6.2 Ruimtelijke reserveringen 2020 en 2040Dit is de nadere uitwerking van de nieuwe verkeers- en vervoersinfrastructuur zoals beschreven in Hoofdstuk 4.
De provincie Zuid-Holland heeft de ambitie om de bereikbaarheid in de provincie te verbeteren. Deze ambitie is neergelegd in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). Binnen het kader van het PVVP is het beleid verder uitgewerkt, onder meer in de nota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart, de nota Operationalisering Openbaar Vervoer 2007-2020, het Goederenvervoerbeleidsplan 2007-2011, het Fietsplan 2008 en het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2008-2011. In het PVVP zijn uitvoeringsprogramma’s opgenomen. De opgave is om het stedelijke openbaar vervoer netwerk en de wegenstructuur binnen de Zuidvleugel te completeren. In de onderstaande tabel zijn het beleidsbeeld 2020 en ambitie 2040 opgenomen. De uitvoeringsprogramma’s uit de PVVP zijn nog steeds actueel. In de uitvoeringsagenda zijn de projecten opgenomen die zijn voorzien voor 2020. De visie is gebaseerd op dit programma uit de PVVP.
Beleidsbeeld 2020
In het beleidsbeeld tot 2020 is een onderscheid gemaakt in (inter)nationale en regionale verbindingen.
I (Inter)nationale, Randstedelijke verbindingen
A1. Hoofdwegen – beleidsbeeld 2020
- A4 Leiden-Burgerveen 2x3 én 2x4 rijstroken
- A4 Parallelstructuur Oostflank Den Haag
- A4 Midden-Delfland
- A4 Hoogvliet - Klaaswaal
- A12 (benuttingsmaatregelen: spits- en plusstroken)
- A13/16
- A15 Papendrecht - Gorinchem: capaciteitsuitbreiding
- A15 MAVA 4x2 rijstroken
- A20 Moordrecht - Nieuwerkerk ad IJssel 2x3 rijstroken
- A27 Hooipolder - Lunetten, 2x3 rijstroken en verbreding Merwedebrug Gorinchem
- Regionalisering A44
- Capaciteitsvergroting Algeracorridor (ombouw fietspad tot autostrook en realisatie alternatieve fietsvoorziening
- 2e Oeververbinding Westelijk Rotterdam (Oranje- of Blankenburgtunnel)
A2. Hoofdwegen – ambities 2040
- A4 Den Haag - Leiden 2x4 rijstroken
- N222 Veilingroute 2x2 (afhankelijk keuze Oranjetunnel)
- N57 rijbaansplitsing
B1. Hoofdspoor – beleidsbeeld 2020
- Spoortunnel Delft (in ruwbouw 4 sporen)
- Spoorverdubbeling Den Haag - Rotterdam, viersporigheid incl. station Kethel
- Capaciteit spoor Rotterdam-Gouda, viersporigheid incl. station Westergouwe en eventueel Rottetracé
B2. Hoofdspoor - ambities 2040
- Capaciteit spoor Den Haag - Gouda, viersporigheid incl. stations Doelwijk en Westergouwe
- HST - Oost
- Goederenspoor Rotterdam - België (RoBel)
- 2-Sporigheid Alphen - Woerden
- Spoor Breda - Utrecht
II. Regionale verbindingen
C1. Regionale wegen - beleidsbeeld 2020
- Rijnlandroute
- Trekvliettracé
- Internationale Ring Den Haag
- '3 in 1' Project Westland
- N209 Doenkade 2x2 stroken (voorloper A13/16)
- N209 maatregelen wegvakken Nieuwe Hoefweg - Bleiswijk, en Bergschenhoek - Bleiswijk
- Stadsweg Rotterdam
- N218 Optimalisatie Hartelcorridor
- N207 capaciteitsverruiming Alphen - Leimuiden
- De westelijke verbinding N11/A12 via de N459
- N207 OTA
- Verbindingsboog N11/A12
- Parallelstructuur A12/ Moordrechtboog op OWN-niveau
- N219 Omleiding Zevenhuizen en verlegging.
- N207 Zuidwestelijke randweg Gouda
- N210 vernieuwing
- N215 Omleiding Dirksland
- N217 Omleiding Stougjesdijk
- Capaciteitsvergroting Algeracorridor (ombouw fietspad tot autostrook en realisatie van alternatieve fietsvoorziening)
C2. Hoofdwegennet en onderliggend wegennet aansluitingen
- A4/A12 Prins Clausplein
- A15-N3
- A16 Mijlweg
- A16 - N3
- A20 Schieplein
- N57 - N218
- N11-Zouterwoude
- A4 Vijfsluizen
- A4 Beatrixlaan
- A4 Plaspoelpolder
- A12 - N470
- A13 - N470
- A15 Reeweg
- A16 Kralingseplein
C3. Bovenlokaal wegennet
- Nieuwe oeververbinding Maximabrug
- Ringweg-Oost Leiden
- Noordelijke Randweg Rijnsburg
- Maximaburg westelijk Alphen ad Rijn
- Westelijke Randweg Waddinxveen, aansluitend op de Bentwoudlaan
C4. Regionale wegen – ambities 2040
- Noordelijk Ontsluiting Greenport: oost-west verbinding Duin- en Bollenstreek (N206 - N205)
- N211 capaciteitsvergroting
- N213 capaciteitsvergroting
- N470/N471: 2x2 rijstroken
- 3e Stadsbrug Rotterdam
- N207 capaciteitsverruiming
- N218 capaciteitsvergroting
- N219 2x2 in geval van uitbouw verstedelijking Zuidplaspolder (tussen A12 en A20)
- Westelijke verbindingsboog N11/A12 op hoofdwegniveau
D1. Zuidvleugelnet OV – beleidsbeeld 2020
- Stedenbaan 6x6 en 4x4, incl. stations Sassenheim en Bleizo
- Buscorridor Duin- en Bollenstreek, diverse maatregelen, waaronder hoogwaardig ov (bus) Noordwijk - Sassenheim en aansluiting Duin- en Bollenstreek op de Zuidtangent (doortrekking Zuidtangent naar Sassenheim en Lisse/Hillegom)
RijnGouwelijn 74. HOV-NET Zuid-Holland Noord
- Tramnet Den Haag: capaciteitsverhoging en infra-aanpassingen
- Netwerk RandstadRail Den Haag: fase 1: Lijn 9 korte tramtunnel; fase 2: Lijn 1 Delft - Binckhorst - CS Scheveningen, Lijn 9: Vrederust - HS - CS - Scheveningen, Lijn 11: Voorburg - Binckhorst - HS - Scheveningen
- Bustangent Kijkduin - Harnaschpolder - Den Haag Zuidwest - Delft - Pijnacker - Zoetermeer
- Doortrekking RandstadRail (Zoetermeer sprinterlijn) naar station Bleizo
- Zoetermeer - Rotterdam: bus
- RandstadRail Den Haag CS - Rotterdam CS - Slinge: frequentieverhoging
- HOV Rotterdam - Rotterdam/Den Haag Airport - Delft - Den Haag
- HOV Rotterdam-Alexander naar Lansingerland
- Regionalisering Hoekse Lijn en koppeling aan metrolijn en doortrekking naar strand
- Tram+ Rotterdam: frequentieverhoging en maatregelen op diverse lijnen
- Ridderkerklijn
- Buscorridor Alphen-Schiphol (doorstromingsmaatregelen)
- Busontsluiting Zuidplaspolder
- Drechtstedenring
- MerwedeLingeLijn, incl. 4 nieuwe halten
- Buscorridor Goeree-Overflakkee (kleinschalige verbeteringen)
D2. Overig openbaar vervoer en ketenmobiliteit binnen vervoersautoriteitgebied Zuid-Holland – beleidsbeeld 2020
- 110 km Fietspad
- 3000 Fietsparkeerplaatsen bij openbaarvervoersknooppunten
- 1000 P&R-plaatsen
- Actuele reisinformatie op 50 procent van de haltes in vervoersautoriteitgebied Zuid-Holland
- Openbaar vervoer over water: Brienenoord - Benelux
- Minimaal 46 procent haltes toegankelijk voor reizigers met functiebeperking
- Diverse Dynamisch Verkeers Management maatregelen op wegen en vaarwegen
D3. Zuidvleugelnet OV – ambities 2040
- Stedenbaan 8x8 en 8x8, incl. stations Westergouwe, Doelwijk, Merenwijk (Noordwijkerhout), inclusief koppelingen met Randstadspoor Utrecht en Amsterdamse Metro Trein
- HOV Zuidtangent -
Rijngouwelijn HOV_NET Zuid-Holland Noord
- HOV Leiden - Leiderdorp
- HOV Leiden - Den Haag
- HOV Zoetermeer - Leiden
- HOV Zoetermeer Rotterdam
- HOV Den Haag - Westland
- HOV station Rijswijk - station Ypenburg
- HOV Delft - Schiedam
- HOV Hoekselijn - Westvoorne via Oranje- of Blankenburgtunnel
- HOV Hoekse Lijn/Schiedam - Alexanderpolder/Nesselanden - Zuidplaspolder
- Zuidtangentmetro Rotterdam: Schiedam - Stadshavens - Zuidplein - (nieuw) Feyenoord - Capelsebrug/metrostation
- HOV Rotterdam - Ridderkerk - Drechtstedenring (opwaarderen Ridderkerklijn)
- HOV Alphen - Schiphol
- HOV Zuidplaspolder i.g.v. uitbouw verstedelijking
E. Vaarwegen
- Julianasluis
- Bochtafsnijding Delftse Schie – Rotterdam
- Goederenterminal Haven Rotterdam
Figuur 6.2a Internationaal en Randstedelijk infrastructuurnetwerk
Figuur 6.2b Regionaal wegennet
Figuur 6.2c Regionaal openbaar vervoer-netwerk
6.3 Compensatieregeling bollengrondenOm de greenport te laten functioneren is behoud van het bollenteeltareaal van belang. Om dit behoud te kunnen combineren met andere belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen zoals beschreven in de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek is door de regio een regeling uitgewerkt.
De compensatie van bollengronden dient plaats te vinden volgens de door de regio uitgewerkte regeling, behoudens de inzet van de 2
e Poellaan. Daarbij wordt er uitgegaan van handhaving van het netto areaal 1
e klas bollengronden door het bijhouden van de ruimtelijke nulbalans door de GOM aan de hand van bestemmingsplannen en de referentiekaart Heijkoop. Compensatie van de bollengronden dient plaats te vinden volgens het 40 (herstructureren bestaande areaal en tegengaan van verrommeling) - 30 (opwaarderen 2
e klas bollengronden) - 30 (omspuiten graslanden) principe. Er dient een financiële afdracht aan het GOM geregeld te zijn, wanneer bollengronden verdwijnen voor een ruimtelijk project waarbij sprake is van functieverandering van de bollengronden en bij het verdwijnen van 2
e klas bollengronden.
Van het 40-30-30 principe kan op de volgende wijze worden afgeweken:
- Een tijdelijke krimp van het areaal is toegestaan met een bandbreedte, waarbij binnen 3 jaar minimaal 80 procent moet worden gecompenseerd. Binnen 6 jaar moet 100 procent van de te compenseren bollengronden uit de eerste periode van 3 jaar zijn gecompenseerd. Dit kan cyclisch worden toegepast.
- Vanwege de complexiteit van de herstructurering kan voor de eerste periode van 3 jaar 10 (absolute ondergrens) tot 20 procent via herstructurering worden gerealiseerd, 40 tot 50 procent (absolute bovengrens) via opwaarderen 2e klas bollengronden en 40 tot 50 procent (absolute bovengrens) via omspuiten graslanden.
Bij de beoordeling van de bestemmingsplannen die in dit kader worden opgesteld, zal op deze aspecten worden toegezien. Bij bestemmingsplannen waarbij sprake is van het omspuiten van graslanden moet voldoende inzicht geboden worden in de uitvoering van de herstructurering volgens het 40-30-30 principe en moet de haalbaarheid hiervan ook worden aangetoond. Dit geldt eveneens voor de eerste 3 jaar, waarbij van het 40-30-30 principe kan worden afgeweken. Het aantonen van de haalbaarheid dient plaats te vinden aan de hand van de voortgangsrapportages, jaarprogramma en meerjarenprogramma van de GOM.
Bij het omspuiten van graslanden die onderdeel uitmaken van de EHS moet worden voldaan aan de provinciale compensatieplicht. Bij bestemmingsplannen die dit mogelijk maken, moet de EHS-compensatie geregeld zijn.
6.6 Beschrijving IRP'sZuidplaspolder
De Zuidplaspolder is één van de laagst gelegen polders in de Zuidvleugel van de Randstad, in de driehoek Rotterdam-Zoetermeer-Gouda waarin ruimte moet worden geboden aan nieuwe woningen, bedrijven en kassen, infrastructuur en natuur, water en recreatie. Het gaat om een complexe opgave, zowel inhoudelijk als bestuurlijk. De laag gelegen ligging maakt het noodzakelijk innovatieve oplossingen te ontwikkelen, waarin water, natuur, woon- en werkfuncties op slimme wijze worden gecombineerd. Met een groot aantal partijen is in 2007 overeenstemming bereikt over het volgende startprogramma 2010-2020:
- 7000 woningen met het accent op landelijk wonen in aan te leggen landschap en dorpsuitbreidingen;
- 280 hectare glas, waarvan 200 hectare nieuw en 80 hectare herontwikkeling;
- 110 hectare bedrijventerrein;
- ontwikkelen van restveen en een waterparel, waaronder 325 hectare Ecologische Hoofdstructuur;
- bereikbaarheid via spoor en weg.
Bij de ontwikkelingen staat duurzame ontwikkeling centraal. Daarbij zijn afspraken gemaakt over het klimaatbestendig ontwikkelen van de Zuidplaspolder en opzetten van een energieweb Zuidplaspolder waarbij gebruikers en leveranciers van duurzame vormen van energie aan elkaar worden gekoppeld. Ook zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de (parallelle) infrastructuur A12 en aanleg van groen- en waterstructuren.
De provincie heeft de regierol voor dit project. In het voortraject zijn alle mogelijke publieke en maatschappelijke partijen betrokken. Er is intensieve samenwerking met de betrokken gemeenten, het waterschap, het Rijk (als een van de projecten in het urgentie programma Randstad) en private partijen.
Kust en Goeree-Overflakkee
Aan het project kustontwikkeling liggen drie opgaven ten grondslag. De eerste opgave heeft betrekking op de versterking van de zwakke schakels. De zwakke schakels in de Zuid-Hollandse kust bevinden zich langs de kust van Noordwijk, Katwijk, Scheveningen, Voorne, het Flaauwe Werk (Goeree Overflakkee) en de Delflandse Kust. De tweede opgave heeft betrekking op de zandmotor. Voor de kust wordt een zandmotor geplaatst. De zandmotor is een enorme berg zand die vlak voor de Delflandse Kust in zee wordt aangebracht. Wind, golven en zeestroming verspreiden het zand langs de kust. Zo groeit de kust in zeewaartse richting op natuurlijke wijze aan. Door de zandmotor groeit de kust mee met de stijgende zeespiegel, zodat ook voor de langere termijn de veiligheid van de kust gewaarborgd blijft. Daarnaast biedt het zand extra ruimte voor natuur en recreatie. Ten slotte gaat het om de integrale ontwikkeling van de Delflandse Kust. De Delflandse Kust is aangewezen als prioritaire zwakke schakel in de Hollandse kust. Een prioritaire zwakke schakel is een kustvak dat naar verwachting tussen nu en 20 jaar moet worden versterkt om aan de eisen voor de veiligheid te voldoen bij stijging van de zeespiegel, hogere stormfrequentie en nieuwe golfrandvoorwaarden. Belangrijk uitgangspunt is dat niet alleen gekeken wordt naar de benodigde maatregelen voor de veiligheid maar ook naar de kansen voor de ruimtelijke kwaliteit.
De uitvoeringsagenda bestaat uit vier hoofdprojecten:
- kustontwikkeling
- verbetering regionale ontsluiting
- rolverdeling kustplaatsen
- blauw-groen netwerk in het achterland
Delflandse Kust
Het tekort aan hoogwaardige landschappelijke gebieden in het achterland van de Delflandse Kust als uitloopgebied voor de stedeling vraagt om een stevige kwantitatieve uitbreiding en functiecombinaties van natuur en recreatie. Zeewaartse kustuitbreiding zou een bijdrage kunnen leveren aan het opheffen van dat tekort. De slechte bereikbaarheid van de Delflandse Kust vanuit het achterland, met uitzondering van Hoek van Holland en Scheveningen, vraagt om een regionaal bereikbaarheidsoffensief. De kustzone is een unieke woon- en werklocatie. Bij een woningbouwopgave gaat het niet primair om een kwantitatieve opgave, maar om het opschroeven van de kwaliteit. Een woningbouwopgave is niet voorzien in de zeewaartse kustuitbreiding.
De gebiedsvisie maakt duidelijk hoe de Delflandse Kust kan bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen:
- een veilige, natuurrijke kustzone;
- een goed bereikbare kust met meer ruimte voor recreatie;
- een kust met een duidelijk profiel van hoogwaardige kwaliteit die bijdraagt aan het (inter)nationaal vestigingsmilieu en zes ambities, te weten:
- uitbreiding van de kust ten behoeve van natuur en recreatief medegebruik;
- ontwikkeling van een robuust landschap met betekenis voor de hele regio;
- ontwikkeling van een hoogwaardige regionale ontsluiting van de Delflandse Kust;
- ontwikkeling van badplaatsen met ieder een eigen uitgesproken profiel;
- verbetering van de toegankelijkheid van de kustzone voor fietsers, wandelaars en watersporters;
- ontwikkeling van een blauw-groen netwerk dat de kust met het achterland verbindt.
IRP Deltapoort
Deltapoort (globaal het gebied van Rotterdam-Zuid tot en met Dordrecht) kent een grote sociaal-economische problematiek met een slecht leefomgevingsklimaat. De ontwikkeling van de werkgelegenheid is achter gebleven. Er is een relatief hoge werkeloosheid onder de vooral jonge en laagopgeleide beroepsbevolking. Om deze negatieve ontwikkeling te doorbreken moet er veel meer synergie tussen economische structuurversterking en sociaaleconomische ontwikkeling ontstaan. Daarnaast nemen de problemen met de externe veiligheid langs het spoor en de snelwegen toe. Vanwege deze externe veiligheid dreigt er o.a. stagnatie van de stedenbouwkundige ontwikkelingen in een brede zone langs de hoofdtransportroutes.
Om de toenemende vervoersbewegingen voortvloeiend uit de verdere ontwikkeling van de Rotterdamse haven te kunnen accommoderen wordt een maatregelenpakket voor de diverse vervoersmodaliteiten voorbereid. Hiertoe wordt een verkenning verricht naar aanpassingen van het hoofd- en onderliggend wegennet, dit in combinatie met de spoorcapaciteit. Het gaat onder meer om doorstroming van transitoverkeer en een goede ontsluiting van woon- en werklocaties. Een oplossing voor de externe veiligheidsproblematiek wordt in de ontsluiting en doorstroming nadrukkelijk meegenomen. In nauwe afstemming met het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden wordt ook een uitbreiding van de vervoerscapaciteit over water onderzocht.
Voor een aantal opgaves ligt de oplossing op nationaal niveau maar vooral het verbeteren van de leefkwaliteit is een bovenregionale opgave waar de provincie een toegevoegde waarde heeft.
Daarom is in het hoofdlijnenakkoord 2011-2015 de ambitie opgenomen om Deltapoort te verbreden. Behalve de inzet op ruimtelijke kwaliteit wil het college ook economische en infrastructurele verbeteringen bewerkstelligen. Er wordt dit najaar (2011) een verkenning verricht naar welke opgaven in dit bredere gebied spelen en welke in het uitgebreidere programma Deltapoort kunnen worden opgenomen. In deze verkenning dient naar voren te worden gebracht welke consequenties dit heeft, hoe dit wordt georganiseerd en welke stimulerende impulsen de provincie zou willen inbrengen.
Oude Rijnzone
De Oude Rijnzone is het gebied langs de rivier de Oude Rijn, grofweg tussen Leiden en Bodegraven. De gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Rijnwoude, Alphen aan den Rijn, Bodegraven, het Hoogheemraadschap van Rijnland, het rijk en de provincie Zuid-Holland werken samen om de ontwikkeling van de Oude Rijnzone in veel opzichten te stimuleren. Bij het project zijn ook verschillende organisaties van bewoners en gebruikers betrokken.
De partijen spannen zich gezamenlijk in om te komen tot herstructurering en integrale ontwikkeling van dit gebied, die erop is gericht de kwaliteit te verbeteren. Deze regionale samenwerking maakt het mogelijk om oplossingen te zoeken die voorheen niet haalbaar leken.
Naarmate een gebiedsontwikkeling verder vordert, verandert de rol van de provincie. In de fase van uitvoering is de provincie vaak één van de betrokken partijen, maar niet per definitie de centrale partij. Geleidelijk komt een zwaardere rol te liggen bij andere publieke organisaties zoals gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Participatie en betrokkenheid van de provincie in de fase van uitvoering blijft wel van belang omdat het er dan op aankomt de geambieerde ruimtelijke kwaliteit te realiseren.