Plan: | Gouweknoop, grondgebied Waddinxveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9928.DOSx2010x0013026IP-OH01 |
Voor zover meerdere dubbelbestemmingen zijn aangegeven geldt de volgende rangorde tussen de onderscheiden dubbelbestemmingen:
De bouw van geluidsgevoelige objecten is uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen of de op basis daarvan verleende hogere waarden.
De regels van dit plan zijn van overeenkomstige toepassing op ondergrondse bouwwerken. Bij het berekenen van de blijkens de ter plaatse van de aanduiding geldende of in de regels opgenomen bebouwingspercentages of het maximaal te bebouwen grondoppervlak wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3.1ten behoeve van ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Binnen de voor aangegeven aanduiding "veiligheidszones - leiding 1" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid kwetsbaar object: artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.4.1 indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.4bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico;
Alvorens een omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszones - leiding 2” mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid beperkt kwetsbaar object: en kwetsbaar object: van artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.5.1 indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.5 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.
Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Op de voorbereiding van omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - leiding 3" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie kwetsbaar object: artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.6.1 archeologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de onder 12.6 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.
Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - vervoer gevaarlijke stoffen" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie kwetsbaar object: artikel 1 Begrippen ) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.7.1, indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen aan de vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten van binnen de onder 12.7 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.
Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszones - vervoer gevaarlijke stoffen" mogen geen nieuwe (bijzonder) kwetsbare objecten (zie lid kwetsbaar object:, artikel 1 Begrippen) worden gerealiseerd of functies die leiden tot een toename van het groepsrisico worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 12.8.1, indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen aan de vestiging van (bijzonder) kwetsbare objecten binnen de onder 12.8bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is, op voorwaarde, dat vooraf een verantwoording is gegeven van het groepsrisico.
Alvorens omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen met betrekking tot de veiligheidsaspecten, dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet algemene omgevingsrecht van toepassing.