiegebied in de verordening opgenomen.
De door de gemeente voorgestelde correcties kunnen worden overgenomen in de verordening, maar ze zijn te klein om op de functiekaart op te nemen.
De geelomlijnde gebieden worden op kaart 1 van de verordening toegevoegd als verblijfsrecreatiegebied. paragraaf 14 Alphen aan den Rijn, watergebonden bedrijventerrein Rijnhaven
De gemeente maakt bezwaar tegen het opnemen van het oostelijk deel van de Rijnhaven als watergebonden bedrijventerrein. Deze bestemming spoort niet met de afspraken zoals die gemaakt zijn in het kader van de Transformatievisie Oude Rijnzone. In gemeentelijke plannen blijft het westelijke deel regulier bedrijventerrein waar ook watergebonden activiteiten plaatsvinden. Het oostelijke deel van de Rijnhaven wordt ingericht als een woon-werkmilieu.
Antwoord
In het kader van de Transformatievisie Oude Rijnzone is inderdaad een deel van de Rijnhaven als transformatiegebied aangemerkt waarbij de Rijnhaven zelf als water behouden blijft. Wij kunnen er mee instemmen dat het oostelijk deel van de Rijnhaven getransformeerd wordt voor een combinatie van wonen en werken en wordt geschrapt als watergebonden bedrijventerrein (kaart 4.7.2a en 6 verordening) Op de functiekaart wordt dit gebied aangegeven als stads- en dorpsgebied. Het westelijk deel blijft bedrijventerrein waar bedrijven met een relatie met het water van harte welkom zijn.
Het geelomlijnde gebied wijzigt op de functiekaart van bedrijventerrein in stads- en dorpsgebied. Op kaart 4.7.2a van de structuurvisie en op kaart 6 van de verordening wordt het geelomlijnde gebied geschrapt. paragraaf 15 Beschermd grasland in Teylingen
De gemeente wijst erop dat de begrenzing van beschermd grasland bij de Jacoba van Beierenweg niet nauwkeurig is.
Antwoord
De begrenzing van het grasland bij de Jacoba van Beierenweg kan inderdaad nauwkeuriger.
Het rode gebied wordt op kaart 14 van de verordening niet meer aangeduid als beschermd grasland. paragraaf 16 Contouren in Nieuwkoop
De gemeente vraagt aanvullend op het gemeentelijk verzoek tot contourwijziging (paragraaf 13 Gemeente Nieuwkoop van de gemeentelijke verzoeken) om nog voor een drietal situaties om een kleine technische aanpassing van het verloop van de contour. Wij kunnen instemmen met deze kleine aanpassingen (tennishal, Zevensprong en de Olm) die recht doen aan de feitelijke situatie.
De rode gebieden worden op kaart 1 van de verordening binnen de bebouwingscontour gebracht. Op de functiekaart wijzigen de rode gebieden van agrarisch landschap in respectievelijk bedrijventerrein en stads- en dorpsgebied.